Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 JANUARI 2016. - Wet betreffende het gebruik van videoconferentie voor de verschijning van inverdenkinggestelden in voorlopige hechtenis (NOTA : bij arrest nr.76/2018 van 21-06-2018 (B.St. 02-07-2018, p. 53419), heeft het Grondwettelijk Hof dit wet vernietigd)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis
Art. 7-8
HOOFDSTUK 4. - Uitvoeringsbepaling
Art. 9
HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding
Art. 10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1808111701  1808120950  1990099963 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art.2. In artikel 127, § 4, tweede lid, tweede zin, van het Wetboek van strafvordering, vervangen bij de wet van 31 mei 2005, worden na het woord "bevelen" de woorden ", al dan niet in een videoconferentie indien de inverdenkinggestelde zich in voorlopige hechtenis bevindt" ingevoegd.

Art.3. Artikel 135, § 3, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk vervangen bij de wet van 12 maart 1998, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De kamer van inbeschuldigingstelling kan beslissen dat de inverdenkinggestelde die zich in voorlopige hechtenis bevindt in een videoconferentie verschijnt. ".

Art.4. Artikel 136bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 juli 1990, vervangen bij de wet van 12 maart 1998 en gewijzigd bij de wet van 31 mei 2005 en de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De kamer van inbeschuldigingstelling kan beslissen dat de inverdenkinggestelde die zich in voorlopige hechtenis bevindt in een videoconferentie verschijnt. ".

Art.5. Artikel 235bis, § 4, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998 en gewijzigd bij de wet van 14 december 2012, wordt aangevuld met de volgende zin :
  " De kamer van inbeschuldigingstelling kan beslissen dat de inverdenkinggestelde die zich in voorlopige hechtenis bevindt in een videoconferentie verschijnt. ".

Art.6. Artikel 235ter, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005 en gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009, wordt aangevuld met de volgende zin :
  " De kamer van inbeschuldigingstelling kan beslissen dat de inverdenkinggestelde die zich in voorlopige hechtenis bevindt in een videoconferentie verschijnt. ".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis
Art.7. In artikel 23, 2°, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, vervangen bij de wet van 27 december 2012, worden tussen de woorden "De raadkamer kan de persoonlijke verschijning bevelen" en de woorden "ten minste drie dagen" de woorden "al dan niet in een videoconferentie" ingevoegd.

Art.8. Artikel 30, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 december 2012, wordt aangevuld met de volgende zin :
  " De kamer van inbeschuldigingstelling kan beslissen dat de inverdenkinggestelde in een videoconferentie verschijnt. ".

HOOFDSTUK 4. - Uitvoeringsbepaling
Art.9. De Koning bepaalt de nadere regels omtrent het gebruik van de videoconferentie voor de verschijning van inverdenkinggestelden die zich in voorlopige hechtenis bevinden.

HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding
Art. 10. Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 september 2017.