27 APRIL 2018. - Ministerieel besluit houdende de tijdelijke afwijking op het verbod pesticiden die glyfosaat bevatten te gebruiken om de veiligheid van de uitbating van de spoorwegen te garanderen
Art. 1-3
Artikel 1. § 1. In afwijking op artikel 1 van het besluit van 10 november 2016 dat het gebruik van pesticiden die glyfosaat bevatten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verbiedt, met naleving van de beginselen van de geïntegreerde bestrijding en de voorwaarden opgenomen in afwijkingen die werden toegekend op basis van artikel 9 van de voormelde ordonnantie wordt, in voorkomend geval, het gebruik van pesticiden die glyfosaat bevatten toegestaan als laatste redmiddel voor het beheer van de spoorwegen, in het bijzonder de ballastbedden, de ruimte tussen de sporen, veiligheidspaden, hoofdspoorwegen en bijsporen (uitwijkbundels), ten voordele van de volgende instellingen en hun onderaannemers, en exclusief in de genoemde gevallen :
1° de naamloze vennootschap van publiek recht INFRABEL, voor het beheer van de hoofdspoorwegen en bijsporen van type I;
2° de naamloze vennootschap van publiek recht Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen - directie Technics, voor het beheer van de sporenbundels van de technische sites van de NMBS van Vorst en Schaarbeek;
3° de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel, MIVB, voor het beheer van de metrosporen in openlucht en de spoorcomplexen ter hoogte van de stelplaatsen van Haren, Jacques Brel en Delta.
§ 2. De gebruikte pesticiden moeten producten zijn die zijn toegelaten op de nationale markt voor het onderhoud van spoorwegen, krachtens het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik.
Ze moeten worden gebruikt in de kleinste dosis die doeltreffend is en met naleving van de voorwaarden die zijn vermeld in hun toelatingsakte voor het op de markt brengen of hun vergunningsakte voor parallelimport.
De pesticiden moeten worden gebruikt via technieken die zijn aangepast aan bijzondere toepassingsvoorwaarden, met het oog op het zoveel mogelijk beperken van de drift en de blootstelling van de organismen die geen doelwit zijn.
Art.2. Deze afwijking wordt toegekend voor een periode van 1 jaar, te tellen vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Binnen de 6 maanden na de toekenning van de afwijking, bezorgen de houders van de afwijking alle inlichtingen zoals bedoeld in het tweede lid aan het Instituut met het oog op een evaluatie.
De evaluatie is gebaseerd op de volgende inlichtingen : - de hoeveelheid tot nog toe gebruikte glyfosaat; - de getroffen maatregelen om deze hoeveelheden te beperken; - een rechtvaardiging van de afwezigheid van fysieke, mechanische, thermische, biologische of chemische alternatieven op de markt; - elk andere relevant contextueel element of technische toelichting.
Art. 3. Het Instituut is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren.