22 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen (NOTA : vernietigd door het arrest van de Raad van State nr. 252.545 van 23-12-2021, B.St. van 18-02-2022, p. 14023)
Art. 1-22
Artikel 1. In artikel 12, § 2, a), 5°, van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2006, worden de woorden " alsook een tegemoetkoming in de verzekeringspremies `burgerlijke beroepsaansprakelijkheid' van de artsen " opgeheven.
Art.2. In artikel 13, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2012, worden de bepalingen onder 3° vervangen als volgt :
" 3° de verbandmiddelen, met uitzondering van de actieve verbanden die, vóór 1 januari 2008, ten laste werden genomen door de ziekte- en invaliditeits- verzekering; ".
Art.3. In artikel 30, § 2, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tweede lid, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2003, wordt vervangen als volgt :
" De aldus berekende intrestvoet wordt door Ons bij het begin van elk dienstjaar vastgesteld. ";
2° het tweede paragraaf wordt aangevuld door een lid, luidende :
" In afwijking van de bepalingen van het eerste lid wordt de intrestvoet voor het dienstjaar 2017 vastgesteld op 2,68 %. ".
Art.4. In artikel 42, § 1, 11e bewerking, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2006, worden de bepalingen onder 3° opgeheven.
Art.5. Artikel 47bis, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2012, wordt opgeheven.
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 51bis ingevoegd als volgt :
" Art. 51bis. Op 1 januari 2017 worden de bedragen bedoeld in artikel 50, § 1 en 51, § 1, zoals vastgesteld op hun waarde op 31 december 2016, met tien procent per ziekenhuis verminderd. ".
Art.7. Artikel 53, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
" Art. 53. Teneinde te beantwoorden aan de wettelijke verplichtingen betreffende de hoofdgeneesheer, wordt onderdeel B4 van het budget van financiële middelen verhoogd met een forfaitair bedrag per bed van 258,85 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de algemene privé-ziekenhuizen, met 257,34 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de algemene openbare ziekenhuizen, met 259 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de psychiatrische privéziekenhuizen en met 257,48 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de psychiatrische openbare ziekenhuizen.
Het forfait wordt berekend, van 1 januari tot 30 juni 2017, waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 en de erkende bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2.
Vanaf 1 juli 2017, wordt de berekening van het forfait gerealiseerd waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden of erkende bedden voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2. Het aantal verantwoorde bedden is dat gebruikt bij de vaststelling van het budget van financiële middelen van het betrokken dienstjaar en het aantal erkende bedden is dat in aanmerking genomen bij de vaststelling van het laatst betekende budget van financiële middelen. ".
Art.8. Artikel 54, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
" Art. 54. Teneinde te voldoen aan de verplichting tot aanstelling van een bedrijfsrevisor bepaald in artikel 80 van de wet op de ziekenhuizen, wordt onderdeel B4 van het budget van financiële middelen verhoogd met een forfaitair bedrag per bed van :
1° voor psychiatrische ziekenhuizen : 28,19 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de privésector en 27,63 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de openbare sector;
2° voor algemene ziekenhuizen : 54,97 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de privésector en 54,73 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de openbare sector.
Het forfait wordt berekend, van 1 januari tot 30 juni 2017, waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 en de erkende bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2.
Vanaf 1 juli 2017, wordt de berekening van het forfait gerealiseerd waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden of erkende bedden voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2. Het aantal verantwoorde bedden is dat gebruikt bij de vaststelling van het budget van financiële middelen van het betrokken dienstjaar en het aantal erkende bedden is dat in aanmerking genomen bij de vaststelling van het laatst betekende budget van financiële middelen. ".
Art.9. In artikel 55, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 september 2016, worden de woorden " in het koninklijk besluit van 1 oktober 2002 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde minimale psychiatrische statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, " na het woord " houden, " ingevoegd;
2° paragraaf 3, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015, wordt vervangen als volgt :
" § 3. Het variabele deel is samengesteld uit een bedrag per bed dat als volgt wordt vastgesteld :
1° voor de niet-psychiatrische ziekenhuizen, een bijkomend bedrag van 331,82 euro (waarde op 1 januari 2017) per bed, met uitzondering van de bedden onder de kenletters A, T, K, IB, Ad, An, Kd, Kn, Td, Tn en Sp psychogeriatrie en van 103,84 euro (waarde op 1 januari 2017) per bed onder de kenletters A, T, K, IB, Ad, An, Kd, Kn, Td, Tn en Sp psychogeriatrie;
2° voor de psychiatrische ziekenhuizen, een bijkomend bedrag van 80,35 euro (waarde op 1 januari 2017) per bed onder kenletters A, T, K, IB, Aj, An, Kj, Kn, Tj, Tn en psychogeriatrische Sp.
Deze verdeling wordt gerealiseerd, van 1 januari tot 30 juni 2017, waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 en de erkende bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2.
Vanaf 1 juli 2017, wordt deze verdeling gerealiseerd waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden of erkende bedden voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2. Het aantal verantwoorde bedden is dat gebruikt bij de vaststelling van het budget van financiële middelen van het betrokken dienstjaar en het aantal erkende bedden is dat in aanmerking genomen bij de vaststelling van het laatst betekende budget van financiële middelen. ".
Art.10. Artikel 58 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 september 2009, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende :
" § 3. Een bijkomend bedrag van 861.676,17 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de algemene ziekenhuizen en van 232.126,63 euro (waarde op 1 januari 2017) voor de psychiatrische ziekenhuizen worden verdeeld pro rata het aantal bedden van elk ziekenhuis.
Deze verdeling wordt gerealiseerd, van 1 januari tot 30 juni 2017, waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 en de erkende bedden zoals gebruikt in het betekende budget van financiële middelen van 1 juli 2016 voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2.
Vanaf 1 juli 2017, wordt deze verdeling gerealiseerd waarbij met bed wordt bedoeld de verantwoorde bedden of erkende bedden voor de kenletters waarvoor geen verantwoorde bedden worden berekend of voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2. Het aantal verantwoorde bedden is dat gebruikt bij de vaststelling van het budget van financiële middelen van het betrokken dienstjaar en het aantal erkende bedden is dat in aanmerking genomen bij de vaststelling van het laatst betekende budget van financiële middelen. ".
Art.11. In artikel 63, § 1, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 mei 2016, worden de woorden " op 1 januari 2016 is vastgesteld op 42.913.349 euro " vervangen door de woorden " op 1 januari 2017 is vastgesteld op 41.663.349 euro ".
Art.12. In artikel 63quater, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 8 januari 2015, worden de vijfde en zesde leden vervangen als volgt :
" Teneinde de werking van de multidisciplinaire algologische teams te financieren, wordt onderdeel B4 van de betrokken ziekenhuizen verhoogd met een forfaitair bedrag, uitgedrukt in de waarde op 1 januari 2017, die als volgt wordt berekend :
Samenstelling | Referen-tieloon-kost (EUR) | Voor de eerste 100 bedden | + per begonnen schijf van 100 bijkomende bedden | Composition | coût salarial de référence (EUR) | Pour les 100 premiers lits | + par tranche entamée de 100 lits supplémentaires |
Arts | 122.400 | 0,10 VTE | 0,01 VTE | Médecin | 122.400 | 0,10 ETP | 0,01 ETP |
Verpleegkundige | 59.160 | 0,22 VTE | 0,10 VTE | Infirmier | 59.160 | 0,22 ETP | 0,10 ETP |
Psycholoog | 70.380 | 0,22 VTE | 0,02 VTE | psychologue | 70.380 | 0,22 ETP | 0,02 ETP |