8 MEI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Artikel 30bis van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 oktober 2011, wordt vervangen als volgt:
"Art. 30bis. De persoon die aan een veiligheidsverificatie bedoeld in artikel 22quater van de wet moet worden onderworpen, wordt daarvan op de hoogte gebracht door een kennisgeving conform het als bijlage 3 bij dit besluit gevoegde model.
De persoon die aan een veiligheidsverificatie bedoeld in artikel 22quinquies/1 van de wet moet worden onderworpen, stemt hiermee in conform het als bijlage 4 bij dit besluit gevoegde model.
De kennisgeving en toestemming worden beheerd door de bevoegde veiligheidsofficier.
De persoon die niet langer het voorwerp wenst uit te maken van een veiligheidsverificatie, kan zijn weigering expliciet te kennen geven aan de veiligheidsofficier van de bevoegde administratieve overheid die heeft verzocht om de veiligheidsverificatie. Dit conform het als bijlage 3 of bijlage 4 bij dit besluit gevoegde model naargelang het een veiligheidsattest of een veiligheidsadvies betreft"
Art.2. In hetzelfde besluit wordt de Bijlage bij het koninklijk besluit van 3 juni 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen vervangen door Bijlage "veiligheidsattest" en Bijlage "veiligheidsadvies" gevoegd bij dit besluit.
Art.3. Artikel 30sexies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" Art. 30sexies. De veiligheidsoverheid bezorgt schriftelijk het met redenen omkleed veiligheidsadvies bedoeld in artikel 22quinquies/1, van de wet binnen een termijn van ten hoogste een maand te rekenen vanaf de dag waarop zij is gevat, hetzij door het verzoek van de administratieve overheid hetzij vanaf het ogenblijk dat zij nieuwe gegevens of inlichtingen bedoeld in artikel 22sexies van de wet ontvangt.
Zodra de bevoegde administratieve overheid een negatief veiligheidsadvies ontvangt beschikt zij over een termijn van 8 dagen om de veiligheidsofficier van de werkgever en de betrokken persoon hiervan op de hoogte te brengen.
Ingeval de veiligheidsoverheid een verzoek tot veiligheidsadvies weigert brengt zij tegelijkertijd en schriftelijk haar beslissing ter kennis van de bevoegde administratieve overheid, de veiligheidsofficier van de werkgever en de betrokken persoon binnen een termijn die vijftien dagen niet te boven mag gaan."
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.5. De Eerste minister, de Vice-eersteminister en minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, de Vicepremier en minister bevoegd voor Veiligheid en Binnenlandse Zaken, de minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Defensie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-06-2018, p. 45638)