Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 JULI 2017. - Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, met het oog op het instellen van een wettelijk kader voor het Modular Offshore Grid



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999011160 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art.2. In artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, laatst gewijzigd bij de wet van 21 juli 2016, wordt een 7° ter ingevoegd, luidende:
  "7° ter "Modular Offshore Grid": de kabels en installaties voor de transmissie van elektriciteit in de zeegebieden waarin België zijn rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht, bedoeld in artikel 13/1, die het geheel van de volgende installaties omvatten:
  a) de installaties voor de transmissie van elektriciteit binnen de volgende coördinatenperimeter: WGS84:
  Latitude: 51 ° 35 537042' N; Longitude: 002° 55 131361' E, met uitzondering van de installaties bestemd voor de behoeften van één enkele netgebruiker;
  b) de installatie voor de transmissie van elektriciteit, "offshore switch yard" genoemd, en de uitrustingen ervan;
  c) de kabels die de offshore switch yard verbinden met de installaties bedoeld in a);
  d) de kabels die de installaties bedoeld in a) verbinden met de overeenstemmende kabelaanlanding op het strand van Zeebrugge;
  e) de kabels die de offshore switch yard verbinden met de overeenstemmende kabelaanlandingen op het strand van Zeebrugge".

Art.3. In dezelfde wet wordt een artikel 6/2 ingevoegd, luidende:
  "Art. 6/2. § 1. Bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de commissie, zal de Koning:
  1° na overleg met de netbeheerder en de in artikel 6 bedoelde titularissen van een domeinconcessie, de uiterste datum bepalen waarop elk deel van het Modular Offshore Grid in dienst moet gesteld zijn;
  2° een vergoedingssysteem instellen ten behoeve van de betrokken titularissen van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6, ingeval het Modular Offshore Grid geheel of gedeeltelijk niet in dienst zou gesteld zijn op de datum bepaald krachtens 1°, of ingeval van een volledige of gedeeltelijke onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid na de indienststelling ervan. De toepassing van dit vergoedingssysteem sluit elke andere wetsbepaling uit die het mogelijk maakt de netbeheerder verantwoordelijk te stellen.
  De besluiten bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden geacht nooit uitwerking te hebben gehad, indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen twaalf maanden na de datum van hun inwerkingtreding.
  § 2. De doorrekening in de tarieven van de netbeheerder van de kosten van een uit het eerste lid, 2°, resulterende vergoeding gebeurt met toepassing van de tariefmethodologie bedoeld in artikel 12. Wanneer de onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid echter te wijten is aan een zware of opzettelijke fout van de netbeheerder, wordt de kost van de vergoeding door de commissie te zijnen laste gelegd in evenredig verband met zijn fout zonder dat die, voor het geheel van de gebeurtenissen die gedurende een gegeven jaar plaatsvinden, hoger mag zijn dan de vergoeding, resulterend uit de tariefberekening, die hem tijdens datzelfde jaar wordt toegekend voor de verwezenlijking en het beheer van het Modular Offshore Grid."

Art.4. In artikel 7, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005 en laatst gewijzigd bij de wet van 21 juli 2016 worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten" vervangen door de woorden "de geldende wetgeving inzake overheidsopdrachten";
  2° in het tweede lid worden de woorden "en waarvan de financial close heeft plaatsgegrepen tussen 2 mei 2014 tot en met 31 december 2016" ingevoegd tussen de woorden "verleend na 1 juli 2007" en de woorden "kunnen de minister verzoeken";
  3° het derde lid wordt vervangen door het volgende:
  "Installaties, voor de productie van elektriciteit uit wind in de zeegebieden waarin België zijn rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht, die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 bedoelde domeinconcessie, verleend na 1 juli 2007, en waarvan de financial close heeft plaatsgegrepen na 31 december 2016, worden aangesloten op het Modular Offshore Grid.";
  4° in het vierde lid worden de woorden "de in het tweede lid bedoelde installaties waarvan de financial close plaatsgrijpt na 1 mei 2016 en die aansluiten op een installatie noodzakelijk voor de transmissie van elektriciteit in de zeegebieden waarin België zijn rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht bedoeld in artikel 13/1" vervangen door "de installaties voor de productie van elektriciteit bedoeld in het derde lid";
  5° wordt een lid ingevoegd tussen het vierde en het vijfde lid, luidende :
  "In geval van absolute en aangetoonde onmogelijkheid om de bouw van het Modular Offshore Grid aan te vatten of te beëindigen, vastgesteld door de minister, kunnen de voormelde installaties voor de productie van elektriciteit rechtstreeks aangesloten worden op de bestaande installaties voor het transport van elektriciteit. De netbeheerder financiert voor één derde de kost van de onderzeese kabel, en dit voor een maximum bedrag van 25 miljoen euro volgens de modaliteiten gedefinieerd in het eerste lid en de minimumprijs voor geproduceerde windenergie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, wordt verhoogd met een bedrag dat de totale kosten dekt die in aanmerking komen voor de financiering van de kost van de onderzeese kabel zoals ze voortvloeien uit de offerte of de offertes die de titularis van de domeinconcessie, bedoeld in artikel 6, § 1, in aanmerking neemt in toepassing van de geldende wetgeving inzake overheidsopdrachten. Dit bedrag wordt bepaald door de commissie na verificatie van de offerte of de offertes die in aanmerking genomen werden.".

Art.5. Artikel 7, § 3, van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 21 juli 2016, wordt hersteld in de volgende lezing:
  " § 3. De netbeheerder bouwt en exploiteert het Modular Offshore Grid.
  In afwijking van het eerste lid mag elke persoon die over de nodige administratieve vergunningen beschikt die hij voor de inwerkingtreding van de wet van 13 juli 2017 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, met het oog op het instellen van een wettelijk kader voor het Modular Offshore Grid heeft verkregen, mits voorafgaand akkoord van de netbeheerder en de commissie, een van de installaties bouwen die deel uitmaken van het Modular Offshore Grid op voorwaarde dat deze installatie, zolang ze niet geïntegreerd is in de andere elementen van het Modular Offshore Grid, de kenmerken heeft van een aansluiting op het elektriciteitstransmissienet op het vasteland. Deze vergunning is onderworpen aan de formele verbintenis van de betrokken persoon om de principes toe te passen voor de valorisatie van de installatie die de commissie heeft vastgelegd met het oog op de overdracht ervan naar de netbeheerder volgens de modaliteiten in het derde lid.
  De netbeheerder wordt de eigenaar van een installatie aangelegd met toepassing van het tweede lid vooraleer deze in het Modular Offshore Grid wordt geïntegreerd; deze integratie moet gebeuren ten laatste twaalf maanden na de indienststelling van het betrokken park.
  De eigendomsoverdracht kan pas gebeuren als aan de netbeheerder een domeinconcessie voor deze installatie werd toegekend met toepassing van artikel 13/1.
  De commissie bepaalt de waarde van de installatie en de modaliteiten voor de overdracht aan de netbeheerder op gemeenschappelijk voorstel van zijn eigenaar en de netbeheerder dat aan de commissie werd overgemaakt ten laatste negen maanden na de indienststelling van de installatie. Bij gebrek aan een gemeenschappelijk voorstel legt de commissie de waarde van de installatie op eigen gezag vast na raadpleging van de partijen. De commissie neemt haar beslissing ten laatste op de laatste werkdag van de elfde maand na de indienststelling van het betrokken park,. De effectieve overdracht van de eigendom van de installatie mag niet gebeuren voor de betaling van de door de commissie vastgelegde prijs."

Art.6. Artikel 12, § 5, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 juni 2015, wordt aangevuld als volgt:
  "26° de regels voor de toewijzing van de kosten van het "Modular Offshore Grid" tussen de verschillende categorieën verbruikers van het net worden vastgelegd rekening houdende met de vrijwaring van het concurrentievermogen van de elektro-intensieve eindafnemers.".

Art.7. Artikel 13/1, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014, wordt aangevuld met de bepalingen onder 7° en 8°, luidende:
  "7° de voorwaarden voor de overdracht van administratieve vergunningen die werden toegekend aan de houders van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 betreffende de elementen van het Modular Offshore Grid bedoeld in artikel 7, § 3, tweede lid;
  8° de modaliteiten die kunnen verklaren dat er een openbaar nut bestaat om de installaties te plaatsen, bedoeld in § 1, binnen een domeinconcessie verleend op basis van artikel 6 of het gebruik van goederen of uitrustingen die toebehoren aan de titularis van zo een concessie, evenals de voorwaarden waaronder de netbeheerder het toezicht op de installaties kan verzekeren en over kan gaan tot de onderhouds- en reparatiewerken."

Art. 8. Artikel 29bis, § 1, van dezelfde wet, wordt aangevuld met een bepaling onder 11°, luidende:
  "11° De beslissing genomen met toepassing van artikel 7, § 3, vierde lid.".