25 DECEMBER 2017. - Wet houdende diverse fiscale bepalingen III
TITEL 1. - Algemene bepaling
Art. 1
TITEL 2. - Fiscale bepalingen
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen inzake inkomstenbelastingen
Afdeling 1. - Vrijstelling van bepaalde steun om de melkproductie te reduceren
Art. 2-5
Afdeling 2. - Toeslagen op de belastingvrije som - gemeenschappelijke aanslag - Imfeld-Garcet
Art. 6-7
Afdeling 3. - Pensioenen
Art. 8-11
Afdeling 4. - Wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën
Art. 12
Afdeling 5. - Administratieve boete
Art. 13
HOOFDSTUK 2. - Wijziging inzake belasting over de toegevoegde waarde
Art. 14
TITEL 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
TITEL 2. - Fiscale bepalingen
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen inzake inkomstenbelastingen
Afdeling 1. - Vrijstelling van bepaalde steun om de melkproductie te reduceren
Art.2. De vergoedingen ontvangen tot uitvoering van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2016/1612 van de Commissie van 8 september 2016 tot vaststelling van steun om de melkproductie te reduceren en de bijkomende vergoedingen toegekend bij toepassing van de artikelen 1, § 1, derde lid, a), en 2 van de gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2016/1613 van 8 september 2016 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren worden van inkomstenbelastingen vrijgesteld.
De in het vorige lid bedoelde vrijstelling is slechts van toepassing op de vergoedingen betaald voor één of meerdere van de vier perioden van productievermindering gedurende de maanden oktober 2016 tot maart 2017.
Art.3. In artikel 25, 6°, a, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd bij de wetten van 19 mei 1998, 27 december 2004 en 14 april 2011, worden de woorden ", met uitzondering van de vergoedingen ontvangen naar aanleiding van het vrijmaken van referentiehoeveelheden overeenkomstig de federale en gewestelijke reglementeringen betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten" opgeheven.
Art.4. In artikel 28, eerste lid, 3°, a, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 19 mei 1998, 27 december 2004 en 14 april 2011, worden de woorden ", met uitzondering van de vergoedingen ontvangen naar aanleiding van het vrijmaken van referentiehoeveelheden overeenkomstig de federale en gewestelijke reglementeringen betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten" opgeheven.
Art.5. De Koning bepaalt de maatregelen noodzakelijk voor de naleving van de Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, in voorkomend geval in overleg met de Gewesten.
Afdeling 2. - Toeslagen op de belastingvrije som - gemeenschappelijke aanslag - Imfeld-Garcet
Art.6. In artikel 134, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen bij de wet van 13 december 2012 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2012, 26 december 2015 en 30 juni 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden in de bepaling onder 3°, de woorden "met het hoogste belastbare inkomen" vervangen door de woorden "bij wie de in artikel 132 bedoelde toeslagen worden toegevoegd aan het basisbedrag van de belastingvrije som bij toepassing van het 2° van dit lid of het derde lid,";
2° in het eerste lid worden in de bepaling onder 4°, de woorden "met het laagste belastbare inkomen" vervangen door de woorden "bij wie de in artikel 132 bedoelde toeslagen niet worden toegevoegd aan het basisbedrag van de belastingvrije som bij toepassing van het 2° van dit lid of het derde lid,";
3° de paragraaf wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
"In afwijking van het eerste lid, 2°, worden de in artikel 132 bedoelde toeslagen toegevoegd aan het basisbedrag van de belastingvrije som van de echtgenoot met het laagste belastbare inkomen wanneer daardoor de belasting Staat verhoogd met de belasting op de in de artikelen 17, § 1, 1° tot 3°, en 90, eerste lid, 6° en 9°, bedoelde inkomsten en op de meerwaarden op roerende waarden en titels die op grond van artikel 90, eerste lid, 1°, belastbaar zijn, voor beide echtgenoten samen genomen, wordt verlaagd.".
Art.7. Artikel 6 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2018.
Afdeling 3. - Pensioenen
Art.8. In artikel 23, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, worden in de inleidende zin de woorden "en de daarmee gelijkgestelde inkomsten" ingevoegd tussen de woorden "van alle aard" en de woorden ", met name".
Art.9. In artikel 34, § 1, 1°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 19 juli 2000, worden de woorden "worden toegekend in het kader van een wettelijke sociale beschermingsregeling of "ingevoegd tussen het woord "die" en het woord "rechtstreeks".
Art.10. In artikel 38, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij wet van 22 oktober 2017, wordt een bepaling onder 2° /1 ingevoegd, luidende :
"2° /1 pensioenen, renten en alle andere al dan niet periodieke uitkeringen toegekend door buitenlandse autoriteiten of krachtens een buitenlands stelsel van sociale zekerheid aan slachtoffers van de oorlog van 1940-1945 of aan hun rechtverkrijgenden;".
Art.11. De artikelen 8 en 9 zijn van toepassing op de inkomsten die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2017.
Artikel 10 is van toepassing op de inkomsten die vanaf 1 januari 2016 worden betaald of toegekend.
Afdeling 4. - Wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën
Art.12. Artikel 83 van de wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën wordt ingetrokken.
Afdeling 5. - Administratieve boete
Art.13. Artikel 445, § 3, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de programmawet van 1 juli 2016, wordt aangevuld met de volgende zinnen :
"Voor de overtredingen toe te schrijven aan kwade trouw of aan het opzet de belasting te ontduiken kan voor de eerste overtreding een boete van 12 500 EUR worden opgelegd. Vanaf de tweede overtreding kan een boete van 25 000 EUR worden opgelegd.".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging inzake belasting over de toegevoegde waarde
Art. 14. Artikel 105 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 15 oktober 1998, wordt opgeheven.