Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 JULI 2017. - Ordonnantie tot wijziging van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen



Inhoudstafel:


Art. 1-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001B12803 



Uitvoeringsbesluit(en):

2017040457 



Artikels:

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art.2. In artikel 2 van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, 1° ), worden de woorden " de Staat " vervangen door de woorden " het Brussels Hoofdstedelijk Gewest " ;
  2° in paragraaf 1, 2° ), worden de woorden " het na een offerteaanvraag door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening aangewezen " geschrapt ;
  3° in paragraaf 1, wordt punt 4° ) aangevuld met de woorden " die hun hoofdverblijfplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben " ;
  4° in paragraaf 1, wordt punt 7°, opgeheven door de wet van 22 december 2008, als volgt hersteld :
  " 7° ) het bestuur : het door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangewezen bevoegde bestuur. " ;
  5° in paragraaf 2, e, worden de woorden " de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " vervangen door de woorden " het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, om welke reden ook " ;
  6° in paragraaf 2, g, worden de woorden " de RVA " vervangen door de woorden " het bestuur " ;
  7° een paragraaf 3 wordt toegevoegd, luidend :
  " § 3. De onderneming die erkend is, hetzij in het Waals Gewest, hetzij in het Vlaams Gewest, verzoekt om haar erkenning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de vereenvoudigde procedure vastgelegd door een samenwerkingsakkoord of door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. De onderneming moet evenwel voldoen aan de verplichtingen bepaald bij of krachtens artikel 2, § 2.
  De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan, al naargelang de nadere regels die zij bepaalt of via een samenwerkingsakkoord, de onderneming ervan vrijstellen aan te tonen dat ze aan deze verplichtingen voldoet.
  De Regering kan, al naargelang de nadere regels die zij bepaalt, of via een samenwerkingsakkoord, de onderneming volledig of gedeeltelijk vrijstellen van de verplichtingen bepaald bij of krachtens artikel 2bis. ".

Art.3. In artikel 2bis van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 22 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
  " § 1. De onderneming stort een borgsom aan het bestuur.
  De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt het bedrag, de voorwaarden en de nadere regels met betrekking tot de storting en de bestemming van de borgsom, alsook wat er met deze borgsom gebeurt in geval van een faillissement.
  Zij kan deze borgsom ook schrappen of aanpassen al naargelang de onderneming erkend is, of een erkenning heeft aangevraagd, in één Gewest of in meerdere Gewesten die zo'n borgsom eisen in het kader van het verlenen van een erkenning. " ;
  2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) in het eerste, tweede en vierde lid worden de woorden " van de federale Staat " telkens vervangen door de woorden " van het Gewest " ;
  b) in het tweede en derde lid worden de woorden " de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " telkens vervangen door de woorden " het bestuur ".

Art.4. In dezelfde wet wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidend :
  " Artikel 2ter. In het geval van fusie of splitsing van ondernemingen, inbreng van een algemeenheid of bedrijfsafdeling, afstand van algemeenheid of bedrijfsafdeling, bedoeld in boek XI van het Wetboek van vennootschappen, evenals in de gevallen bedoeld in de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, als de bedrijvigheid die bestaat uit het verlenen van buurtwerken of -diensten bedoeld in artikel 2, § 1, 3° ), in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voortgezet wordt door de begunstigde onderneming van de overdracht van het geheel of een deel van het patrimonium van de erkende overdragende onderneming, wordt de erkenning van deze laatste overgedragen aan de begunstigde onderneming.
  Voor het behoud van de erkenning dient de begunstigde onderneming alle erkenningsvoorwaarden bedoeld bij of krachtens deze wet na te leven, met uitzondering, voor de onderneming die vóór 1 januari 2013 al begunstigde was van een erkenning die werd overgedragen vanaf een erkende overdragende onderneming, van de voorwaarden die bedoeld zijn bij of krachtens de artikelen 2, § 2, h), en 2bis.
  De begunstigde onderneming dient het bestuur in te lichten over de besloten operaties als bedoeld in het eerste lid.
  De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan de nadere toepassingsregels bepalen. ".

Art.5. In artikel 3 van dezelfde wet, gewijzigd door de wetten van 22 december 2003 en 9 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het derde lid worden de woorden " uitkeringsgerechtigd volledig werklozen, werklozen met een inschakelingsuitkering " vervangen door de woorden " niet-werkende of deeltijds werkende werkzoekenden " ;
  2° in het vijfde lid worden de woorden " De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " vervangen door de woorden " Het bestuur " ;
  3° in het laatste lid wordt het woord " vierde " vervangen door het woord " vijfde ".

Art.6. In artikel 3bis van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 4 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste en het derde lid worden de woorden " De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " en " de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " respectievelijk vervangen door de woorden " Het bestuur " en " het bestuur " ;
  2° in het derde lid wordt het woord " federale " vervangen door het woord " gewestelijke ", en wordt in de Franse versie het woord " son " ingevoegd tussen het woord " entreprise, " en het woord " préposé ".

Art.7. In artikel 4 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden " De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad : " vervangen door de woorden " De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt : " ;
  2° in het eerste lid, 3° worden de woorden " de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " vervangen door de woorden " het bestuur " ;
  3° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
  " Zij bepaalt ook de nadere regels voor de financiering van de dienstencheques volgens de middelen die jaarlijks beschikbaar zijn op de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met het oog op de financiering van de gewestelijke tegemoetkoming in de kosten van de dienstencheques, wordt een jaarlijkse voorafname toegepast op de beschikbare middelen in de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het bedrag van deze voorafname is ingeschreven op de begroting van het bestuur, dat het uitgiftebedrijf betaalt. ".

Art.8. In artikel 4bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 december 2009, worden de woorden " aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg " vervangen door de woorden " aan het bestuur ".

Art.9. In artikel 7 van dezelfde wet, gewijzigd door de wetten van 17 juni 2009, 4 juli 2011 en 22 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden " De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " vervangen door de woorden " Het bestuur " ;
  2° in het tweede lid worden de woorden " van de federale staat " vervangen door de woorden " van het Gewest ".

Art.10. In artikel 9bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid van paragraaf 1 worden de woorden " in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest " tussen het woord " de " en het woord " erkende " ingevoegd, en worden de woorden " de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg " vervangen door de woorden " het bestuur " ;
  2° in dezelfde paragraaf 1 wordt het tweede lid als volgt vervangen :
  " De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt de criteria, de voorwaarden en de regels betreffende de aanvraag en de toekenning van deze gedeeltelijke terugbetaling. " ;
  3° paragraaf 2 wordt als volgt hersteld :
  " § 2. Met het oog op de financiering van de gedeeltelijke terugbetaling van de opleidingskosten bedoeld in paragraaf 1, wordt een jaarlijkse voorafname toegepast op de beschikbare middelen in de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  Het bedrag bedoeld in het vorig lid is ingeschreven op de begroting van het bestuur dat de erkende onderneming zal terugbetalen. ".

Art.11. n artikel 10 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden " Vanaf het jaar 2005 " vervangen door de woorden " Elk jaar ", het woord " (juni) " wordt vervangen door het woord " oktober " en de woorden " de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan de Ministerraad " worden vervangen door de woorden " het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering " ;
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
  " Dit evaluatieverslag houdt rekening met de bijzonderheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zal inzonderheid betrekking hebben op :
  - het werkgelegenheidseffect van de maatregel ;
  - de globale bruto en netto kostprijs van de maatregel ;
  - de toepasselijke loons- en arbeidsvoorwaarden. ".

Art.12. Het artikel 10ter van dezelfde wet, hersteld door de ordonnantie van 9 juli 2015, wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidend :
  " § 6. De erkende onderneming die onjuiste informatie verstrekt in het kader van de aanvragen om een gedeeltelijke terugbetaling van de opleidingskosten krijgt een administratieve boete van 10 tot 100 euro. Deze geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers. ".

Art.13. In het opschrift van Hoofdstuk IV/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 juli 2011, worden de woorden " tegen de beslissingen van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " opgeheven.

Art.14. In artikel 10octies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden " de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " vervangen door de woorden " het bestuur ", en worden de woorden " voor het rechtsgebied waar de onderneming haar maatschappelijke zetel heeft " vervangen door de woorden " in het gerechtelijke arrondissement Brussel " ;
  2° artikel 10octies wordt aangevuld met een derde, vierde en vijfde lid, luidend :
  " Als de onwillige schuldenaar blijft nalaten de krachtens deze wet en haar uitvoeringsbesluiten bepaalde bedragen binnen de vastgelegde termijn te betalen, bezorgt de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangewezen ambtenaar zijn beslissing of de in kracht van gewijsde getreden gerechtelijke beslissing aan de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangewezen ambtenaar die met de invordering is belast. Die laatste kan een dwangbevel uitvaardigen. Het uitgevaardigde dwangbevel wordt door voornoemde ambtenaar geviseerd en uitvoerbaar verklaard.
  De Regering bepaalt de nadere regels en procedures voor de invordering van de in het voorgaande lid bedoelde bedragen.
  Dit artikel is niet van toepassing op de beslissingen die worden genomen krachtens artikel 9ter. ".

Art. 15. Deze ordonnantie treedt in werking op 1 september 2017.