1 FEBRUARI 2016. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen wat de aanranding van de eerbaarheid en het voyeurisme betreft
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art. 6-14
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering
Art. 15-16
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten
Art. 17-18
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie
Art. 19
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-analyse in strafzaken
Art. 20
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
Art. 21-26
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens
Art. 27
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering van personen
Art. 28-32
1808111701 1808111901 1808121650 1867060850 1878041750 1930040950 1964062906 1999009419 2006009449 2006009456 2014009316
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art.2. In artikel 91bis van het Wetboek van strafvordering, hersteld bij de wet van 13 april 1995, vernummerd bij de wet van 4 mei 1999 en gewijzigd bij de wetten van 28 november 2000, 10 augustus 2005 en 10 april 2014, worden de woorden "372 tot" vervangen door de woorden "371/1 tot".
Art.3. In artikel 92, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 28 november 2000, vervangen bij de wet van 30 november 2011 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art.4. In artikel 190, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 juli 1989, worden de woorden "op de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "op de artikelen 371/1 tot".
Art.5. In artikel 629, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 8 augustus 1997, worden de woorden "bij de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "bij de artikelen 371/1 tot".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art.6. In artikel 34quater, 3°, van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 26 april 2007, worden de woorden "De veroordelingen op grond van de artikelen 372, 373, tweede en derde lid," vervangen door de woorden "De veroordelingen op grond van de artikelen 371/1, tweede en derde lid, 372, 373, tweede en derde lid,".
Art.7. In boek II, titel VII, van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van hoofdstuk V vervangen als volgt :
"Voyeurisme, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting".
Art.8. In boek II, titel VII, hoofdstuk V, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 371/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 371/1. Met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar wordt gestraft hij die :
1° een persoon observeert of doet observeren of van hem een beeld- of geluidsopname maakt of doet maken,
- rechtstreeks of door middel van een technisch of ander hulpmiddel,
- zonder de toestemming van die persoon of buiten zijn medeweten,
- terwijl hij ontbloot is of een expliciete seksuele daad stelt, en
- terwijl hij zich in omstandigheden bevindt, waar hij in redelijkheid kan verwachten dat zijn persoonlijke levenssfeer niet zal worden geschonden;
2° de beeld- of geluidsopname van een ontblote persoon of een persoon die een expliciete seksuele daad stelt zonder diens toestemming of buiten diens medeweten toont, toegankelijk maakt of verspreidt, ook al heeft die persoon ingestemd met het maken ervan.
Worden deze feiten gepleegd op de persoon of met behulp van de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar, dan wordt de schuldige gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.
Is de minderjarige geen volle zestien jaar oud, dan is de straf opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar.
Het voyeurisme bestaat, zodra er begin van uitvoering is.".
Art.9. In artikel 373 van het hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 mei 1912 en gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1996 en 28 november 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
"Met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar wordt gestraft de aanranding van de eerbaarheid gepleegd op personen of met behulp van personen van het mannelijke of vrouwelijke geslacht, met geweld, dwang, bedreiging, verrassing of list, of die mogelijk werd gemaakt door een onvolwaardigheid of een lichamelijk of geestelijk gebrek van het slachtoffer.";
2° in het tweede lid worden de woorden "of met behulp van de persoon" ingevoegd tussen de woorden "op de persoon" en de woorden "van een minderjarige".
Art.10. In artikel 375, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 4 juli 1989, worden de woorden ", bedreiging, verrassing" ingevoegd tussen het woord "dwang" en de woorden "of list".
Art.11. In artikel 377 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 november 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 4e streepje, worden de woorden "in de artikelen 373, 375 en 376" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1, 373, 375 en 376";
2° in het tweede lid, worden de woorden "artikel 372, eerste lid, en van artikel 373, tweede lid" vervangen door de woorden "artikel 371/1, tweede lid, artikel 372, eerste lid, en van artikel 373, tweede lid";
3° in het derde lid worden de woorden "In het geval van artikel 373, eerste lid" vervangen door de woorden "In de gevallen van artikel 371/1, eerste lid en van artikel 373, eerste lid";
4° in het vierde lid worden de woorden "artikel 373, derde lid" vervangen door de woorden "artikel 371/1, derde lid, artikel 373, derde lid";
5° in het vijfde lid worden de woorden "artikel 375, eerste lid" vervangen door de woorden "artikel 375, derde lid".
Art.12. In artikel 382bis, eerste lid, inleidende zin, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 april 1995, vervangen bij de wet van 28 november 2000 en gewijzigd bij de wetten van 14 december 2012 en 10 april 2014, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art.13. In artikel 382quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 december 2012 en gewijzigd bij de wetten van 14 december 2012 en 10 april 2014, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art.14. In artikel 458bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 november 2000, vervangen bij de wet van 30 november 2011 en gewijzigd bij de wetten van 23 februari 2012 en 10 april 2014, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering
Art.15. In artikel 10ter, eerste lid, 2°, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, ingevoegd bij de wet van 13 april 1995, vervangen bij de wet van 28 november 2000 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art.16. In artikel 21, eerste lid, 2°, tweede streepje, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 mei 1961, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 oktober 2015 en vervangen bij de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten
Art.17. In artikel 20, tweede lid, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, ingevoegd bij de wet van 28 november 2000 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art.18. In artikel 20bis, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 13 april 1995, vervangen bij de wet van 28 november 2000 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie
Art.19. In artikel 9bis, eerste lid, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, ingevoegd bij de wet van 28 november 2000 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 2015, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-analyse in strafzaken
Art.20. In artikel 5, § 1, derde lid, 5°, van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-analyse in strafzaken, vervangen bij de wet van 7 november 2011, worden de woorden "de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "de artikelen 371/1 tot".
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
Art.21. In artikel 25, § 2, d), eerste gedachtestreepje, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het kader van strafuitvoeringsmodaliteiten, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, worden de woorden "371/1" ingevoegd tussen de woorden "tweede lid, 352" en de woorden ", 372, 373".
Art.22. In artikel 26, § 2, d), eerste streepje, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, worden de woorden "371/1" ingevoegd tussen de woorden "tweede lid, 352." en de woorden ", 372, 373".
Art.23. In artikel 32, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, worden de woorden "in de artikelen 372 tot 378 van het Strafwetboek" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot 378 van het Strafwetboek".
Art.24. In artikel 41 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, worden de woorden "in de artikelen 372 tot 378 van het Strafwetboek" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot 378 van het Strafwetboek".
Art.25. In artikel 95/3, § 2, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 26 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, worden de woorden "artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "artikelen 371/1 tot".
Art.26. In artikel 95/7, § 2, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 26 april 2007, worden de woorden "artikelen 372" vervangen door de woorden " artikelen 371/1, 372".
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens
Art.27. In artikel 5, § 4, 2°, b), van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, gewijzigd bij de wet van 25 juni 2008, worden de woorden "372 tot 377" vervangen door de woorden "371/1 tot 377".
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering van personen
Art.28. In artikel 5, § 1, eerste lid, 4°, b), van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering van personen worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art.29. In artikel 17, § 1, van dezelfde wet, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art.30. In artikel 26, 1°, f), van dezelfde wet, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art.31. In artikel 40, eerste lid, van dezelfde wet, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".
Art. 32. In artikel 48, § 1, 7°, van dezelfde wet, worden de woorden "in de artikelen 372 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 371/1 tot".