18 OKTOBER 2017. - Wet houdende de omzetting van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Omzetting van de Richtlijn
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art. 3-7
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Omzetting van de Richtlijn
Art.2. Deze wet voorziet in de omzetting van de Richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art.3. In artikel 169 van het Strafwetboek, gewijzigd bij de wet van 12 juli 1932, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "tot drie jaar." vervangen door de woorden "tot vijf jaar.";
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
"Hij die nagemaakte of geschonden muntstukken invoert, uitvoert, vervoert, ontvangt of zich aanschaft met het oogmerk om deze in omloop te brengen, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot vijf jaar.".
Art.4. In boek II, titel III, hoofdstuk I, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 170bis ingevoegd, luidende :
"Art. 170bis. De artikelen 160, 161, 162, 163, 168 en 169 zijn zonder onderscheid van toepassing op de munten die reeds zijn uitgegeven en in omloop zijn gebracht als wettig betaalmiddel en op de munten die, hoewel zij bestemd zijn om in omloop te worden gebracht als wettig betaalmiddel, nog niet zijn uitgegeven.".
Art.5. In artikel 177 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 12 juli 1932, wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"Hij die nagemaakte of vervalste biljetten invoert, uitvoert, vervoert, ontvangt of zich aanschaft met het oogmerk om ze in omloop te brengen, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar.".
Art.6. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 177bis ingevoegd, luidende :
"Art. 177bis. De artikelen 173, 176 en 177 zijn zonder onderscheid van toepassing op de biljetten die reeds zijn uitgegeven en in omloop zijn gebracht als wettig betaalmiddel en op de biljetten die, hoewel zij bestemd zijn om in omloop te worden gebracht als wettig betaalmiddel, nog niet zijn uitgegeven.".
Art. 7. In artikel 185bis van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 4 april 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede en het derde lid worden de woorden "ontvangen of zich aanschaffen" telkens vervangen door de woorden "ontvangen, zich aanschaffen of bezitten";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Zij die met bedrieglijk opzet veiligheidskenmerken die worden gebruikt om munten of biljetten tegen vervalsing te beveiligen, vervaardigen, ontvangen of in bezit hebben of zich dergelijke veiligheidskenmerken aanschaffen.".