Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 MAART 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de activiteiten en openbaredienstverplichtingen van de distributienetbeheerders ter stimulering van de infrastructuur voor elektrische voertuigen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Uitrol van infrastructuur voor elektrische oplaadpunten
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 5-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Uitrol van infrastructuur voor elektrische oplaadpunten
Artikel 1. Dit hoofdstuk voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

Art.2. In artikel 1.1.1, § 2, van het Energiebesluit van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° er wordt een punt 25/1° ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "25/1° Elektrisch voertuig: een motorvoertuig, uitgerust met een aandrijving die bestaat uit ten minste één niet-perifere elektromotor als energieomzetter met een elektrisch oplaadbaar energieopslagsysteem, dat extern kan worden opgeladen;";
  2.° er wordt een punt 62/1° ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "62/1° Oplaadpunt voor een elektrisch voertuig: een aansluiting, waarmee telkens één elektrisch voertuig kan worden opgeladen of waarmee de batterij van telkens één elektrisch voertuig kan worden vervangen;";
  3° er wordt een punt 77/1° ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "77/1° Oplaadpunt voor hoog vermogen: een oplaadpunt met een vermogen boven 22 kW waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig; oplaadpunten voor hoog vermogen met wisselstroom (AC) voor elektrische voertuigen dienen vanwege de interoperabiliteit ten minste te zijn uitgerust met connectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN62196-2; oplaadpunten voor hoog vermogen met gelijkstroom (DC) voor elektrische voertuigen dienen vanwege de interoperabiliteit ten minste te zijn uitgerust met connectoren van het gecombineerde AC/DC laadsysteem van het type "Combo 2", zoals nader omschreven in norm EN62196-3"
  4° er wordt een punt 77/2° ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "77/2° oplaadpunt voor normaal vermogen: een oplaadpunt met een vermogen van hoogstens 22 kW, waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig, met uitzondering van voorzieningen met een vermogen van hoogstens 3,7 kW, die in particuliere huishoudens zijn geïnstalleerd of waarvan de voornaamste doelstelling er niet in bestaat elektrische voertuigen op te laden, die niet publiek toegankelijk zijn en die uitgerust zijn met contactdozen of voertuigconnectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN62196-2;"
  5° er wordt een punt 84/1° ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "84/1° Publiek toegankelijk oplaadpunt voor een elektrisch voertuig: een oplaadpunt voor een elektrisch voertuig dat op niet-discriminerende basis gedurende elke dag van de week en vierentwintig uur per dag toegang verleent aan gebruikers in de hele Europese Unie. Publiek toegankelijke oplaadpunten kunnen oplaadpunten zijn in particulier bezit; of voorzieningen die voor het publiek toegankelijk zijn via registratiekaarten of tegen betaling; of oplaadpunten van autodeelconcepten, waartoe derden toegang krijgen via een abonnement; of oplaadpunten op openbare parkeerterreinen. De toegang op niet-discriminerende basis kan verschillende vormen van authenticatie, gebruik en betaling inhouden. Alle publiek toegankelijke oplaadpunten moeten gebruikers van elektrische voertuigen ook een ad-hoc oplaadmogelijkheid bieden zonder dat een contract moet worden gesloten met de betrokken elektriciteitsleverancier of exploitant."

Art.3. In titel VI, hoofdstuk IV, van hetzelfde besluit wordt afdeling II, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011, opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Afdeling II. Openbaredienstverplichtingen voor de uitbouw van de infrastructuur voor het opladen van elektrische voertuigen".

Art.4. In hetzelfde besluit worden in afdeling II, hersteld bij artikel 2, artikel 6.4.2 tot en met 6.4.6, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011, opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Art. 6.4.2. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder organiseert jaarlijks in het geografisch gebied waarvoor hij aangewezen is een aanbesteding voor de installatie, het onderhoud en de commerciële exploitatie van publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor normaal of hoog vermogen. Het aantal te installeren oplaadpunten wordt bekomen door aan het aantal toegangspunten elektriciteit in dat netgebied op 31 december 2015, te vermenigvuldigen met een factor en te delen door het totale aantal aangesloten toegangspunten elektriciteit in het Vlaamse Gewest in 2015. Die factor bedraagt 500 in 2016, 1000 in 2017, 1000 in 2018, 1000 in 2019 en 1500 in 2020.
  Voorafgaand aan de aanbesteding voor de installatie van de oplaadpunten, vermeld in het eerste lid, stelt de elektriciteitsdistributienetbeheerder in overleg met de gemeente waar het oplaadpunt zal worden geïnstalleerd, een lokaal situeringsplan voor oplaadpunten van elektrische voertuigen op. Dat situeringsplan houdt rekening met het lokale parkeerbeleid, de aanwezigheid van sites die veel bezoekers aantrekken, knooppunten van openbaar vervoer en de beschikbaarheid en onthaalcapaciteit van het elektriciteitsnetwerk.
  Een gemeente kan ervoor kiezen om zelf een aanbesteding uit te schrijven en laat dit in voorkomend geval weten aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder in wiens netgebied de oplaadpunten zullen worden geïnstalleerd, voorafgaand aan de gunning. De gemeenten geven hiermee tijdig invulling aan het lokaal situeringsplan. Het aantal oplaadpunten dat hiermee geïnstalleerd wordt, wordt in mindering gebracht van de hoger genoemde doelstellingen in het desbetreffende netgebied.
  De elektriciteitsdistributienetbeheerder of de gemeenten doen hierbij een beroep op een opdrachtnemer. Bij het gunnen van de opdracht zorgen zij ervoor dat het principe van interoperabiliteit inzake uitbating en marktconforme prijzen wordt gerespecteerd.
  De minister kan nadere regels bepalen voor de vereiste interoperabiliteit, de vereiste technische specificiteiten van de oplaadpunten, de wijze waarop ze toegankelijk moeten zijn en de minimale betalingsmogelijkheden. Bij de aanbesteding wordt een maximale exploitatietermijn van tien jaar gehanteerd. De minister kan, op basis van de resultaten van een markbevraging, besluiten deze termijn te wijzigen.
  Art. 6.4.3. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder organiseert in het netgebied dat hij beheert een aanbesteding zodat tot en met 31 december 2020 in de installatie, het onderhoud en de commerciële exploitatie wordt voorzien van publiek toegankelijke oplaadpunten voor een elektrisch voertuig voor normaal vermogen telkens als daarvoor een aanvraag bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder wordt ingediend door een particulier, op voorwaarde dat de volgende voorwaarden samen vervuld zijn:
  1° de particulier in kwestie kan aantonen dat hij in het bezit is of zal zijn of gebruikmaakt van een batterij elektrisch voertuig;
  2° de particulier kan aantonen dat hij dit voertuig niet kan opladen aan een oplaadpunt voor elektrische voertuigen dat bevestigd is in of aan zijn eigen woning;
  3° Er is geen oplaadpunt voor een elektrisch voertuig op publiek of privaat domein beschikbaar of gepland op een afstand van 500 meter van zijn eigen woning.
  Het oplaadpunt wordt binnen een redelijke termijn geïnstalleerd en daarbij overlegt de elektriciteitsdistributienetbeheerder voorafgaandelijk met de gemeente en, in voorkomend geval, met de beheerder van het openbaar domein waarop het oplaadpunt zal worden geïnstalleerd. In onderling overleg tussen de elektriciteitsdistributienetbeheerder en de gemeente kan de afstand bedoeld in het eerste lid 3° worden verminderd tot 250 meter.
  Een gemeente kan ervoor kiezen om zelf een aanbesteding uit te schrijven en laat dit in voorkomend geval weten aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder in wiens netgebied de oplaadpunten zullen worden geïnstalleerd, voorafgaand aan de gunning.
  Bij het gunnen van de opdracht zorgt de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de gemeente ervoor dat het principe van interoperabiliteit inzake uitbating en marktconforme prijzen wordt gerespecteerd.
  De minister kan nadere regels bepalen voor de vereiste interoperabiliteit, de vereiste technische specificiteiten van de oplaadpunten, de wijze waarop ze toegankelijk moeten zijn en de minimale betalingsmogelijkheden. Bij de aanbesteding wordt een maximale exploitatietermijn van tien jaar gehanteerd. De minister kan, op basis van de resultaten van een marktbevraging, besluiten deze termijn te wijzigen.
  Art. 6.4.4. De elektriciteitsdistributienetbeheerders leggen gezamenlijk een databank aan van de gegevens die exploitanten van oplaadpunten voor elektrische voertuigen krachtens het aansluitingsreglement, het aansluitingscontract of het technisch reglement voor de distributie van elektriciteit aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder bezorgen. Ze stellen die gegevens kosteloos en in een bestandsformaat dat platformonafhankelijk is en voor het publiek beschikbaar is, zonder enige beperking voor het hergebruik van informatie ter beschikking van marktpartijen die daarom verzoeken.
  Art. 6.4.5. Indien de aanbesteding, zoals bedoeld in artikel 6.4.2 of artikel 6.4.3, niet kan worden gegund, organiseert de elektriciteitsdistributienetbeheerder een aanbesteding voor de installatie en het onderhoud van de oplaadpunten en een aanbesteding voor de commerciële exploitatie van de oplaadpunten. De aanbesteding voor de plaatsing en het onderhoud zal pas worden gegund indien de kosten de opbrengsten voor de distributienetbeheerder niet overtreffen.
  Art. 6.4.6. De elektriciteitsdistributienetbeheerder organiseert de aanbesteding van de oplaadpunten voor elektrische voertuigen zodanig dat de kosten de opbrengsten voor de elektriciteitsdistributienetbeheerder niet overtreffen. In het geval er bij de aanbesteding van een perceel geen regelmatige kandidaten kunnen worden aangeduid die hieraan voldoen, vervallen de verplichtingen uit artikel 6.4.2 tot en met 6.4.3. waaraan dit perceel invulling gaf voor het betreffende jaar.
  Art. 6.4.7. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder brengt op kwartaalbasis verslag uit aan de minister over het aantal geplaatste oplaadpunten voor elektrische voertuigen, dat voortvloeit uit de openbaredienstverplichtingen, vermeld in artikel 6.4.2 en 6.4.3.
  De minister evalueert jaarlijks de openbare dienstverplichting en het aantal geplaatste oplaadpunten voor elektrische voertuigen, vermeld in artikel 6.4.2, 6.4.3 en 6.4.5, in verhouding tot het totaal aantal publiek toegankelijke oplaadpunten voor een elektrisch voertuig in het Vlaamse Gewest, het aantal ingeschreven elektrische voertuigen in het Vlaamse Gewest en de doelstellingen die door het Vlaamse Gewest naar voren geschoven zijn in het kader van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. De resultaten van die evaluatie worden jaarlijks voor 1 mei meegedeeld aan de Vlaamse Regering.

HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art.5. Dit besluit treedt in werking op tien dagen na de dag van publicatie in Belgisch Staatsblad.

Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.