11 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de directieraad van het Ministerie van Landsverdediging
Art. 1-6
Artikel 1. De directieraad van het Ministerie van Landsverdediging bestaat uit de ambtenaren die ingedeeld zijn in de klassen A4 en A5.
De minister kan, op voordracht van de directieraad, één of meer ambtenaren van de klasse A3 toevoegen. Ze worden aangewezen voor een mandaat dat twee jaar duurt en hernieuwbaar is.
Het lidmaatschap van de directieraad wordt niet opgeschort wanneer de betrokken ambtenaar een verlof geniet dat in toepassing van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, gelijkgesteld wordt aan een periode van dienstactiviteit, en dat voor deze periode voltijds of deeltijds bezoldigd wordt door het Ministerie van Landsverdediging.
Art.2. De directieraad stelt zijn huishoudelijk reglement op dat ten minste de frequentie van de vergaderingen, het quorum voor de vereiste aanwezigheden en de meerderheid die vereist is om te beslissen bepaalt. Dit reglement wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Het wordt bovendien aan alle leden van het burgerpersoneel van Defensie medegedeeld door de bevoegde overheid, aangeduid door de directieraad.
Art.3. De directieraad werkt het personeelsplan uit evenals de bijzondere bepalingen die voorzien in de uitvoering van de regelgeving toepasselijk op het burgerpersoneel van Defensie en zendt ze, voor akkoord, aan de Minister. Bovendien heeft de directieraad het hoge toezicht over de afwikkeling van de loopbaan van de rijksambtenaren.
Art.4. De directieraad wordt voorgezeten door het lid dat het hoogst is gerangschikt volgens de bepalingen die de rangschikking van de rijksambtenaren beheren. In geval van afwezigheid of van verhindering van de voorzitter, wordt hij voorgezeten door het lid dat de volgende plaats in de rangschikking inneemt. De rangschikking bepaalt, bij afwezigheid of verhindering van een hoogst gerangschikt lid, in welke volgorde de leden het voorzitterschap waarnemen. Het lid dat de directieraad voorzit, moet tewerkgesteld zijn bij de krijgsmacht in de zin van artikel 1, 1ste lid van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten.
Art.5. Elke individuele beslissing, door de directieraad genomen ten opzichte van een ambtenaar, geschiedt bij geheime stemming.
Art. 6. De Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.