17 MEI 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 8, § 3 en 18, § 1, 2° van de wet van 4 februari 2018 houdende de opdrachten en de samenstelling van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. Het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring, hierna "COIV", beheert de volgende valuta:
1° Euro (EUR);
2° Amerikaanse dollar (USD);
3° Australische dollar (AUD);
4° Canadese dollar (CAD);
5° Britse pond (GBP);
6° Japanse yen (JPY);
7° Zwitserse frank (CHF);
8° Zweedse kroon (SEK);
9° Noorse kroon (NOK);
10° Deense kroon (DKK);
11° Zuid-Afrikaanse rand (ZAR).
§ 2. Het COIV aanvaardt geen muntstukken.
Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op:
1° Euromunten;
2° munten waarvan de vervreemding is toegestaan door de bevoegde gerechtelijke overheid;
3° munten die het voorwerp uitmaken van een maatregel van facultatief beheer op verzoek van de gerechtelijke overheid.
§ 3. Het COIV aanvaardt geen nagemaakte of geschonden muntstukken en biljetten die volgens de beslagleggende overheid mogelijks een inbreuk vormen op de wettelijke bepalingen betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere valuta tegen valsemunterij.
Art.2. § 1. Het COIV verzamelt, beheert en verwerkt gegevens betreffende in beslag genomen roerende vermogensbestanddelen die niet zijn omschreven in artikel 18, § 1, 1° van de COIV-wet en volgens de beslagleggende overheid op basis van de beschikbare gegevens prima facie worden geschat op ten minste 2.500 euro.
De in beslag genomen vermogensvoordelen worden geschat :
1° hetzij per inbeslagneming;
2° hetzij per in beslag genomen goed;
3° hetzij per lot van gelijkaardige goederen.
§ 2. Het COIV verzamelt, beheert en verwerkt gegevens betreffende verbeurdverklaarde roerende vermogensbestanddelen die niet zijn omschreven in artikel 18, § 1, 1° van de COIV-wet en volgens het bevoegde openbaar ministerie op basis van de beschikbare gegevens prima facie worden geschat op ten minste 2.500 euro.
De definitief verbeurdverklaarde vermogensvoordelen worden geschat :
1° hetzij per vonnis of arrest;
2° hetzij per verbeurdverklaard goed;
3° hetzij per lot van gelijkaardige goederen.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop de wet van 4 februari 2018 houdende de opdrachten en de samenstelling van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring in werking treedt.
Art. 4. De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.