20 MEI 2016. - Wet tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op het strafbaar stellen van het zonder machtiging of toestemming binnenkomen of binnendringen in een havenfaciliteit of onroerend dan wel roerend goed binnen de grenzen van een haven
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art. 2-5
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art.2. In boek II, titel IX, hoofdstuk III van het Strafwetboek wordt een afdeling VIIIbis ingevoegd, luidende:
"Afdeling VIIIbis - Binnendringen in havengebieden".
Art.3. In afdeling VIIIbis, ingevoegd bij artikel 2, wordt een artikel 546/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 546/1. Met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die, zonder daartoe gemachtigd of toegelaten te zijn, binnenkomt of binnendringt in een havenfaciliteit bedoeld in artikel 5, 6° en 7° van de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging of in een onroerend dan wel roerend goed binnen de grenzen van een haven in de zin van dezelfde wet.".
Art.4. In dezelfde afdeling VIIIbis wordt een artikel 546/2 ingevoegd, luidende:
"Art. 546/2. § 1. Het misdrijf bedoeld in art. 546/1 wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met een geldboete van zesentwintig tot duizend euro of met een van die straffen alleen:
1° ingeval van de betrokken activiteit een gewoonte wordt gemaakt;
2° indien het gepleegd wordt bij nacht;
3° indien het gepleegd wordt door twee of meer personen;
4° indien het gepleegd wordt met bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden.
5° indien het gepleegd wordt door middel van geweld of bedreiging;
6° indien kritieke infrastructuur in de zin van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren werd binnengegaan of binnengedrongen.
§ 2. Poging tot het plegen van het in § 1 van dit artikel bedoelde misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro of met een van die straffen alleen.".
Art. 5. In dezelfde afdeling VIIIbis wordt een artikel 546/3 ingevoegd, luidende:
"Art. 546/3. De straffen bepaald in de artikelen 546/1 en 546/2 worden verdubbeld indien een overtreding van een van die bepalingen wordt begaan binnen vijf jaar na de uitspraak houdende veroordeling wegens een van die strafbare feiten.".