11 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit betreffende het aantal gemeenschappelijke strategische kaders van de niet-gouvernementele samenwerking en hun geografische of thematische dekking
Art. 1-6
Artikel 1. De erkende organisaties krachtens artikel 26, § 2 of 3 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking stellen maximaal 30 gemeenschappelijke strategische kaders op, zoals voorzien in artikel 27, § 1 van dezelfde wet.
Art.2. België en alle partnerlanden van de gouvernementele samenwerking zoals voorzien in artikel 16, § 1 van dezelfde wet, vormen ambtshalve het voorwerp van een gemeenschappelijk strategisch kader.
Wat de overige gemeenschappelijke strategische kaders betreft, staat het de erkende organisaties vrij om daarvan zelf de geografische of thematische dekking te bepalen, op de twee volgende voorwaarden:
1° De dekking van een geografisch gemeenschappelijk strategisch kader wordt beperkt tot een ontwikkelingsland;
2° De mogelijkheid van transnationale thematische gemeenschappelijke strategische kaders wordt beperkt tot gevallen waarin de toegevoegde waarde van een dergelijke benadering ten opzichte van een geografische benadering van het thema duidelijk wordt gemotiveerd. De geografische dekking van een thematisch gemeenschappelijk strategisch kader is beperkt tot een of meerdere ontwikkelingslanden en tot België. De intentie om een thematisch gemeenschappelijk strategisch kader te formuleren, wordt gemotiveerd en ten minste 18 maanden voor zijn voorziene inwerkingtreding ter voorafgaande goedkeuring aan de minister voorgelegd. De minister beslist uiterlijk drie maanden na de indiening van het verzoek. Bij het verstrijken van dit termijn wordt de aanvraag als goedgekeurd beschouwd.
Art.3. De organisaties die als federatie werden erkend krachtens artikel 26, § 4 van dezelfde wet, delen de lijst van de weergehouden gemeenschappelijke strategische kaders ten minsten 12 maanden voor hun voorziene inwerkingtreding aan de minister mee, ter informatie.
Art.4. § 1. In afwijking van artikel 1, wordt het maximale aantal gemeenschappelijke strategische kaders voor de periode 2017-2021 op 33 in plaats van 30 gebracht.
§ 2. In afwijking van artikel 2, tweede lid, 2°, is de mogelijkheid van de thematische transnationale gemeenschappelijke strategische kaders die op 1 januari 2017 in werking treden, enkel beperkt tot het thema "Waardig werk". Zijn geografische dekking is beperkt tot een of meerdere ontwikkelingslanden en tot België.
§ 3. Artikel 3 is niet van toepassing voor de gemeenschappelijke strategische kaders die op 1 januari 2017 in werking treden.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6. De minister bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.