Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 OKTOBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van het decreet van 20 juli 2016 betreffende de financiële incentives toegekend aan de partnerbedrijven in het kader van de alternerende opleiding, aan de alternerende leerlingen en voor de sectorale coaches



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet.

Art.2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het decreet: het decreet van 20 juli 2016 betreffende de financiële incentives toegekend aan de partnerbedrijven in het kader van de alternerende opleiding, aan de alternerende leerlingen en voor de sectorale coaches;
  2° de Minister: de Minister van Vorming;
  3° de opleiding van mentor : elke opleiding van minimum 8 uur die overeenkomstig artikel 2, derde lid, van het decreet gegeven wordt door een onderwijs- of opleidingsinstelling ingericht of erkend door de Franse gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie of het Waalse gewest, of het bevoegde sectorale opleidingsfonds en die cumulatief:
  a) ervoor zorgt dat de werknemers bevoegdheden verwerven inzake de oriëntatie, begeleiding en opleiding van personen die een opleiding op de werkvloer volgen;
  b) zorgt voor het beheersen van technieken voor:
  (1) het opmaken van een opleidingsplan;
  (2) het formuleren van voor de leerlingen begrijpelijke en relevante voorschriften;
  (3) de aangepaste communicatie;
  (4) de verbetering en de aanpassing;
  (5) de evaluatie van de vooruitgangen van de leerlingen;
  (6) voor de opvolging van de leerlingen en de doorlopende evaluatie van hun opleiding;
  (7) voor de evaluatie van de opleiding;
  4° de financiële incentive aan het bedrijf: de in artikel 3, § 1, van het decreet bedoelde financiële incentive toegekend aan het bedrijf waarvan de inrichtingseenheid waarin de leerling een opleiding volgt, in het Franse taalgebied is gelegen;
  5° de financiële incentive bij de eerste alternerende overeenkomst: de in artikel 3, § 2, van het decreet bedoelde financiële incentive toegekend aan het bedrijf zonder loontrekkende waarvan de inrichtingseenheid waarin de leerling een opleiding volgt, in het Franse taalgebied is gelegen, en dat binnen vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag voor een financiële incentive, geen alternerende overeenkomst, geen leerovereenkomst van de middenstand, geen industriële leerovereenkomst of geen overeenkomst van socio-professionele inschakeling heeft gesloten;
  6° de financiële incentive aan de leerling: de in artikel 5 van het decreet bedoelde financiële incentive toegekend aan de leerling die zijn gebruikelijke woonplaats in België heeft en die een alternerende overeenkomst heeft gesloten met een opleidingenverstrekker gelegen in het Franse taalgebied;
  7° de "O.F.F.A". : de "Office francophone de la formation en alternance" (Franstalige dienst alternerende opleiding);
  8° de Administratie: de Directie Overkoepelend Beleid Gewest-Gemeenschap van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;
  9° de gemachtigd ambtenaar van de Administratie: de ambtenaar die over een delegatie van bevoegdheden beschikt overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 8 oktober 2009 betreffende de overdrachten van bevoegdheden aan de statutaire personeelsleden van de Waalse Overheidsdienst;
  10° het opleidingsjaar: de periode die op 1 september begint en die op 31 augustus eindigt;
  11° het sectorale opleidingsfonds: de opleidingsvereniging zonder winstoogmerk opgericht door - of in verband met - één of meerdere fondsen voor bestaanszekerheid en aan de werkgevers bedoeld in de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid.

Art.3. Om in aanmerking te komen voor de financiële incentive bij de eerste alternerende overeenkomst, dient het bedrijf een gedateerde en getekende premieaanvraag waarvan het model door de Minister op voorstel van de "O.F.F.A." wordt bepaald, bij de referentie-opleidingenverstrekker voor de alternerende overeenkomst die tot de incentive aanleiding geeft, in op het ogenblik waarop die eerste alternerende overeenkomst wordt getekend of, bij gebrek, uiterlijk dertig dagen na de ondertekening van de eerste alternerende overeenkomst.
  De opleidingenverstrekker beschikt over maximum 30 dagen vanaf de uitwerkingsdatum van de overeenkomst om die aanvraag te bekrachtigen en om ze aan de "O.F.F.A" over te maken, die op zijn beurt over maximum 30 dagen na ontvangst van het door de operator overgemaakte dossier beschikt om de aanvraag te behandelen en om ze met zijn beslissingsvoorstel aan de Administratie over te maken.
  De gemachtigd ambtenaar van de Administratie betaalt de incentive bij de eerste alternerende overeenkomst aan het bedrijf dat de voorwaarden van het decreet en van dit besluit naleeft.
  De Minister kan de in de leden 1 tot 3 bedoelde uitbetalingsmodaliteiten van de financiële incentive bij de eerste alternerende overeenkomst bepalen.

Art.4. Om in aanmerking te komen voor de financiële incentive, dient het bedrijf dat een alternerende overeenkomst die aanleiding heeft gegeven tot die incentive heeft gesloten, een gedateerde en getekende premieaanvraag waarvan het model door de Minister op voorstel van de "O.F.F.A." wordt bepaald, bij de referentie-opleidingenverstrekker voor die alternerende overeenkomst in op het moment waarop die eerste alternerende overeenkomst wordt getekend of, bij gebrek, uiterlijk dertig dagen na de ondertekening ervan.
  De opleidingenverstrekker beschikt over dertig dagen na de indiening van de aanvraag van het bedrijf om die aanvraag te bekrachtigen en om ze aan de "O.F.F.A" over te maken.
  Uiterlijk op 15 oktober na het eerste opleidingsjaar bezorgt de opleidingenverstrekker de "O.F.F.A." een lijst van de bedrijven waarvoor hij een aanvraag voor een incentive aan de "O.F.F.A." heeft overgemaakt, waarbij hij voor elk van die bedrijven bepaalt of de in het decreet bedoelde toekenningsvoorwaarden van de incentive vervuld zijn.
  Op deze basis behandelt de "O.F.F.A." de aanvraag en maakt hij bedoelde aanvraag met zijn beslissingsvoorstel aan administratie over voor de uitbelating van de incentive aan het bedrijf.
  De "O.F.F.A." deelt de Administratie het dossier dat zijn beslissingsvoorstel omvat, uiterlijk op 31 oktober mee na ontvangst van de informatie meegedeeld door de opleidingenverstrekker.
  De gemachtigd ambtenaar van de Administratie betaalt de incentive aan het bedrijf dat de voorwaarden van het decreet en van dit besluit naleeft.
  De Minister kan de in de leden 1 tot 6 bedoelde uitbetalingsmodaliteiten van de financiële incentive bepalen.

Art.5. Om in aanmerking te komen voor de incentive, dient de leerling een gedateerde en getekende premieaanvraag waarvan het model door de Minister op voorstel van de "O.F.F.A." wordt bepaald, bij de referentieopleidingsoperator voor zijn alternerende overeenkomst in uiterlijk op 15 december van het opleidingsjaar waarin hij naar het niveau C overgaat.
  Uiterlijk op 15 oktober na het eerste opleidingsjaar waarin de leerling zijn certificering heeft gekregen, maakt de opleidingenverstrekker de premieaanvraag van de leerling aan de "O.F.F.A." over volgens de modaliteiten bepaald door de Minister op voorstel van de "O.F.F.A".
  De "O.F.F.A." behandelt de aanvraag en maakt ze met zijn beslissingsvoorstel aan de administratie voor uitbelating over.
  De "O.F.F.A." beschikt over een termijn van dertig dagen na ontvangst van de gegevens overgemaakt door de operator om elk dossier en zijn beslissingsvoorstel aan de Administratie over te maken.
  De gemachtigd ambtenaar van de Administratie betaalt de incentive aan de leerling die de voorwaarden van het decreet en van dit besluit naleeft.
  De Minister kan de in de leden 1 tot 5 bedoelde uitbetalingsmodaliteiten van de incentive aan de leerling bepalen.

Art.6. De Minister of de gemachtigd ambtenaar van de Administratie kent het sectorale opleidingsfonds een in artikel 6 van het decreet bedoelde incentive toe met het oog op de indienstneming door het sectorale opleidingsfonds van een sectorale coach die minstens 10 jaar anciënniteit in de sector of in één van de betrokken sectoren heeft.
  De door de Minister erkende sectorale coach gemachtigd door de sector(en) die hij vertegenwoordigt kan belast worden met de volgende opdrachten:
  1° in het kader van de erkenningsprocedure van de bedrijven en op initiatief of op basis van een aanvraag van een opleidingenverstrekker:
  a) de erkenningsaanvragen van de bedrijven via minstens een bezoek ter plaatse behandelen;
  b) een advies uitbrengen over de erkenning van de bedrijven;
  c) deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie opgericht binnen de "O.F.F.A.";
  2° in het kader van de procedure voor de opschorting van de erkenning en de procedure voor de intrekking van de erkenning op initiatief of op basis van een aanvraag van opleidingenverstrekker:
  a) een advies uitbrengen over de opschorting of de intrekking van de erkenning;
  c) deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie bedoeld in punt 1°, c);
  3° in het kader van de steun aan de partnerbedrijven in het kader van de alternerende opleiding, op initiatief of op verzoek van de opleidingenverstrekker of de "O.F.F.A", de bedrijven alsook, in voorkomend geval, de mentor, voor een raadgeving bezoeken;
  4° in het kader van de bevordering van de alternerende opleiding, de bedrijven sensibiliseren in de door hem gedekte sector(en) voor het sluiten van nieuwe alternerende overeenkomsten;
  5° met het oog op de optimalisering en de harmonisatie van de praktijken deelnemen aan een minimum van drie door de "OF.F.A" georganiseerde coördinatie- en opleidingsvergaderingen per jaar met name met de opleidingenverstrekkers.

Art.7. De in dit besluit bedoelde termijnen worden in kalenderdagen berekend. De dag van de akte die de aanvang van de termijn uitmaakt, is niet inbegrepen. De vervaldag wordt meegerekend in de termijn. Indien die dag evenwel een zater-, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag uitgesteld tot de eerstkomende werkdag.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2016.

Art. 9. De Minister van Tewerkstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.