12 JANUARI 2017. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 90, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzake de voorwaarden tot erkenning van elektronische platformen van deeleconomie en tot onderwerping van de in artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde inkomsten aan de bedrijfsvoorheffing
Art. 1-6
Artikel 1. In hoofdstuk I van KB/WIB 92, wordt een afdeling XVIII/1 ingevoegd die de artikelen 53/1 en 53/2 bevat luidende :
"Afdeling XVIII/1 - Voorwaarden tot toekenning en behoud van de erkenning van elektronische platformen van deeleconomie
(Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 90, tweede lid)
Art. 53/1. § 1. Elektronische platformen kunnen worden erkend voor de toepassing van artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, wanneer ze aan alle onderstaande voorwaarden voldoen :
1° het platform is ingericht binnen een vennootschap of een VZW die is opgericht in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of met de wetgeving van een staat waarvan de ondernemingen ingevolge een internationaal akkoord in België op dezelfde manier moeten worden behandeld als Belgische ondernemingen;
2° de maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer van de in 1° bedoelde vennootschap of VZW is gevestigd in de Europese Economische Ruimte of in een staat waarmee België door een in 1° bedoeld internationaal akkoord verbonden is;
3° de vennootschap of de VZW is voor die werkzaamheid, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen in de hoedanigheid van een handels- of ambachtonderneming, of ingeschreven in het handelsregister overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat van de Europese Economische Ruimte of van de staat waarvan de ondernemingen ingevolge een internationaal akkoord in België op dezelfde manier moeten worden behandeld als Belgische ondernemingen, waar de vennootschap of de VZW is gevestigd;
4° de vennootschap of de VZW beschikt over een door de Kruispuntbank van Ondernemingen toegekend ondernemingsnummer dat geldt als btw identificatienummer en de letters BE bevat, of beschikt, bij gebrek aan het voormelde ondernemingsnummer, voor zover het bestaat, over een identificatienummer btw-doeleinden in de lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in de staat waarvan de ondernemingen ingevolge een internationaal akkoord in België op dezelfde manier moeten worden behandeld als Belgische ondernemingen, waar ze is gevestigd.
§ 2. De bestuurders, de zaakvoerders en de personen die bevoegd zijn om de vennootschap of de VZW te verbinden moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° geen personen zijn aan wie het uitoefenen van dergelijke functies verboden is krachtens het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 of gelijkaardige bepalingen van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte;
2° niet in staat van faillissement verkeren, tenzij in geval van verschoonbaarheid of rehabilitatie, noch het voorwerp zijn van een procedure tot faillietverklaring of analoge procedures van buitenlands recht.
Art. 53/2. § 1. De in artikel 53/1, § 1, 1°, bedoelde vennootschap of VZW waarbinnen het elektronisch platform is ingericht, dient de aanvraag tot erkenning van het elektronisch platform in per brief of per e-mail gericht aan de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Financiën, of aan de hand van het elektronische formulier dat op de webstek van de Federale Overheidsdienst Financiën beschikbaar is.
Het model van de aanvraag tot erkenning wordt vastgesteld door de leidinggevende ambtenaar van de administratie bevoegd voor de vestiging van de inkomstenbelastingen.
De aanvraag is enkel ontvankelijk wanneer :
1° de onderstaande documenten zijn toegevoegd :
a) een afschrift van de oprichtingsakte zoals die tot op de datum van de aanvraag is gewijzigd of een afschrift van de gecoördineerde statuten;
b) een document waaruit blijkt dat voldaan is aan de in artikel 53/1, § 1, 2°, bedoelde voorwaarde;
c) een afschrift van de inschrijving in het handelsregister volgens de eisen van de wetgeving van het land waar de vennootschap of de VZW gevestigd is;
d) een lijst met de namen van de bestuurders, de zaakvoerders en de personen die bevoegd zijn om de vennootschap of de VZW te verbinden;
e) een verklaring waarbij de vennootschap of de VZW de verbintenis aangaat om bij het einde van elk jaar voor elke dienstverrichter de in artikel 92/1 bedoelde document op te stellen en te bezorgen aan de betrokken dienstverrichter en aan de bevoegde administratie;
2° ze is ondertekend door een wettelijke of statutaire lasthebber van de vennootschap of de VZW.
§ 2. De erkenning wordt ingetrokken wanneer de begunstigde van de erkenning vrijwillig zijn in artikel 90, § 1, eerste lid, vermelde verplichtingen tweemaal niet nakomt binnen een periode van drie jaar te rekenen vanaf het jaar waarin de eerste tekortkoming plaats heeft gevonden.
De intrekking wordt bekendgemaakt op de webstek van de FOD Financiën. Ze heeft uitwerking vanaf de dertigste dag na haar bekendmaking.
§ 3. Een lijst van de erkende platformen wordt bijgehouden op de webstek van de FOD Financiën.".
Art.2. Artikel 86 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De vennootschap of VZW waarbinnen een in artikel 90, eerste lid, 1° bis, b, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermeld erkend platform is ingericht, wordt geacht de in artikel 87, 2° bis, vermelde inkomsten met betrekking tot de overeenkomsten die door dat platform tot stand zijn gebracht, te betalen of toe te kennen.".
Art.3. In artikel 87 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 augustus 1993, 22 oktober 1993, 10 januari 1997, 20 mei 1997, 5 december 1997, 24 juni 1999, 14 april 2009 en 4 maart 2013, wordt een bepaling onder 2° bis ingevoegd, luidende :
"2° bis winst en baten als vermeld in artikel 90, eerste lid, 1° bis, van hetzelfde Wetboek;".
Art.4. In hoofdstuk II, afdeling II, van hetzelfde besluit, wordt een artikel 92/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 92/1. § 1. Bij het einde van elk jaar stellen de in artikel 86, tweede lid, vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing voor iedere verkrijger van in artikel 87, 2° bis, vermelde inkomsten een fiche op waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld, en waarin de volgende gegevens worden vermeld :
1° de identiteit van de verkrijger van de inkomsten en zijn rijksregisternummer;
2° de datum van aanvang of van stopzetting van zijn activiteit;
3° de omschrijving van de door de verkrijger geleverde diensten;
4° het bruto bedrag van de vergoedingen als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, desgevallend opgesplitst volgens de aard van de verrichte dienst;
5° desgevallend, het bruto bedrag van andere dan de in 4° bedoelde vergoedingen die door of door tussenkomst van de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing aan de verkrijger van de inkomsten zijn betaald of toegekend en de omschrijving van de prestaties uit hoofde waarvan die vergoedingen verschuldigd zijn;
6° het bedrag van de op de onder 4° vermelde vergoedingen ingehouden bedrijfsvoorheffing;
7° desgevallend, het bedrag en de aard van eventuele andere ingehouden sommen, desgevallend opgesplitst over de in 4° en 5° vermelde vergoedingen.
De verkrijger van de inkomsten wordt geïdentificeerd aan de hand van zijn rijksregisternummer of, wanneer de verkrijger niet over een rijksregisternummer beschikt, aan de hand van zijn geboortedatum, voornaam en naam en volledige adres.
Voor de in het eerste lid, 3°, bedoelde omschrijving van de geleverde diensten en de omschrijving van de in het eerste lid, 4°, bedoelde diensten, worden één of meer omschrijvingen gebruikt die in een lijst zijn vermeld die door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld.
§ 2. De in paragraaf 1 vermelde fiches worden, samen met een samenvattende opgave, ten laatste op 28 februari van het jaar na het inkomstenjaar langs elektronische weg ingediend bij de administratie die instaat voor de vestiging van de inkomstbelasting en langs elektronische weg of op papier bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten.".
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6. De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.