27 JUNI 2016. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 1
HOOFDSTUK 1. - Technische aanpassingen betreffende de Europese wetgeving
Art. 2-5
HOOFDSTUK 2. - Monocamerale procedure
Art. 6
HOOFDSTUK 3. - Culturele diensten verricht door publiekrechtelijke instellingen of andere erkende instellingen
Art. 7
HOOFDSTUK 4. - Begrip "lichte vrachtauto" voor de toepassing van de aftrek van de btw
Art. 8
HOOFDSTUK 5. - Technische aanpassingen betreffende de nationale wetgeving
Art. 9-10
HOOFDSTUK 6. - Bekrachtiging van een koninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 37, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 11
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 1. - Technische aanpassingen betreffende de Europese wetgeving
Art.2. In artikel 1 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
" § 3. Het "binnenland" komt overeen met het grondgebied van iedere lidstaat van de Europese Unie waarop de verdragen betreffende de Europese Unie en betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn overeenkomstig de artikelen 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en 349 en 355 van het [Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.";] <Erratum, zie B.St. 11-08-2016, p. 50973>
b) in paragraaf 4, tweede lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
"2° Franse Republiek: de gebieden bedoeld in artikel 349 en artikel 355, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;".
Art.3. In artikel 23, § 1, 1°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992, worden de woorden "van de artikelen 9 en 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap" vervangen door de woorden "van artikel 29 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie".
Art.4. In artikel 25quinquies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 december 1992 en 22 december 1995, wordt paragraaf 4 vervangen als volgt :
" § 4. Wanneer door een niet-belastingplichtige rechtspersoon verworven goederen uit een derdelandsgebied of een derde land worden verzonden of vervoerd en door deze niet-belastingplichtige rechtspersoon worden ingevoerd in een andere lidstaat dan die van aankomst van de verzending of het vervoer, worden de goederen geacht te zijn verzonden of vervoerd vanuit de lidstaat van invoer van de goederen en wordt de plaats van deze intracommunautaire verwerving bepaald overeenkomstig de paragrafen 2 en 3.".
Art.5. In artikel 77bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de woorden "uit een derdelandsgebied" vervangen door de woorden "uit een derdelandsgebied of een derde land".
HOOFDSTUK 2. - Monocamerale procedure
Art.6. In artikel 37 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
" § 2. De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zoniet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een ontwerp van wet indienen tot bekrachtiging van de ter uitvoering van paragraaf 1 genomen besluiten.".
HOOFDSTUK 3. - Culturele diensten verricht door publiekrechtelijke instellingen of andere erkende instellingen
Art.7. In artikel 44, § 2, van hetzelfde Wetboek wordt de bepaling onder 12°, vervangen bij de wet van 28 december 1992, vervangen als volgt :
"12° de leveringen van goederen en de diensten, verricht door instellingen waarvan de handelingen overeenkomstig 1° tot 4°, 6°, 7°, 9° en 11° zijn vrijgesteld, in samenhang met werkzaamheden die zijn bestemd ter verkrijging van financiële steun en die uitsluitend ten bate van henzelf zijn georganiseerd, mits deze vrijstelling niet tot concurrentieverstoring kan leiden;".
HOOFDSTUK 4. - Begrip "lichte vrachtauto" voor de toepassing van de aftrek van de btw
Art.8. In artikel 45, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 27 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid wordt de bepaling onder f) vervangen als volgt :
"f) de auto's opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa 3.500 kg niet overschrijdt, "lichte vrachtauto's" genoemd;";
2° in het tweede lid, in de bepaling onder k), worden de woorden "h), i) en j)" vervangen door de woorden "a) tot en met j)";
3° de paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Onder "lichte vrachtauto", bedoeld in het tweede lid, f), wordt verstaan :
a) elke auto bestaande uit een volledig van de laadruimte afgesloten enkele of dubbele cabine die ten hoogste respectievelijk twee of zes plaatsen mag bevatten, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een open laadbak;
b) elke auto gelijktijdig bestaande uit een passagiersruimte die ten hoogste twee plaatsen mag bevatten, die van de bestuurder niet inbegrepen en een daarvan afgesloten laadruimte waarvan de afstand, tussen elk punt van de scheidingswand achter de zitplaatsen en de binnenkant van de achterzijde van de laadruimte, gemeten in de langsrichting van het voertuig, op een hoogte van 20 cm boven de vloer, steeds minstens 50 pct. dient te bedragen van de lengte van de wielbasis. Deze laadruimte moet bovendien over haar hele oppervlakte bestaan uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde, horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor bijkomende banken, zetels of veiligheidsgordels;
c) elke auto gelijktijdig bestaande uit een passagiersruimte die ten hoogste zes plaatsen mag bevatten, die van de bestuurder niet inbegrepen en een daarvan volledig afgesloten laadruimte waarvan de afstand, tussen elk punt van de scheidingswand achter de laatste rij zitplaatsen en de binnenkant van de achterzijde van de laadruimte, gemeten in de langsrichting van het voertuig, op een hoogte van 20 cm boven de vloer, steeds minstens 50 pct. dient te bedragen van de lengte van de wielbasis. Deze laadruimte moet bovendien over haar hele oppervlakte bestaan uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde, horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor bijkomende banken, zetels of veiligheidsgordels.".
HOOFDSTUK 5. - Technische aanpassingen betreffende de nationale wetgeving
Art.9. In artikel 74bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1986 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden de woorden "van die administraties" telkens vervangen door de woorden "van die administratie".
Art.10. In artikel 93quaterdecies, § 1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden "het bestuur der Postcheques, het Nationaal Instituut voor de Statistiek" vervangen door de woorden "de Bank van De Post, de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie".
HOOFDSTUK 6. - Bekrachtiging van een koninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 37, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 11. Het koninklijk besluit van 23 augustus 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, wordt bekrachtigd met ingang van 1 september 2015.