2 MAART 2016. - Wet tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer van 16 maart 1968 wat betreft het rijden tijdens de periode waarin de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs werd verlengd
Art. 1-3
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. Artikel 30, § 3, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, ingevoegd bij de wet van 7 februari 2003, wordt gewijzigd als volgt :
1° tussen de woorden "een motorvoertuig bestuurt" en de woorden "terwijl zijn rijbewijs of het als zodanig geldende bewijs" worden de woorden "of een bestuurder begeleidt met het oog op scholing" ingevoegd;
2° tussen de woorden "besturen van dat voertuig" en de woorden "met toepassing van artikel 55" worden de woorden "of voor het begeleiden met het oog op scholing" ingevoegd;
3° de paragraaf wordt aangevuld met de woorden "of terwijl de onmiddellijke intrekking met toepassing van artikel 55bis is verlengd.".
Art. 3. In artikel 55bis, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "door het openbaar ministerie" opgeheven;
2° in het tweede lid worden de woorden "door de procureur des Konings" opgeheven.