31 MEI 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van artikel 26, § 3, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot opstelling van een kader voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking en tot bepaling van de samenstelling en de werking van het Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Samenstelling van het Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Organisatie van het Brusselse structurele overleg betreffende de initiatieven die de diensten van de regering en de autonome bestuursinstellingen in de ontwikkelingslanden ondernemen.
Art. 3-6
HOOFDSTUK IV. - Werking van het Brussels Gewestcomité
Art. 7-8
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 9
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaan we onder :
1° de "ordonnantie" : de ordonnantie van 27 juli 2017 tot opstelling van een kader voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking;
2° de "regering" : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
3° het "lid van de regering belast met Ontwikkelingssamenwerking" : de minister of staatssecretaris belast met Ontwikkelingssamenwerking;
4° de "diensten van de regering" : de administratie waarover de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zelf beschikt in de zin van de artikelen 87 en volgende van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en van het artikel 40 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;
5° de "administratie belast met de Brusselse ontwikkelingssamenwerking" : het deel van de diensten van de regering (bijvoorbeeld een directie of een cel) belast met de uitvoering van het Brusselse beleid inzake ontwikkelingssamenwerking;
6° de "autonome bestuursinstellingen" : de autonome bestuursinstellingen zoals bepaald in Titel VII van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;
7° de "ambtenaar-generaal" : de ambtenaar of ambtenaren of de afgevaardigd bestuurder(s) of de verantwoordelijke(n) belast met de hoge directie van een dienst van de regering;
8° de "leidende ambtenaar" : de ambtenaar of ambtenaren of de afgevaardigd bestuurder(s) of de verantwoordelijke(n) belast met de hoge directie van een autonome bestuursinstelling;
9° de coördinator "ontwikkelingssamenwerking" : de bij elke dienst van de regering en elke autonome bestuursinstelling aangewezen persoon om deel te nemen aan het Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking;
10° het "comité" : het in artikel 26 van de ordonnantie bedoelde Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking;
Het gebruik van de mannelijke vorm in dit besluit is gemeenslachtig.
HOOFDSTUK II. - Samenstelling van het Brussels Gewestcomité voor Ontwikkelingssamenwerking
Art.2. § 1. Het comité is samengesteld uit de volgende leden :
1° een vertegenwoordiger van elke minister en staatssecretaris;
2° een coördinator "ontwikkelingssamenwerking", personeelslid van niveau A of B van elke dienst van de regering aangewezen door de ambtenaar-generaal van de betrokken dienst;
3° een coördinator "ontwikkelingssamenwerking", personeelslid van niveau A of B van elke autonome bestuursinstelling aangewezen door de ambtenaar-generaal van de betrokken instelling;
Voor alle voornoemde leden wordt op dezelfde wijze een vervanger aangewezen.
§ 2. Het comité wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van het regeringslid belast met Ontwikkelingssamenwerking.
§ 3. Het secretariaat van het comité wordt verzekerd door de administratie belast met de Brusselse ontwikkelingssamenwerking.
§ 4. Het comité komt voor de eerste keer samen binnen drie maanden die volgen op de inwerkingtreding van dit besluit.
§ 5. Het comité wordt hernieuwd aan het begin van elke legislatuur wanneer de regering geïnstalleerd is, uitgezonderd de leden uit de diensten van de regering en de autonome bestuursinstellingen.
HOOFDSTUK III. - Organisatie van het Brusselse structurele overleg betreffende de initiatieven die de diensten van de regering en de autonome bestuursinstellingen in de ontwikkelingslanden ondernemen.
Art.3. § 1. Het comité zorgt voor de informatie-uitwisseling tussen de diensten van de regering en de autonome bestuursinstellingen wat betreft de door deze diensten en instellingen in de ontwikkelingslanden ondernomen initiatieven.
§ 2. Hiertoe delen de in artikel 2 bedoelde leden de informatie betreffende de initiatieven die de dienst van de regering of de autonome bestuursinstelling waaronder ze vallen ontwikkelen of overwegen in een ontwikkelingsland mee aan het secretariaat van het comité.
Art.4. § 1. Het comité vergewist zich ervan dat de door de diensten van de regering en de autonome bestuursinstellingen genomen initiatieven in andere bevoegdheidsdomeinen dan ontwikkelingssamenwerking de ten gunste van ontwikkelingssamenwerking geleverde inspanningen aanvullen.
§ 2. Wanneer het comité een mogelijkheid ziet om de complementariteit van de initiatieven van een dienst van de regering of een autonome bestuursinstelling te verbeteren t.a.v. de op het vlak van ontwikkelingssamenwerking geleverde inspanningen, kan het de betrokken dienst of instelling ideeën aanreiken om deze complementariteit te verbeteren.
Art.5. § 1. Het comité zorgt voor een dialoog met de andere politieke niveaus.
§ 2. Hiertoe kunnen een vertegenwoordiger van de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking van de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Handel en Ontwikkelingssamenwerking en een vertegenwoordiger van de bevoegde besturen voor de door de andere Belgische gefedereerde entiteiten tot stand gebrachte coördinatie van het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking uitgenodigd kunnen worden om aan de vergaderingen van het comité deel te nemen.
Art.6. Na elke vergadering van het comité maakt het secretariaat notulen op die het aan alle in artikel 2 bedoelde leden meedeelt.
HOOFDSTUK IV. - Werking van het Brussels Gewestcomité
Art.7. § 1. Het comité komt minstens twee keer per jaar samen.
§ 2. De voorzitter roept de vergaderingen van het comité samen en bepaalt de agenda in overleg met het secretariaat.
§ 3. Het comité kan zich laten bijstaan door externe experten.
Art.8. Het comité neemt haar huishoudelijk reglement aan of wijzigt het bij meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Het huishoudelijk reglement regelt minimaal de volgende punten :
1° de oproepingsprocedure voor de vergaderingen;
2° de omstandigheden en voorwaarden waarin de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen en/of documenten toegepast kan worden;
3° het opstellen van de notulen van de besprekingen tijdens elke vergadering en de goedkeuring ervan door het comité;
4° de manier waarop de voor het werk van het comité nodige communicatie verloopt.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 9. De minister van Ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.