23 JANUARI 2017. - Decreet ter bevordering van het toerisme(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-03-2017 en tekstbijwerking tot 06-06-2025)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Organisatie van het toerisme
Art. 4-8
HOOFDSTUK 3. - Toeristische verblijven
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 9-11
Afdeling 2. - Classificatie
Art. 12-15
Afdeling 3. - Veiligheidsattest
Art. 16-19
HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring
Art. 20-23
HOOFDSTUK 5. - Controle- en strafbepalingen
Art. 24-28
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 29-32
2017204354 2017206710 2024201340 2024202260 2024A01340 2024B01340
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Toepassingsgebied
Dit decreet bepaalt de kadervoorwaarden voor :
1° de exploitatie en classificatie van toeristische verblijven die in het Duitse taalgebied gelegen zijn;
2° de subsidiëring van toeristische organisaties;
3° de subsidiëring van initiatieven om het toerisme te promoten.
Art.2. Algemene bepaling
Alle in dit decreet vermelde :
- termijnen zijn uitgedrukt in kalenderdagen;
- persoonsbeschrijvingen gelden voor beide geslachten.
Art.3.Definities
Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° toerist : elke persoon die zich met het oog op vrijetijdsbesteding, ontspanning, persoonlijke ontwikkeling, beroepsuitoefening of zakelijk contact begeeft naar of bevindt in een andere dan zijn alledaagse leefomgeving;
2° toeristisch verblijf : accommodatie waar toeristen tegen betaling kunnen overnachten en die op de toeristische markt wordt aangeboden. Een toeristisch verblijf behoort tot één van de categorieën vermeld in artikel 9;
3° aanbieden op de toeristische markt : aanbieden van een toeristisch verblijf, in welke vorm dan ook, hetzij via bemiddeling, hetzij op zelfstandige basis;
4° bemiddelaar : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die toeristische verblijven tegen betaling op de markt aanbiedt, die reclame maakt voor een toeristisch verblijf of die diensten aanbiedt via welke exploitanten van toeristische verblijven rechtstreeks in contact komen met toeristen;
5° exploitant : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een toeristisch verblijf exploiteert of voor wiens rekening een toeristisch verblijf wordt geëxploiteerd;
6° overkoepelende organisatie : elke organisatie met rechtspersoonlijkheid die de toeristische activiteiten op het niveau van één of meer gemeenten coördineert;
7° vereniging voor vreemdelingenverkeer : elke vereniging die sinds minstens één jaar - onder welke benaming dan ook - op lokaal niveau actief is in de toeristische sector en die van de gemeente waar ze gevestigd is een basissubsidie ontvangt op grond van het decreet van 15 december 2008 betreffende de financiering van de gemeenten en van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn door de Duitstalige Gemeenschap;
8° toeristisch informatiepunt : vrij toegankelijk lokaal contactpunt voor toeristen dat door een gemeente, een overkoepelende organisatie, een stichting of een vereniging zonder winstoogmerk [1 met een toeristisch doel]1 georganiseerd en geëxploiteerd wordt en dat gratis actuele basisinformatie over de streek of de plaats en informatie over overnachtingsmogelijkheden verstrekt;
9° kamperen : het gebruik, door toeristen, van niet voor permanent verblijf bedoelde mobiele verblijven zoals tenten, caravans of kampeerwagens;
10° inspectie : de inspectie vermeld in artikel 25.
----------
(1)<DDG 2023-12-14/58, art. 76, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
HOOFDSTUK 2. - Organisatie van het toerisme
Art.4.Toeristisch Agentschap
De Regering kan slechts één instelling als Toeristisch Agentschap van de Duitstalige Gemeenschap ondersteunen die zorgt voor de toeristische marketing, in het bijzonder van de bestemming Oost-België, en voor de ontwikkeling van toeristische producten.
Daartoe behoren in het bijzonder :
1° alle activiteiten die in de ruimste zin te maken hebben met de ontwikkeling van toeristische producten en met toeristische marketing;
2° [1 interne en externe marketing en management van de natuurbelevingsregio Oost-België]1;
3° het uitwerken en samenstellen van arrangementen;
4° marktobservatie en trendanalyse inzake toerisme;
5° nauwe samenwerking met de buurregio's in binnen- en buitenland;
6° de Regering op eigen initiatief of op verzoek adviseren over alle vragen in verband met toerisme.
----------
(1)<DDG 2025-02-24/04, art. 185, 008; Inwerkingtreding : 24-02-2025>
Art.5. Overkoepelende organisaties
Tot de taken van een overkoepelende organisatie behoren in het bijzonder :
1° de coördinatie van de toeristische activiteiten binnen haar regio;
2° het behartigen van de belangen van de horecasector van haar regio;
3° de interne marketing.
Een overkoepelende organisatie staat open voor elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die actief is in de toeristische sector binnen haar regio.
Art.6. Verenigingen voor vreemdelingenverkeer
Tot de taken van een vereniging voor vreemdelingenverkeer behoren in het bijzonder :
1° de organisatie van lokale toeristische evenementen;
2° het promoten van lokale initiatieven;
3° de interne marketing;
4° het onderhouden en/of exploiteren van lokale toeristische infrastructuur en voorzieningen.
Indien er een overkoepelende organisatie bestaat in de gemeente waar de vereniging voor vreemdelingenverkeer gevestigd is, sluit de vereniging voor vreemdelingenverkeer zich daarbij aan.
Art.7.Toeristische informatiepunten
§ 1. Elk toeristisch informatiepunt :
1° biedt gratis actuele basisinformatie over de streek en de gemeente(n) aan;
2° biedt kaartmateriaal en reisgidsen te koop aan;
3° is duidelijk bewegwijzerd en herkenbaar; de link met de natuurbelevingsregio Oost-België is duidelijk;
4° heeft personeel in dienst dat minstens één voortgezette opleiding per jaar voltooit en dat de bezoekers in het Duits, het Frans en het Nederlands kan helpen;
5° is aanwezig op het internet, met minstens de openingstijden, contactgegevens en een link naar het Toeristisch Agentschap Oost-België;
6° maakt bezoekersstatistieken op volgens de aanwijzingen van de Regering;
7° is gevestigd in een gebouw dat voldoet aan de bepalingen van het besluit van de Regering van 12 juli 2007 tot vastlegging van de bepalingen inzake toegankelijkheid van gesubsidieerde infrastructuren voor de gehandicapten;
[1 8° biedt minstens tijdens de openingstijden kosteloze internettoegang voor mobiele toestellen.]1
[1 De Regering kan een eenvormig herkenningsteken voor de toeristische informatiepunten vastleggen.]1
§ 2. De Regering deelt de toeristische informatiepunten in één van de volgende categorieën in :
1° een toeristisch informatiepunt van categorie 1 :
a) beschikt over minstens twee voltijds equivalente betrekkingen voor personeel dat de toeristen ontvangt en hen informatie verstrekt;
b) organiseert zich als [3 Huis voor Toerisme]3 van de natuurbelevingsregio Oost-België [1 ...]1. Het informatie- en adviesaanbod bestrijkt [3 de natuurbelevingsregio Oost-België]3;
c) is ondergebracht in speciaal daarvoor ingerichte ruimten;
d) beschikt over een binnenruimte met zitmogelijkheden die zo ingericht is dat personen met beperkte mobiliteit zich kunnen bewegen;
e) beschikt over sanitaire voorzieningen voor toeristen met minstens één toilet voor gehandicapten;
f) is minstens 265 dagen per jaar open en in elk geval op vrijdag en zaterdag, alsook [3 op 17 zondagen]3 tijdens de [2 in België geldende schoolvakanties]2 [3 of]3 bij belangrijke plaatselijke evenementen. [1 Op drukke dagen is minstens één gekwalificeerd personeelslid aanwezig dat voldoet aan de voorwaarden vermeld in § 1, eerste lid, 4°;]1
[1 g) is bij toeristisch relevante evenementen met een mobiel informatie-aanbod ter plaatse;
h) biedt permanent kosteloze internettoegang aan voor mobiele toestellen.]1
2° een toeristisch informatiepunt van categorie 2 :
a) beschikt over minstens een voltijds equivalente betrekking voor personeel dat de toeristen ontvangt en hen informatie verstrekt;
b) is ondergebracht in speciaal daarvoor ingerichte ruimten;
c) is minstens 265 dagen per jaar open en in elk geval op vrijdag en zaterdag, alsook [3 op 13 zondagen tijdens de in België geldende schoolvakanties of]3 bij belangrijke plaatselijke evenementen. [3 ...]3
3° een toeristisch informatiepunt van categorie 3 :
a) beschikt over minstens een halftijdsequivalente betrekking voor personeel dat de toeristen ontvangt en hen informatie verstrekt;
b) kan aangesloten zijn bij een toeristisch contactpunt;
c) is minstens 110 dagen per jaar open en in elk geval op vrijdag en zaterdag, alsook [3 op 10 zondagen tijdens de in België geldende schoolvakanties of]3 bij belangrijke plaatselijke evenementen.
----------
(1)<DDG 2019-12-12/19, art. 49, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(2)<DDG 2022-12-15/54, art. 61, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(3)<DDG 2025-02-24/04, art. 186, 008; Inwerkingtreding : 24-02-2025>
Art.8. Bemiddelaars
De bemiddelaars vermeld in artikel 3, 4°, delen de federale politie, de Regering of de inspectie op schriftelijk verzoek mee welke gegevens hun bekend zijn over de exploitant van het in het Duitse taalgebied gelegen verblijf dat ze op de markt aanbieden of waarvoor ze reclame maken. Indien er twijfel over bestaat of de toeristische verblijven voldoen aan de voorwaarden van dit decreet of aan de voorwaarden van de uitvoeringsbesluiten ervan, kunnen die gegevens ook aangevraagd worden als steekproeven worden genomen of als klachten zijn ingediend.
HOOFDSTUK 3. - Toeristische verblijven
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.9.Categorieën
Elk toeristisch verblijf behoort tot één van de volgende categorieën :
1° categorie hotel : toeristisch verblijf dat, buiten de woning van de exploitant, geen privéwoning omvat en dat minstens het volgende aanbiedt : ontbijt, dagelijks onderhoud van de kamers en de sanitaire voorzieningen, alsook een ontvangstbalie voor de gasten;
2° categorie vakantiewoning : toeristisch verblijf dat op zichzelf staande, gesloten en uitgeruste wooneenheden zonder dienstverlening aanbiedt;
3° categorie bed & breakfast : toeristisch verblijf dat alleen toegankelijk is voor gasten en dat ontbijtmogelijkheden en onderhoud van de kamers en de sanitaire voorzieningen aanbiedt;
4° categorie groepsverblijf : toeristisch verblijf dat voornamelijk geboekt kan worden door groepen, in het bijzonder in combinatie met een seminarie, congres, animatie- of sportprogramma. Self catering is niet mogelijk; de aangeboden maaltijden en dranken zijn uitsluitend voor gasten die in het verblijf overnachten;
5° categorie kampeerterrein : een terrein waarop regelmatig of bij gelegenheid meer dan tien personen tegelijk kamperen of waarop meer dan vijf mobiele verblijven staan, ook wanneer op het terrein ook vaste verblijven zoals chalets, bungalows of hutten staan die niet voor permanent verblijf bedoeld zijn, met uitzondering van de woonplaats van het gezin van de exploitant, en die eigendom van de exploitant of de eigenaar van het kampeerterrein zijn;
6° [1 seizoensverblijven: toeristische verblijven in de buitenomgeving die alleen tijdens een bepaald seizoen tijdelijk opgezet zijn en die niet overeenstemmen met het gangbare beeld van een toeristisch verblijf.]1
Voor de kampeerterreinen vermeld in het eerste lid, 5°, kan de Regering een quotum voor doorgangscampings vastleggen.
----------
(1)<DDG 2022-12-15/54, art. 62, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art.10. Kampeerverbod
§ 1. Kamperen op openbare wegen is hoogstens acht uur na elkaar toegestaan.
§ 2. Kamperen buiten de kampeerterreinen is in het kader van sportieve, culturele of sociale evenementen uitsluitend in specifieke gevallen tijdelijk toegestaan op voorwaarde dat de burgemeester daartoe schriftelijk en voorafgaand zijn toestemming heeft gegeven.
De gemeenten zorgen ervoor dat alle voorwaarden voor de naleving van de voorschriften inzake hygiëne, veiligheid, openbare rust en behoorlijke plaatselijke aanleg vervuld zijn.
§ 3. Kamperen is verboden binnen een straal van honderd meter van plaatsen waar drinkwater gewonnen wordt. Dat verbod wordt ter kennis gebracht van het publiek door middel van waarschuwingsborden die door de gemeenten worden aangebracht.
Art.11. Algemene exploitatievoorwaarden
§ 1. Een toeristisch verblijf in het Duitse taalgebied mag alleen geëxploiteerd worden als, naast de voorwaarden die de Regering eventueel per categorie heeft vastgelegd, de volgende voorwaarden worden vervuld :
1° het toeristische verblijf is geregistreerd via het daartoe bestemde formulier;
2° het toeristische verblijf voldoet aan de specifieke veiligheidsnormen die de Regering per categorie heeft vastgelegd;
3° de ruimten van het toeristische verblijf die toegankelijk zijn voor toeristen zijn proper en goed onderhouden;
4° de exploitant heeft een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid voor alle schade die door hem zelf of door zijn personeel veroorzaakt wordt;
5° de exploitant of de persoon belast met het dagelijks beheer van de exploitatie is in België of in het buitenland niet veroordeeld door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak wegens één of meer overtredingen omschreven in Boek II, titel VII, hoofdstukken V, VI en VII, titel VIII, hoofdstukken I, IV en VI en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk was en de betrokkene het voordeel van het uitstel niet verloren heeft;
6° indien de exploitant niet de eigenaar van de infrastructuur is, heeft de eigenaar zijn toestemming gegeven om die infrastructuur als toeristisch verblijf te gebruiken.
De Regering kan de desbetreffende stukken te allen tijde opvragen.
§ 2. Een overname van de exploitatie of van het eigendom van het onroerend goed moet binnen drie maanden aan de Regering worden meegedeeld.
Afdeling 2. - Classificatie
Art.12.Aanvraag
§ 1. De exploitant van een toeristisch verblijf kan bij de Regering een classificatie van zijn exploitatie aanvragen overeenkomstig de bepalingen van dit decreet. [1 In dat geval moet hij de categorie en het comfortniveau in alle reclame voor het geclassificeerde toeristisch verblijf vermelden.]1
De Regering bepaalt de categorieën aan de hand van de definities vervat in artikel 9. Na classificatie ontvangt de exploitant een herkenningsteken dat overeenstemt met zijn categorie en zijn comfortniveau.
§ 2. De toegekende classificatie geldt [1 voor een duur van zes jaar en kan worden verlengd]1.
----------
(1)<DDG 2022-12-15/54, art. 63, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art.13. Procedure
§ 1. De aanvraag om classificatie van een toeristisch verblijf wordt bij de Regering ingediend via het daartoe bestemde formulier en bevat minstens :
1° gegevens over de identiteit van de aanvrager;
2° gegevens over de ligging, grootte en uitrusting van de zaak;
3° voor zover van toepassing : het ondernemingsnummer.
De Regering bezorgt de aanvrager binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag een ontvangstbewijs of deelt hem mee welke stukken hij nog moet indienen. Zo niet wordt de ingediende aanvraag als volledig beschouwd.
§ 2. Na ontvangst van de volledige aanvraag wordt op afspraak een inspectiebezoek ter plaatse uitgevoerd.
Uiterlijk 60 dagen na dat inspectiebezoek beslist de Regering over de classificatie van het toeristische verblijf en bezorgt de exploitant het desbetreffende herkenningsteken.
De beslissing van de Regering wordt ter kennis gebracht van de aanvrager per aangetekende brief.
Art.14. Wijziging van de classificatie
§ 1. Als de exploitatie niet meer aan de betrokken voorwaarden voldoet, kan de classificatie van een toeristisch verblijf na overlegging van een inspectieverslag gewijzigd worden.
De aanvraag van een nieuwe classificatie moet samen met een motivering aan de Regering worden gericht die binnen tien dagen een ontvangstbewijs afgeeft of aanvullende informatie vraagt. Zo niet wordt de ingediende aanvraag als volledig beschouwd.
Wanneer de Regering een indeling in een lagere categorie overweegt, wordt dat voornemen per aangetekende brief meegedeeld aan de exploitant die een redelijke termijn van hoogstens twaalf maanden krijgt om de vastgestelde gebreken te verhelpen.
§ 2. Na ontvangst van de volledige aanvraag of, naargelang van het geval, na het verstrijken van de termijn bepaald in paragraaf 1, derde lid, wordt een inspectiebezoek ter plaatse gebracht. De inspectie legt de exploitant een voorstel voor de classificatie voor. De exploitant kan zijn bezwaren binnen 30 dagen doen gelden en vragen dat hij door de Regering wordt gehoord.
De Regering beslist over de classificatie binnen 30 dagen na de termijn om bezwaar te maken vermeld in het eerste lid of, naargelang van het geval, binnen 30 dagen na het verhoor. Is er geen beslissing binnen deze termijn, dan wordt de aanvraag geacht goedgekeurd te zijn.
De beslissing van de Regering wordt ter kennis gebracht van de aanvrager per aangetekende brief.
§ 3. De exploitant van een geclassificeerd toeristisch verblijf kan de Regering te allen tijde meedelen dat hij afstand doet van de classificatie.
Art.15.Herkenningsteken
Bij afstand van de classificatie, wijziging van de classificatie of sluiting van het toeristische verblijf moet het herkenningsteken met de afstandsverklaring of binnen tien dagen na ontvangst van de beslissing teruggezonden worden aan de Regering. [1 Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de classificatie moet het herkenningsteken binnen tien dagen na ontvangst van de betreffende kennisgeving teruggezonden worden aan de Regering.]1
----------
(1)<DDG 2022-12-15/54, art. 64, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Afdeling 3. - Veiligheidsattest
Art.16. Principe
De burgemeester van de gemeente waar het toeristische verblijf gelegen is, geeft een veiligheidsattest af dat bevestigt dat het verblijf voldoet aan de specifieke veiligheidsnormen die gelden voor de betrokken categorie.
Art.17. Geldigheidsduur
Het veiligheidsattest is voor alle categorieën minstens vijf jaar geldig en kan verlengd worden. Voor bepaalde categorieën kan de Regering een langere geldigheidsduur voor het veiligheidsattest bepalen.
In afwijking van het eerste lid moet telkens een nieuw attest worden aangevraagd :
1° bij verbouwingen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning noodzakelijk is;
2° wanneer aan het gebouw, de uitrusting of de voorzieningen wijzigingen zijn aangebracht die invloed kunnen hebben op de veiligheid, in het bijzonder in geval van :
a) het creëren van nieuwe ruimten;
b) wijzigingen van de vluchtwegen en/of van het traject van die vluchtwegen;
c) grote werkzaamheden voor de installatie van personen- en/of goederenliften;
d) de installatie of wijziging van een gas- en/of elektriciteitsnet.
Art.18. Aanvraag
De aanvraag om het veiligheidsattest te ontvangen, wordt via het daartoe bestemde formulier per aangetekende brief aan de bevoegde burgemeester verzonden of tegen ontvangstbewijs afgegeven.
De burgemeester bezorgt de aanvrager binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag een ontvangstbewijs of deelt hem mee welke stukken hij nog moet indienen. Zo niet wordt de ingediende aanvraag als volledig beschouwd.
De burgemeester beslist binnen 75 dagen na ontvangst van de volledige aanvraag waarbij in voorkomend geval een brandveiligheidsattest is gevoegd dat door de bevoegde instanties of diensten is afgegeven. Indien binnen die termijn geen beslissing is genomen, wordt het attest geacht te zijn toegekend.
De beslissing van de burgemeester wordt samen met een kopie van het brandveiligheidsattest per aangetekende brief ter kennis gebracht van de aanvrager.
Art.19. Voorwaardelijk attest
In met redenen omklede gevallen kan de burgemeester een voorwaardelijk veiligheidsattest afgeven. Daarop wordt uitdrukkelijk vermeld van welke specifieke voorschriften mag worden afgeweken en in voorkomend geval voor welke termijn de afwijking wordt toegestaan.
De burgemeester trekt het attest in wanneer hij vaststelt dat de verplichtingen na het verstrijken van de toegekende termijn niet zijn nagekomen.
De beslissing van de burgemeester om het voorwaardelijke attest in te trekken, wordt per aangetekende brief meegedeeld aan de aanvrager en aan de Regering.
HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring
Art.20. Subsidie van het Toeristisch Agentschap
Voor de uitoefening van zijn taken ontvangt het Toeristisch Agentschap vermeld in artikel 4 een jaarlijkse subsidie die wordt bepaald in het kader van een beheerscontract in de zin van artikel 105 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap.
Art.21.Initiatieven om het toerisme te promoten
§ 1. Koepelorganisaties en verenigingen voor vreemdelingenverkeer kunnen, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, subsidie krijgen voor bijzondere en innovatieve initiatieven met een uitgesproken toeristisch en regionaal karakter.
Daartoe behoren in het bijzonder initiatieven die helpen om :
1° het toeristische profiel van de natuurbelevingsregio Oost-België [1 ...]1 te ondersteunen;
2° het toeristische profiel van een gemeente of een plaats te ondersteunen;
3° de commercialisering van de fiets- en wandelroutes te ondersteunen;
4° de volgende onderwerpen onder de aandacht te brengen : taal, natuur, gastronomie of het bewaren van gebruiken en gewoonten en het verbreiden van kennis over gebruiken en gewoonten.
[2 ...]2
[2 § 1.1. Koepelorganisaties en verenigingen voor vreemdelingenverkeer kunnen, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, een subsidie van hoogstens 500 euro per evenement krijgen, als toeristen de rechtstreekse doelgroep van dat evenement zijn.]2
§ 2. De subsidie dekt hoogstens 50 % van de aanneembare uitgaven. De Regering kan een jaarlijks plafond voor de initiatieven vermeld in paragraaf 1 bepalen.
[2 De subsidie wordt hoogstens drie keer voor hetzelfde initiatief of evenement toegekend, ongeacht onder welke benaming het werd uitgevoerd.]2
----------
(1)<DDG 2019-12-12/19, art. 49, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(2)<DDG 2020-12-10/38, art. 82, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art.22.Toeristische informatiepunten
§ 1. De toeristische informatiepunten ontvangen jaarlijks een vast subsidiebedrag voor werkings- en personeelskosten dat wordt bepaald naargelang van de categorie en dat begrensd is tot :
- categorie 1 : [1 45.000 euro]1;
- categorie 2 : [1 24.000 euro]1;
- categorie 3 : [1 7.000 euro]1.
De Regering kan die bedragen met een coëfficiënt vermenigvuldigen om ze aan de beschikbare begrotingsmiddelen aan te passen.
[2 ...]2.
Aanvullend kan de Regering beroepsrelevante voortgezette opleidingen van het contractueel personeel subsidiëren.
§ 2. Subsidies worden slechts ten belope van de bewezen aanneembare uitgaven betaald.
De Regering bepaalt de aard van de documenten die moeten worden ingediend voor de toekenning en de controle van de aanwending van de subsidies, alsook de termijnen waarbinnen die documenten moeten worden ingediend.
Wanneer de aanvraag om subsidiëring uiterlijk op 31 maart werd ingediend, heeft het informatiepunt recht op een subsidie voor het jaar waarin de aanvraag werd gedaan. In de andere gevallen wordt het recht op subsidiëring een jaar later geopend.
----------
(1)<DDG 2021-12-15/17, art. 87, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
(2)<DDG 2025-02-24/04, art. 187, 008; Inwerkingtreding : 24-02-2025>
Art.23. Uitrustingsvoorwerpen
§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering aan overkoepelende organisaties, verenigingen voor vreemdelingenverkeer en aanbieders van toeristische informatiepunten subsidie toekennen voor de aankoop van uitrustingsvoorwerpen die niet tot de infrastructuur behoren. Die subsidie is bedoeld om een deel van de kosten voor de vernieuwing of uitbreiding van de basisuitrusting te dekken.
Subsidies voor uitrustingsvoorwerpen worden alleen toegekend indien :
1° vóór elke bestelling of vóór elke aankoop de schriftelijke toestemming van de Regering werd gevraagd;
2° wanneer de aanvrager zich schriftelijk ertoe verplicht :
a) geen afstand te doen van de gesubsidieerde voorwerpen gedurende een periode van vijf jaar die ingaat op de dag van de uitbetaling van de subsidies en dit noch gratis, noch tegen betaling;
b) de Regering te allen tijde toe te staan de gegevens te controleren en alle daarop betrekking hebbende documenten in te zien;
c) zijn ontbinding onmiddellijk mee te delen aan de Regering.
§ 2. De subsidie voor uitrustingsvoorwerpen bedraagt hoogstens 50 % van de kosten, met een jaarlijks plafond van 2.500 euro.
Bij de aanvraag wordt een motivering gevoegd; zo mogelijk worden ook drie kostenramingen bij de aanvraag gevoegd.
HOOFDSTUK 5. - Controle- en strafbepalingen
Art.24. Klachten
Indien een klacht over een toeristisch verblijf wordt ingediend bij de Regering, bevestigt de Regering de ontvangst ervan en belast ze de inspectie met het onderzoek van de feiten. Na afsluiting van de inspectie licht de Regering de indiener van de klacht in over het resultaat van de inspectie.
Klachten zijn slechts ontvankelijk indien ze ingediend worden door personen die een rechtmatig belang kunnen aantonen.
Art.25.Inspectie
§ 1. De toeristische verblijven vermeld in dit decreet vallen onder het toezicht van de inspecteurs die door de Regering worden aangewezen. De inspecteurs zijn belast met het vaststellen van overtredingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan en met het opstellen van proces-verbaal over die overtredingen.
De met het toezicht belaste inspecteurs mogen alle onderzoeken, controles en opsporingen uitvoeren en alle inlichtingen verzamelen die zij noodzakelijk achten om zich te vergewissen dat de bepalingen van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten ervan nageleefd worden. Ze kunnen :
1° iedere persoon ondervragen over feiten waarvan de bekendheid nuttig is voor de uitoefening van het toezicht;
2° zich ter plaatse alle boeken en bescheiden voorgeschreven bij dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan laten overleggen en afschriften of uittreksels daarvan maken;
3° alle boeken en bescheiden inzien die noodzakelijk zijn om hun opdracht te vervullen;
4° alle ruimten van het toeristische verblijf die niet als woongelegenheid dienen of aan gasten verhuurd zijn, tussen 5 uur en 21 uur inspecteren;
5° met toestemming van alle meerderjarige bewoners of, naargelang van het geval, van alle meerderjarige gasten de woongelegenheden of kamers vermeld in 4° inspecteren;
6° voor de uitoefening van hun ambt de hulp van de lokale of federale politie vragen;
7° met inachtneming van de voorwaarden vermeld in 4° en 5° de onderzoeken en controles uitvoeren zonder voorafgaande aanmelding en zonder door de exploitant van het toeristische verblijf of diens vertegenwoordiger begeleid te worden. In dat geval ontvangt de exploitant daarna zo spoedig mogelijk een kennisgeving.
[1 Onverminderd het eerste lid zijn de personeelsleden van de politiediensten bedoeld in artikel 2 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt ook bevoegd om overtredingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan vast te stellen en proces-verbaal daarover op te maken.]1
Het proces-verbaal geldt tot het tegendeel is bewezen.
§ 2. De Regering kan externe deskundigen, onder toezicht van de inspecteurs, belasten met het onderzoek en de beoordeling van toeristische verblijven. In dat geval ondersteunen de met die taken belaste deskundigen de inspecteurs bij de uitoefening van hun bevoegdheden vermeld in paragraaf 1.
§ 3. De aanwending van de toegekende subsidies wordt gecontroleerd overeenkomstig de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
§ 4. De inspectie waarborgt de vertrouwelijkheid van feiten, gegevens en bedrijfsgeheimen waarvan ze in de uitoefening van haar toezichts- en controleopdracht kennis heeft gekregen.
----------
(1)<DDG 2019-12-12/19, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.26.[1 Opleggen van administratieve geldboetes
§ 1. Er wordt een administratieve geldboete van minstens 250 euro en hoogstens 25.000 euro opgelegd aan wie :
1° een toeristisch verblijf exploiteert en daarbij de artikelen 10 en 11 overtreedt;
2° een van de in artikel 12 vermelde herkenningstekens gebruikt dat niet overeenstemt met de classificatie van het toeristische verblijf;
3° reclame maakt voor een toeristisch verblijf met een valse classificatie;
4° de inspectie vermeld in artikel 25 weigert of belemmert.
Indien binnen vijf jaar na opmaak van het proces-verbaal vermeld in [2 artikel 25, § 1, eerste lid of derde lid,]2 een nieuwe overtreding wordt vastgesteld, wordt de geldboete vermeld in het eerste lid verdubbeld.
§ 2. Vanaf de ontvangst van het proces-verbaal vermeld in [2 artikel 25, § 1, eerste lid of derde lid,]2 heeft de Regering zes maanden de tijd om een administratieve geldboete op te leggen.
§ 3. Indien de Regering beslist om een administratieve procedure in te stellen, deelt ze de overtreder per aangetekende brief het volgende mee :
1° de daden en de kwalificatie ervan;
2° dat de overtreder zijn verweermiddelen naar voren kan brengen binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat vanaf de dag van de kennisgeving per aangetekende brief en dat hij daarbij het recht heeft om de Regering om een mondelinge verdediging te verzoeken;
3° dat de overtreder het recht heeft zich door een raadsman te laten bijstaan of te laten vertegenwoordigen;
4° dat de overtreder recht op inzage in het dossier heeft;
5° een afschrift van het proces-verbaal van vaststelling.
De Regering bepaalt de dag waarop de overtreder verzocht wordt zich mondeling te verdedigen.
§ 4. De Regering kan de administratieve geldboete opleggen na het verstrijken van de termijn bepaald in § 3, 2°, of - als de overtreder meedeelt dat hij de daden niet betwist of als de overtreder of diens raadsman de zaak mondeling of schriftelijk heeft verdedigd - vóór het verstrijken van die termijn.
De Regering brengt haar beslissing per aangetekende brief ter kennis van de overtreder.
De kennisgeving bevat ook de inlichtingen vermeld in artikel 9, § 1, artikel 10 en artikel 12 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
§ 5. De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen is uitvoerbaar na het verstrijken van een termijn van dertig kalenderdagen die ingaat vanaf de dag van kennisgeving, tenzij overeenkomstig § 6 beroep wordt ingesteld.
De administratieve geldboete wordt geïnd ten gunste van de Duitstalige Gemeenschap.
De administratieve geldboete wordt vereffend binnen dertig kalenderdagen na de dag waarop de beslissing uitvoerbaar is geworden, door betaling of overschrijving op een rekening van de Regering aan de hand van een betalings- of overschrijvingsformulier.
[3 ...]3
§ 6. Binnen dertig kalenderdagen na kennisgeving van de beslissing kan de overtreder bij verzoekschrift beroep instellen bij de correctionele rechtbank. Het verzoekschrift bevat de identiteit en het adres van de overtreder, de benaming van de aangevochten beslissing en de desbetreffende grieven.
De correctionele rechtbank beslist over de rechtmatigheid en de evenredigheid van de opgelegde geldboete. Ze kan de beslissing van de Regering ofwel bevestigen, ofwel wijzigen.
Tegen de beslissing van de correctionele rechtbank kan geen hoger beroep worden ingesteld.]1
[4 § 7 - De Regering kan nadere regels vastleggen met betrekking tot de beslissing en de procedure voor het opleggen van een administratieve geldboete.]4
----------
(1)<DDG 2018-02-26/08, art. 71, 002; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
(2)<DDG 2019-12-12/19, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(3)<DDG 2022-12-15/54, art. 65, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
(4)<DDG 2023-12-14/58, art. 77, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.27.[1 Invordering van de administratieve geldboetes]1
De Regering wijst de personen aan die belast zijn met de invordering van de onbetwiste en opeisbare administratieve geldboetes en eventuele invorderingskosten.
De personen vermeld in het eerste lid zijn bevoegd om :
1° een betalingsbevel uit te vaardigen;
2° een betalingsbevel te viseren, uitvoerbaar te verklaren en bij exploot van een gerechtsdeurwaarder aan de [1 overtreder]1 te betekenen;
3° de schuldenaars die een bijzondere noodsituatie kunnen aantonen, uitstel van betaling of gespreide betalingen toe te staan.
Indien de situatie van de te goeder trouw zijnde schuldenaar het rechtvaardigt, kan de Regering een schikking met hem treffen.
----------
(1)<DDG 2018-02-26/08, art. 72, 002; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
Art.27.1. [1 Verjaring van de administratieve geldboetes
De administratieve geldboetes verjaren na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop ze betaald moeten worden.
Die termijn kan gestuit worden, ofwel zoals bepaald in de artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, ofwel door afstand van de verkregen verjaring. Indien de verjaring gestuit wordt, gaat - vijf jaar na de laatste handeling met stuiting van de vorige verjaring - een nieuwe verjaring in die op dezelfde wijze kan worden gestuit als er geen geding aanhangig is.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DDG 2018-02-26/08, art. 73, 002; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
Art.28. Strafbepaling
Indien een toeristisch verblijf in strijd met dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan verder geëxploiteerd wordt, ook nadat een administratieve geldboete werd opgelegd, zonder dat een einde wordt gemaakt aan de vastgestelde wantoestanden die aanleiding hebben gegeven tot de administratieve geldboete, stelt de inspectie overeenkomstig artikel 25, § 1, een proces-verbaal op en bezorgt ze het dossier aan de bevoegde rechter die het sluiten van de exploitatie of, naargelang van het geval, het ruimen van het terrein beveelt.
Het eerste lid geldt onverminderd de bevoegdheden van de bevoegde burgemeester om op grond van de artikelen 134 tot 134sexies van de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 een onmiddellijke sluiting van het verblijf of, naargelang van het geval, een onmiddellijke ruiming van het terrein te bevelen.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.29.Aan de Regering toevertrouwde opdracht
De Regering legt de bepalingen vast met betrekking tot :
1° de normen en de procedure voor de subsidiëring van de actoren vermeld in de artikelen 4 tot 7;
2° de minimumnormen voor de exploitatie van toeristische verblijven;
3° de criteria voor de classificatie van toeristische verblijven naargelang van de categorie;
4° het herkenningsteken dat wordt uitgereikt aan de exploitanten van toeristische verblijven;
5° de specifieke veiligheidsnormen voor toeristische verblijven;
6° het model van het veiligheidsattest;
7° de procedure voor de toekenning van een afwijking van de veiligheidsvoorschriften;
8° het legitimatiebewijs van de inspecteurs;
9° [1 ...]1
----------
(1)<DDG 2018-02-26/08, art. 75, 002; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
Art.30. Opheffingsbepaling
Volgende regelingen worden opgeheven :
1° het decreet van 23 november 1992 betreffende de vakantiewoningen, gastenkamers en Bed and Breakfast;
2° het decreet van 9 mei 1994 over de logiesverstrekkende inrichtingen en hotelinrichtingen;
3° het decreet van 9 mei 1994 over het kamperen en de kampeerterreinen;
4° het decreet van 17 februari 2003 betreffende de erkenning en bevordering van de verfraaiingscomités, verenigingen voor het vreemdelingenverkeer en van de koepelverenigingen ervan, alsmede van de informatiebureaus en informatiepunten.
Art.31. Overgangsbepaling
De subsidies die op grond van dit decreet moeten worden betaald, vervangen alle bedragen waarop de subsidieontvangers op grond van vroeger geldende subsidiëringsprocedures recht hebben.
De voorwaarden vermeld in artikel 7, § 1, 7°, moeten uiterlijk op 1 januari 2022 vervuld zijn.
Art.31.1. [1 Overgangsbepaling
Voor toeristische verblijven die voorafgaand aan 1 januari 2023 geclassificeerd werden met toepassing van de decreten vermeld in artikel 30, 1° tot 3°, of met toepassing van dit decreet, gaat de duur van de classificatie vermeld in artikel 12, § 2, in op 1 januari 2024.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DDG 2023-12-14/58, art. 78, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art. 32. Inwerkingtreding
Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017.