1 DECEMBER 2016. - Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddelijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 3
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddelijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
Art.2. In het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° artikel 7, 4°, ingevoegd bij de wet van 28 juli 2011, wordt vervangen als volgt:
"4° ingedeeld per kalenderkwartaal, het aantal uren, bedoeld in artikel 17bis van voormeld koninklijk besluit van 28 november 1969, waarop de student zal worden tewerkgesteld"
2° in artikel 9bis, tweede lid, 2°, ingevoegd bij de wet van 28 juli 2011, wordt het woord "dagen" vervangen door het woord "uren";
3° in artikel 9ter, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, worden de woorden "de artikelen 5bis, eerste lid, tweede streepje, en 6, eerste lid, 6°, tweede streepje," vervangen door de woorden "artikel 5bis, § 2, 2°, en § 3, eerste lid, 1°, artikel 6, 6°, 2° en artikel 7/1, tweede lid".
4° in artikel 9quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2006 en gewijzigd bij de wet van 11 november 2013, wordt het woord "gelegenheidswerknemer" vervangen door het woord "werknemer" en worden de woorden "artikel 5bis, § 2, eerste lid, 2°, en § 3, eerste lid, 1°, en artikel 6, eerste lid, 6°, 2°" vervangen door de woorden "artikel 5bis, § 2, 2°, en § 3, eerste lid, 1°, artikel 6, 6°, 2° en artikel 7/1, tweede lid".
HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 3. Artikel 2, 1° en 2°, treedt in werking op 1 december 2016, maar is enkel van toepassing op de aangiften bedoeld in artikel 7 van het voornoemde koninklijk besluit van 5 november 2002 die vanaf die datum worden verricht en die betrekking hebben op uren die pas vanaf 1 januari 2017 worden gepresteerd.
Artikel 2, 3° en 4°, treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.