Details





Titel:

20 JUNI 2018. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende diverse bepalingen betreffende de uitvoering van het decreet van 24 oktober 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren van de Franse Gemeenschap(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-08-2018 en tekstbijwerking tot 13-02-2024)



Inhoudstafel:

TITEL 1. - MECHANISMEN BETREFFENDE DE BIJWERKING VAN DE LIJSTEN VAN HET PERSONEEL EN SIMULATIE/VERANTWOORDING
Art. 1-2
TITEL 2.
Art. 3-5
TITEL 3. - BEROEPSPROCEDURE
Art. 6-7
TITEL 4. - IN AANMERKING KOMENDE LASTEN
Art. 8-11
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

TITEL 1. - MECHANISMEN BETREFFENDE DE BIJWERKING VAN DE LIJSTEN VAN HET PERSONEEL EN SIMULATIE/VERANTWOORDING
Artikel 1. Lijst van het personeel
  Om de verantwoording van de subsidie geldig uit te voeren, zoals georganiseerd door het decreet van 24 oktober 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren van de Franse Gemeenschap, hierna het decreet genoemd, verklaren de werkgevers overeenkomstig artikel 23 § 4 aan de Administratie de bijwerking van hun personeelslijst van het jaar x - 2, voor uiterlijk 30 april van het jaar x - 1, in de webtoepassing van de geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling.

Art.2. Simulatie
  Voor de toepassing van artikel 23, § 4, van het decreet moeten de werkgevers gebruik maken van een simulatie van de berekening van hun subsidie alvorens hun definitieve codering te bevestigen in de webtoepassing van de geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling. De eerste simulatie moet ten laatste vijf dagen voor de uiterste datum van de verantwoording ingediend worden.

TITEL 2.   
Art.3.
  <Opgeheven bij DFG 2023-12-20/14, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.4.
  <Opgeheven bij DFG 2023-12-20/14, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.5.
  <Opgeheven bij DFG 2023-12-20/14, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

TITEL 3. - BEROEPSPROCEDURE
Art.6. Raad van beroep
  § 1. Overeenkomstig de procedure voor de betwisting van de controleresultaten bedoeld in artikel 23, § 1, derde lid, van het decreet, wordt een Raad van beroep gezamenlijk samengesteld door het Algemeen Bestuur Cultuur en het Algemeen Bestuur Sport.
  § 2. Voor de samenstelling van de Raad overeenkomstig § 1 leggen het Algemeen Bestuur Cultuur en het Algemeen Bestuur Sport voor 1 september 2018 een lijst van de personeelsleden die binnen de Raad mogen zetelen, ter goedkeuring aan de Minister-President voor. Deze lijst bevat ten minste een verantwoordelijke en een personeelslid per dienst het decreet van toepassing is. Ze bevat ook een plaatsvervanger voor elk aangestelde personeelslid. Ze wordt om de vier jaar voor 31 januari hernieuwd, de eerste hernieuwing zal in 2022 plaatsvinden.
  Een personeelslid dat de voorwaarden verliest waarvoor hij aangesteld werd, kan vervangen worden door een ander personeelslid, op beslissing van de betrokken Administrateur-generaal tot de volgende hernieuwing.
  § 3. Voor de behandeling van elk beroep neemt de Directie voor de administratieve ondersteuning van het Algemeen Bestuur Cultuur het secretariaat waar en stelt de Raad samen, op basis van de lijst bepaald volgende de voorwaarden van § 2 :
  - een personeelslid van de Directie van de administratieve ondersteuning die de werkzaamheden voorzit;
  - een verantwoordelijke van de dienst waarop het decreet van toepassing is voor het beheer van de subsidies van een andere activiteitensector dan deze waarin de vereniging erkend wordt;
  - een derde personeelslid van de administratie, van een dienst waarop bij het decreet van toepassing is voor het beheer van de subsidies van een andere activiteitensector dan deze waarin de vereniging erkend wordt.
  De Raad van beroep kan vragen om de dienst te horen die de subsidies betreffende de activiteitensector van de vereniging beheert.
  De Raad van beroep kan op adviserende basis één of meer deskundigen erbij nemen.
  § 4. De vereniging wordt door de Raad van beroep gehoord op de plaats, datum en uur die ze vaststelt wanneer het erom gevraagd is in het ingediende beroep. De Raad van beroep kan vragen om de vereniging te horen onder dezelfde voorwaarden of bij haar aanvullende informatie te bekomen.
  De vereniging kan vergezeld worden van een deskundige.

Art.7. Nadere regels voor de beroepsprocedure
  § 1. Vanaf de mededeling van de controleresultaten bedoeld in artikel 23, § 1, tweede lid, van het decreet, beschikt de vereniging over 15 werkdagen - met andere woorden het geheel van de kalenderdagen, met uitzondering van de zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen, alsook de periode tussen 20 december en 2 januari inbegrepen - om een beroep in te dienen. Dit bepaalt de argumenten waarop het zich baseert.
  Het beroep wordt ingediend bij de Directie van de Administratieve ondersteuning, volgens de nadere regels bepaald door haar en gevoegd bij de mededeling van het controleresultaat.
  § 2. Bij ontvangst van het beroep :
  a) stuurt de Directie van de Administratieve ondersteuning een ontvangstbewijs binnen de vijf werkdagen aan de vereniging;
  b) bezorgt de Directie van de Administratieve ondersteuning een afschrift van het beroep aan de dienst die het dossier van de subsidie beheert van de vereniging voor de betrokken activiteitensector binnen dezelfde termijnen.
  § 3. De dienst bedoeld in § 2, b), kijkt de gegevens na die bezorgd worden in het bewijsdossier en in het beroep. Hij deelt het resultaat van zijn nieuwe controle mee, alsook de beslissing om de vorige beslissing al dan niet te behouden, aan de vereniging en aan de Directie voor de administratieve ondersteuning binnen een termijn van 15 werkdagen. Bij gebrek aan een beslissing binnen deze termijn wordt het dossier aan de Raad van beroep voor onderzoek voorgelegd.
  § 4. Indien de vereniging het resultaat van de nieuwe controle bedoeld in § 3 betwist, verwittigt ze de Directie voor de administratieve ondersteuning binnen de vijf werkdagen na de bekendmaking.
  In dit geval roept de Directie voor de administratieve ondersteuning de Raad van beroep bijeen die over een termijn van 45 werkdagen beschikt om een beslissing te nemen en om de beslissing mee te delen. In afwachting dat die beslissing wordt geno.men, schorst de beroepsprocedure de terugvordering van het niet-verschuldigde bedrag van de subsidie.

TITEL 4. - IN AANMERKING KOMENDE LASTEN
Art.8. Cofinanciering
  Ingeval van een werknemer die over één enkele overeenkomst bij de werkgever beschikt die gedeeltelijk als permanent beschouwd wordt, zoals bepaald in artikel 9, 1°, van het decreet, en gedeeltelijk op een "Maribel" subsidie, zoals georganiseerd bij het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, is het geheel van de bijkomende subsidie zoals bepaald in artikel 18 van het decreet verschuldigd.

Art.9. Tijdelijk personeel aangeworven met toepassing van de afwijkende stelsels van sociale zekerheid.
  Met toepassing van artikel 20, § 1, 11°, van het decreet :
  1° voor de verantwoording van de subsidie, kunnen de werkgevers de in aanmerking komende lasten, voortvloeiend ui de aanwerving van studenten, laten gelden. De duur van de prestatie wordt voor één jaar bepaald;
  2° voor de verantwoording van de subsidie, kunnen de werkgevers de in aanmerking komende lasten, voortvloeiend uit de aanwerving van de persoon bedoeld in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, "artikel 17" genoemd. De duur van de prestatie wordt voor één jaar bepaald;
  3° voor de verantwoording van de subsidie, kunnen de werkgevers de in aanmerkingen komende lasten, voortvloeiend uit de aanwerving van bezoldigde stagiairs, laten gelden, overeenkomstig de toepassing van het kaderakkoord tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. De duur van een prestatie wordt voor een jaar bepaald.

Art.10. Personeel ressorterend onder een groep
  Voor de toepassing van artikel 11 van het decreet, bezorgt de vereniging, uiterlijk op 1 maart van het jaar X-1, aan de administratie en in de door deze vastgestelde vorm, de gegevens van de groep waarop ze een beroep doet gedurende het jaar X-2, mee, wanneer de betrekking die beantwoordt aan de voorwaarden 1°, 2° en 3° van dat artikel kan worden verantwoord. Ze verwittigt de administratie zonder verwijl over de stopzetting van de medewerking met die groep.

Art.11. De Minister bevoegd voor Cultuur wordt, in overleg met de verschillende betrokken Ministers, belast met de uitvoering van dit besluit

BIJLAGE.
Art. N.
  (NOTA : geen Nederlandse versie, zie Franse versie)