Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 OKTOBER 2017. - Wet houdende diverse fiscale bepalingen I



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen inzake inkomstenbelastingen
Afdeling 1. - Elektrische fietsen
Art. 2-5
Afdeling 2. - Vrijstelling van compensatievergoedingen toegekend door de gewesten
Art. 6-9
Afdeling 3. - Bijkomende belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten
Art. 10-11
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van artikel 150 van het Wetboek der successierechten en van de artikelen 20bis en 513 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 12-14
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van artikel 1261 van het Wetboek diverse rechten en taksen
Art. 15
HOOFDSTUK 5. - Bekrachtiging van koninklijk besluiten genomen ter uitvoering van artikel 37, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 16



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1927030201  1936033102  2016003034  2016003297 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen inzake inkomstenbelastingen
Afdeling 1. - Elektrische fietsen
Art.2. In artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen bij de wet van 27 maart 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder a) wordt vervangen als volgt :
  "a) de kilometervergoeding voor een bedrag van maximum 0,145 euro per kilometer toegekend voor de werkelijk gedane verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling met een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel of een speed pedelec, zoals gedefinieerd in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met dien verstande dat de gemotoriseerde rijwielen en de speed pedelecs enkel in aanmerking komen wanneer ze elektrisch worden aangedreven;";
  2° in de bepaling onder b) worden de woorden "een fiets" vervangen door de woorden "een rijwiel of een speed pedelec, zoals bedoeld in a),".

Art.3. In artikel 64ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 juni 2008 en gewijzigd bij de wet van 27 maart 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) in het eerste lid, 3°, worden de woorden "de fiets" vervangen door de woorden "het rijwiel of de speed pedelec als bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, a,";
  b) in het eerste lid, 3°, a) en b) wordt het woord "fietsen" telkens vervangen door de woorden "rijwielen of speed pedelecs als bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, a,";
  c) in het derde lid, wordt het woord "fietsen" vervangen door de woorden "rijwielen of speed pedelecs als bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, a,".

Art.4. In artikel 66bis, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2009, worden de woorden "per fiets" vervangen door de woorden "per rijwiel of per speed pedelec als bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, a,".

Art.5. De artikelen 2 tot 4 zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2018.

Afdeling 2. - Vrijstelling van compensatievergoedingen toegekend door de gewesten
Art.6. Artikel 53 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 december 2015, wordt aangevuld met een bepaling onder 25°, luidende :
  "25° het deel van de in artikel 67quinquies bedoelde compensatievergoedingen dat voorheen definitief werd vrijgesteld en dat wordt terugbetaald ten gunste van het betrokken gewest.".

Art.7. In titel II, hoofdstuk II, afdeling IV, onderafdeling III, onderdeel B, van hetzelfde Wetboek, wordt een 1° quinquies ingevoegd, luidende :
  "1° quinquies. - Compensatievergoedingen".

Art.8. In het 1° quinquies, ingevoegd bij artikel 7, wordt een artikel 67quinquies ingevoegd, luidende :
  "Art. 67quinquies. De inkomenscompensatievergoedingen die door de gewesten overeenkomstig de wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein, of overeenkomstig andere gewestelijke regelgeving, worden toegekend aan ondernemingen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein, worden vrijgesteld.".

Art.9. De artikelen 7 en 8 zijn van toepassing op de vergoedingen verkregen vanaf 1 januari 2018 en artikel 6 is van toepassing op de terugbetalingen van die vergoedingen.

Afdeling 3. - Bijkomende belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten
Art.10. In artikel 154, § 3/1, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 18 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de inleidende zin worden de woorden "gelijk aan 109 pct. van het positieve verschil" vervangen door de woorden "gelijk aan het positieve verschil";
  2° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
  "2° 90 pct. van het hierna vermelde verschil :
  - wanneer het totale netto-inkomen uitsluitend bestaat uit pensioenen of vervangingsinkomsten : het verschil tussen die pensioenen of vervangingsinkomsten en het maximumbedrag dat overeenkomstig § 2, eerste lid, 1°, van toepassing is;
  - wanneer het totale netto-inkomen uitsluitend bestaat uit wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen : het verschil tussen die wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en het maximumbedrag dat overeenkomstig § 2, eerste lid, 3°, van toepassing is.".

Art.11. Artikel 10 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2018.

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van artikel 150 van het Wetboek der successierechten en van de artikelen 20bis en 513 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art.12. In artikel 150 van het Wetboek der successierechten, vervangen bij de wet van 2 mei 2002 en gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, wordt het vierde lid vervangen als volgt :
  "Op de belasting ingesteld bij artikel 147 zijn de bepalingen van boek I betreffende de belastinggrondslag en betreffende de rechtsregeling van de voorwaardelijke en betwiste bezittingen van overeenkomstige toepassing, met uitzondering evenwel van artikel 21, III. Voor financiële instrumenten die toegelaten zijn tot verhandeling op Belgische of buitenlandse gereglementeerde markten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 5° en 6°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en voor Belgische of buitenlandse multilaterale handelsfaciliteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van de voormelde wet, bestaat de belastinggrondslag in de beurswaarde ervan. Onder beurswaarde wordt verstaan de slotkoers van een financieel instrument, zoals die als koersinformatie beschikbaar is in de gespecialiseerde pers of in gespecialiseerde elektronisch raadpleegbare bronnen. De waarden moeten worden aangegeven overeenkomstig de beurswaarde ervan op de eerste openingsdag van de beurs in de maanden januari, februari of maart. Wanneer er op een van die data geen notering is, kunnen de waarden ook worden aangegeven volgens de beurswaarde ervan op de eerstvolgende dag waarop er opnieuw een notering wordt vastgesteld. Indien er op de gekozen datum voor bepaalde van de aan te geven waarden wel en voor andere geen notering is, moeten laatstbedoelde waarden worden aangegeven volgens de beurswaarden op de eerstvolgende dag waarop er wel een notering is. De aangever mag slechts een van de voormelde data kiezen, die zal gelden voor al de aan te geven waarden. De aangever geeft zijn keuze op in de aangifte, waarin hij tevens de door hen geraadpleegde bron voor de opgegeven beurswaarden vermeldt.".

Art.13. In artikel 20bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 25 april 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid worden de woorden "die welke zou bepaald zijn bij de laatste prijscourant gepubliceerd door de Belgische regering of op een gelijkaardige buitenlandse markt vóór de datum" vervangen door de woorden "de beurswaarde op de Belgische of buitenlandse gereglementeerde markten op de dag vóór de datum" en worden de woorden "niet in de prijscourant opgenomen of op een gelijkaardige buitenlandse markt genoteerd" vervangen door de woorden "niet op een Belgische of op een gelijkaardige buitenlandse markt genoteerd";
  2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Onder beurswaarde wordt de slotkoers verstaan zoals bepaald op basis van de koersinformatie beschikbaar in de gespecialiseerde pers en/of middels gespecialiseerde elektronisch raadpleegbare bronnen.".

Art.14. In artikel 513, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "die genoteerd zijn op de beurs van Brussel en" worden ingevoegd tussen de woorden "in nieuwe effecten" en de woorden "waarvan de duur";
  2° de woorden "opgenomen onder nr. 1 van de Prijscourant opgemaakt door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, overeenkomstig de koninklijke besluiten van 16 december 1926 en 31 maart 1936, voor het vaststellen van de waarde der openbare effecten, aandelen en schuldbrieven" worden opgeheven.

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van artikel 1261 van het Wetboek diverse rechten en taksen
Art.15. In artikel 1261 van het Wetboek diverse rechten en taksen, wordt de bepaling onder 8°, opgeheven bij de wet van 22 juli 1993, hersteld als volgt :
  "8° de verrichtingen die, met het oog op het bevorderen van de liquiditeit van zijn aandelen, voortvloeien uit een door de algemene vergadering van een emittent genomen voorafgaand besluit zoals voorzien in artikel 620, § 1, 1°, van het Wetboek van de vennootschappen, en die voor rekening van de emittent die beursgenoteerd is op een gereglementeerde markt zoals bedoeld in artikel 2, 5° van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, worden uitgevoerd door een tussenpersoon als bedoeld in artikel 2, 9° en 10°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, waarmee de emittent een overeenkomst tot het verschaffen van liquiditeit heeft afgesloten;".

HOOFDSTUK 5. - Bekrachtiging van koninklijk besluiten genomen ter uitvoering van artikel 37, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 16. Bekrachtigd worden met ingang van hun respectieve dag van inwerkingtreding :
  1° het koninklijk besluit van 26 januari 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, wat het werk in onroerende staat en de gelijkgestelde handelingen en de assistentiehonden betreft;
  2° het koninklijk besluit van 3 augustus 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat de gebouwen voor leerlingenbegeleiding betreft.