Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 APRIL 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 225 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2012, wordt aangevuld met een paragraaf 9, luidende :
  " § 9. De gerechtigde die wordt beschouwd als werknemer met persoon ten laste die samenwoont met een persoon bedoeld in § 1 en § 2 die een minimumpensioen van zelfstandige ontvangt, blijft die hoedanigheid behouden ondanks de verhoging van dit pensioen vanaf 1 april 2015, ingevolge de wijziging van artikel 131bis, § 1septies, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen bij het koninklijk besluit van 27 maart 2015, op voorwaarde dat hij zich nog altijd in dezelfde situatie bevindt. "

Art.2. In artikel 226bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 april 2011, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De gerechtigde, gelijkgesteld met de werknemer bedoeld in artikel 226, die samenwoont met een persoon bedoeld in artikel 225, § 1 en § 2 die een minimumpensioen van zelfstandige ontvangt, blijft die hoedanigheid behouden ondanks de verhoging van dit pensioen vanaf 1 april 2015, ingevolge de wijziging van artikel 131bis, § 1septies, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen bij het koninklijk besluit van 27 maart 2015, op voorwaarde dat hij zich nog altijd in dezelfde situatie bevindt. ";
  2° paragraaf 2, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 februari 2010 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 april 2011 en 6 juli 2011, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De gerechtigde, gelijkgesteld met de werknemer bedoeld in artikel 226, die samenwoont met een persoon bedoeld in artikel 225, § 1 en § 2 die een minimumpensioen van zelfstandige ontvangt, blijft die hoedanigheid behouden ondanks de verhoging van dit pensioen vanaf 1 april 2015, ingevolge de wijziging van artikel 131bis, § 1septies, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen bij het koninklijk besluit van 27 maart 2015, op voorwaarde dat hij zich nog altijd in dezelfde situatie bevindt. "

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2015.

Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.