Details





Titel:

25 NOVEMBER 2018. - Wet houdende de oprichting van de Nationale Raad voor de Productiviteit(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-12-2018 en tekstbijwerking tot 21-03-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Nationale Raad voor de Productiviteit
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Samenstelling van de Nationale Raad voor de Productiviteit
Art. 5-8
HOOFDSTUK 4. - Organisatie van de Nationale Raad voor de Productiviteit
Art. 9-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019043015 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Nationale Raad voor de Productiviteit
Art.2. Er wordt een Nationale Raad voor de Productiviteit opgericht met als opdracht onderzoek te voeren naar het verloop van de productiviteit en het concurrentievermogen in België alsook naar de weerslag en de implementatie van de aanbevelingen die door de Europese instellingen ter zake zijn geformuleerd.

Art.3. De Nationale Raad voor de productiviteit wordt meer bepaald belast met de opdracht om:
  1° diagnoses op te stellen en analyses uit te voeren van de ontwikkelingen van de productiviteit en het concurrentievermogen in België;
  2° analyses uit te voeren van de beleidsuitdagingen op het gebied van productiviteit en concurrentievermogen;
  3° de gevolgen van beleidsopties in de genoemde domeinen te evalueren.
  Bij het uitvoeren van deze opdrachten zal de Nationale Raad voor de Productiviteit contacten onderhouden met de Raden voor de Productiviteit van andere Europese lidstaten, en kan hij tijdig openbare mededelingen doen, passende toegang tot informatie krijgen bij overheidsdiensten en belanghebbenden raadplegen.
  De Nationale Raad voor de Productiviteit voert zijn opdrachten uit in het kader van het Europese Semester, meer bepaald door de Europese Commissie bij te staan bij het verzamelen van gegevens, en bij het bijstaan van de regeringen bij de redactie van het Nationale hervormingsplan.
  Het voorbereiden en sluiten van het interprofessioneel akkoord van de sociale gesprekspartners betreffende de maximale marges voor de evolutie van de loonkost en de loonkostenhandicap, voorgeschreven in de wet van 26 juli 1996, tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, maakt geen deel uit van de bevoegdheden van de Nationale Raad voor de Productiviteit.

Art.4. § 1. De diagnoses, analyses en evaluaties van de Nationale Raad voor de Productiviteit, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, en hun bijlagen, worden ter beschikking gesteld van het publiek door de publicatie op een specifieke website.
  Eenmaal per jaar publiceert de Raad zijn jaarlijks activiteitenverslag.
  § 2. De studies en verslagen bedoeld in de vorige paragraaf worden voorafgaand aan de publicatie toegelicht aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Indien de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven hierover een advies wenst uit te brengen, wordt dat advies bij de publicatie als bijlage toegevoegd aan de studie of het verslag. Indien beslist wordt om geen advies uit te brengen of indien binnen een termijn van vier weken geen advies is uitgebracht door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, kan de Nationale Raad voor de Productiviteit tot de publicatie zonder bijlage overgaan.

HOOFDSTUK 3. - Samenstelling van de Nationale Raad voor de Productiviteit
Art.5.§ 1. De leden van de Nationale Raad voor de Productiviteit worden benoemd wegens hun bijzondere onderlegdheid en ervaring op economisch vlak.
  § 2. Op federaal niveau, is de Raad samengesteld uit tenminste zes leden, benoemd door de Koning, namelijk:
  1° twee leden op voorstel van het Federaal Planbureau;
  2° twee leden op voorstel van de Nationale Bank;
  3° twee leden uit het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, op voorstel van deze Raad.
  [1 § 2/1. De Koning regelt bij een koninklijk besluit vastgesteld overeenkomstig artikel 92ter van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen de samenstelling van de Raad op gewestelijk niveau.]1
  § 3. De Raad is samengesteld met naleving van de taalpariteit.
  Voor de toepassing van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met een adviserende bevoegdheid, wordt de Raad gelijkgesteld met een adviesorgaan.
  ----------
  (1)<W 2024-02-09/19, art. 178, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>

Art.6. Het mandaat van de leden van de Raad heeft een maximale duur van vier jaar. Dit is hernieuwbaar.
  Bij een vervroegd ontslag van één van de leden wordt zijn opvolger slechts benoemd voor een mandaat waarvan de duur overeenkomt met de resterende duur van het mandaat van het lid dat hij vervangt.

Art.7.Kunnen niet benoemd worden als lid van de Nationale Raad voor de Productiviteit, de personen die:
  1° een mandaat uitoefenen als minister of als parlementair;
  2° medewerkers zijn van een politieke partij, van een strategische cel van een minister of van een parlementaire fractie;
  3° ambtenaar zijn van een federale of regionale overheid, en, in die hoedanigheid, hiërarchisch afhangen van een minister;
  4° medewerkers zijn van een organisatie die werkgevers of werknemers vertegenwoordigt;
  [1 5° lid zijn van een vereniging, organisatie of federatie die een economische activiteit vertegenwoordigt of opkomt voor de belangen van een economische activiteit;
   6° medewerkers zijn van in de onder 5° bedoelde verenigingen of federaties.]1
  ----------
  (1)<W 2024-02-09/19, art. 179, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>

Art.8. De Nationale Raad voor de Productiviteit wordt geleid door een Bureau, samengesteld uit een voorzitter en twee vice-voorzitters.
  De leden van het bureau worden aangewezen door een beslissing van de Nationale Raad voor de Productiviteit.
  Het mandaat van de leden van het bureau bedraagt vier jaar, en is hernieuwbaar, zonder dat dat mandaat de duur kan overschrijden van hun mandaat als lid van de Raad.
  Bij een vervroegd ontslag van één van de leden van het Bureau, wordt zijn opvolger slechts aangewezen voor een mandaat waarvan de duur overeenkomt met de resterende duur van het mandaat van het lid dat hij vervangt.
  De voorzitter is één van de leden van de Raad, benoemd op voorstel van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
  De twee vice-voorzitters zijn leden van de Raad, respectievelijk benoemd door het Federaal Planbureau en door de Nationale Bank.

HOOFDSTUK 4. - Organisatie van de Nationale Raad voor de Productiviteit
Art.9. De Nationale Raad voor de Productiviteit vergadert minstens vier keer per jaar.
  Het Bureau van de Nationale Raad voor de Productiviteit legt de agenda van de vergaderingen vast, net als de weerhouden onderwerpen die zullen worden bestudeerd door de Raad.

Art.10. De werking van de Nationale Raad voor de Productiviteit wordt vastgelegd in een huishoudelijk reglement, dat aanvaard wordt door de leden van de Raad met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en in iedere taalgroep. Het wordt goedgekeurd door de Koning.

Art. 11.Een secretariaat wordt belast met het bijstaan van de Nationale Raad voor de Productiviteit en zijn bureau in het geheel van zijn activiteiten, en meer bepaald met het samenroepen van zijn vergaderingen, de redactie van de agenda, de verslagen van de vergaderingen, en de synthese van de bijdragen van de leden van de Raad, en met het verzekeren van het geheel van de interne communicatie, met de publicatie van de verslagen van de Raad en van zijn bureau.
  [1 De Koning wijst de overheidsdienst aan die het secretariaat van de Raad verzorgt.]1
  ----------
  (1)<W 2024-02-09/19, art. 180, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2024>