12 JANUARI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de projecten die in aanmerking komen tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen
Art. 1-8
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder standaardaanvraagformulier:
het standaardaanvraagformulier tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen, gevoegd als bijlage bij het ministerieel besluit van 24 april 2017 houdende de vaststelling van het standaardaanvraagformulier tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen.
Art.2. De projecten die naar aanleiding van de oproep tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen geselecteerd zijn en de reglementaire bepalingen waarvan deze projecten mogen afwijken, worden vastgesteld in de projectlijst die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
In het eerste lid wordt verstaan onder oproep tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen: de oproep tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen georganiseerd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 houdende de organisatie van een eenmalige oproep tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen.
Art.3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, informeert al de kandidaat-deelnemers over de motieven die aan de grondslag liggen van de totstandkoming van de projectlijst, die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, en, als dat van toepassing is, over de draagwijdte en de gevolgen van hun deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen.
Art.4. De initiatiefnemers van de geselecteerde projecten zijn gemachtigd het project uit te voeren zoals zij het beschreven hebben in het standaardaanvraagformulier. Ze voeren de projecten uit conform de eventuele beperkingen die opgenomen zijn in de projectlijst, die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Art.5. Het agentschap Wonen-Vlaanderen controleert de uitvoering van de geselecteerde projecten. Het kan op elk moment bewijsstukken opvragen.
In het eerste lid wordt verstaan onder agentschap Wonen-Vlaanderen: het agentschap dat opgericht is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen.
Bij de controle, vermeld in het eerste lid, wordt nagegaan of aan de bepalingen van dit besluit is voldaan, en of het project wordt of werd uitgevoerd conform het standaardaanvraagformulier en de eventuele beperkingen die opgenomen zijn in de projectlijst, die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Als blijkt dat het project niet wordt of werd uitgevoerd conform het standaardaanvraagformulier en de eventuele beperkingen die opgenomen zijn in de projectlijst, die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, kan de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, besluiten de deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen te beëindigen en vervalt de mogelijkheid om af te wijken van de reglementaire bepalingen, vermeld in de projectlijst, die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Art.6. De initiatiefnemers van de geselecteerde projecten stellen voor de controle, vermeld in artikel 5, een tussentijds rapport en een eindrapport op.
Het tussentijdse rapport en het eindrapport worden opgesteld aan de hand van een formulier dat door de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, ter beschikking wordt gesteld.
Het tussentijdse rapport bevat minimaal de volgende elementen:
1° een reflectie over het verloop en de bereikte resultaten van het project;
2° een voorstel om de regelgeving aan te passen.
Het eindrapport bevat minimaal de volgende elementen:
1° een reflectie over het verloop en de bereikte resultaten van het project;
2° een voorstel om de regelgeving aan te passen;
3° een gedetailleerde opsomming van de kostprijs om het project, na afloop van de proeftijd, opnieuw in orde te brengen met de geldende regelgeving;
4° de bewijsstukken van de kostprijs, vermeld in punt 3°.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2018.
Art.8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. De projectlijst van de projecten die in aanmerking komen tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 21-02-2018, p. 14485)