Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 NOVEMBER 2016. - Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen voor wat betreft bepaalde versnelde procedures voor beroep bij de Raad van State



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998003158 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art.2. In artikel 36/22 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen" vervangen door de woorden "de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen";
  2° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
  "2° door de kredietinstelling en de beursvennootschap, tegen de beslissingen die de Bank heeft genomen krachtens, respectievelijk, de artikelen 86, vierde lid, 88/1, 544 en 546 van de voormelde wet van 25 april 2014, voor zover die drie laatste artikelen het voormelde artikel 86, vierde lid van toepassing verklaren";
  3° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :
  "3° door de kredietinstelling en de beursvennootschap, tegen de beslissingen die de Bank heeft genomen krachtens, respectievelijk, de artikelen 234, § 2, 1° tot 10°, 236, § 1, 1° tot 6°, en de artikelen 583 en 585, voor zover deze laatste artikelen de voormelde artikelen 234, § 2, 1° tot 10° en 236, § 1, 1° tot 6° van toepassing verklaren op de beursvennootschappen, en tegen gelijkaardige beslissingen genomen krachtens, respectievelijk, de artikelen 328, 329 en 340 en de artikelen 599 en 607 van de voormelde wet van 25 april 2014, voor zover deze laatste artikelen de voormelde artikelen 328, 329 en 340 van toepassing verklaren op de beursvennootschappen. Het beroep schorst de beslissing en haar bekendmaking, tenzij de Bank, bij ernstig gevaar voor de spaarders of de beleggers, haar beslissing uitvoerbaar heeft verklaard niettegenstaande elk beroep;";
  4° de bepaling onder 3° bis wordt vervangen als volgt :
  "3° bis door de kredietinstelling en de beursvennootschap, tegen de beslissingen die het Afwikkelingscollege heeft genomen krachtens, respectievelijk, de artikelen 232 en 581 van de voormelde wet van 25 april 2014, voor zover dit laatste artikel het voormelde artikel 232 van toepassing verklaart op de beursvennootschappen;";
  5° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt :
  "4° door de aanvrager, tegen de beslissingen inzake vergunning die de Bank heeft genomen krachtens artikel 495 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen. Eenzelfde beroep kan door de aanvrager worden ingesteld indien de Bank geen uitspraak heeft gedaan binnen de bij artikel 495, § 1, eerste lid van de voormelde wet van 25 april 2014 vastgestelde termijnen. In dit laatste geval wordt het beroep behandeld als was de aanvraag verworpen;";
  6° de bepaling onder 5° wordt opgeheven;
  7° de bepaling onder 6° wordt opgeheven;
  8° de bepaling onder 22° wordt aangevuld met de woorden ", artikel 585 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, voor zover dit artikel 236, § 6 van diezelfde wet van toepassing verklaart op de beursvennootschappen;";
  9° de bepaling onder 35° wordt vervangen als volgt :
  "35° door eenieder aan wie een dwangsom is opgelegd door de Bank krachtens de artikelen 36/3, § 5, 36/19, vijfde lid en 36/30, § 1, tweede lid, 2° van deze wet, artikel 603, § 2 van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 50, § 2, derde lid en 106, § 2, derde lid van de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, artikel 346, § 2 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen en artikel 608 van de voormelde wet van 25 april 2014, voor zover dit het voormelde artikel 346, § 2 van toepassing verklaart op de beursvennootschappen.".

Art. 3. Deze wet treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.