15 JULI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009, wat betreft de erkenning van beroepskwalificaties van onderdanen van lidstaten van de Europese Economische Ruimte
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 8, § 1, van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, wordt de zinsnede ", dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau onmiddellijk voorafgaand aan het door de Vlaamse Gemeenschap vereiste beroepskwalificatieniveau" opgeheven;
2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "twee jaar voltijds" vervangen door de zinsnede "een jaar voltijds, of gedurende een daarmee in totaal overeenkomende periode op deeltijdse basis,";
3° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"De beroepsuitoefening gedurende een jaar, vermeld in het eerste lid, 2°, is niet vereist als de aanvrager met zijn opleidingstitel kan aantonen dat hij een gereglementeerde opleiding heeft afgerond.".
Art.2. In artikel 10, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt:
"1° wezenlijk verschillende vakken tijdens de opleiding;
2° wezenlijke verschillen in de beroepsinhoud die vereisen dat er een opleiding wordt gevolgd die betrekking heeft op vakken die wezenlijk verschillen van de vakken die vallen onder het bekwaamheidsattest of de opleidingstitel die is overgelegd.".
Art.3. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zin "Alleen als het beroep of de opleiding die tot het beroep toegang verleent, in die lidstaat niet gereglementeerd is, moeten ze tevens in die lidstaat tijdens de tien voorafgaande jaren gedurende ten minste twee jaar het beroep hebben uitgeoefend." vervangen door de zin "Alleen als het beroep of het onderwijs en de opleiding die tot het beroep toegang verleent, in die lidstaat niet gereglementeerd is, moeten ze ook in een of meer lidstaten tijdens de tien voorafgaande jaren gedurende ten minste een jaar het beroep hebben uitgeoefend.";
2° in het tweede lid wordt punt 4° vervangen door wat volgt:
"4° als dat van toepassing is, een bewijs dat de betrokken persoon het beroep in de tien voorafgaande jaren gedurende ten minste een jaar heeft uitgeoefend op het grondgebied van een of meer lidstaten."
3° tussen het tweede lid en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"De aanvrager die al een schriftelijke verklaring heeft afgelegd bij de bevoegde autoriteit van een andere deelstaat van België moet de schriftelijke verklaring, vermeld in het tweede lid, niet bezorgen.
Wanneer de reglementering van de deelstaat waar de schriftelijke verklaring werd afgelegd verschilt van de reglementering die van toepassing is in het Nederlandse taalgebied, moet de aanvrager de documenten, vermeld in het tweede lid, punt 1° tot en met 4°, bezorgen, voor zover die documenten nog niet werden bezorgd bij de schriftelijke verklaring die afgelegd werd."
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.