Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 MEI 2016. - Wet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, ingevolge de overdracht van de dienst van de gewestelijke registratierechten aan het Vlaamse Gewest



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1939113002 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art.2. Artikel 5 van het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten, gewijzigd bij de wet van 22 december 2009, wordt opgeheven.

Art.3. In artikel 35, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juni 1986, worden de woorden "artikel 5" vervangen door de woorden "artikel 169ter".

Art.4. In artikel 41, enig lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 2009, worden de woorden "artikel 5" vervangen door de woorden "artikel 169ter".

Art.5. In artikel 160 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 12 juni 1960 en 10 oktober 1967, worden de woorden "artikel 5" vervangen door de woorden "artikel 169ter".

Art.6. Het opschrift van Hoofdstuk VIII van Titel I van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt: "Hoofdstuk VIII - Diverse bepalingen betreffende de vereffening van de rechten en de betaling van het verschuldigde bedrag".

Art.7. In Hoofdstuk VIII van Titel I van hetzelfde Wetboek wordt een nieuw artikel 169ter ingevoegd, luidende:
  "Artikel 169ter. De rechten en, in voorkomend geval, de boeten en de interesten, zoals zij door de ontvanger zijn vastgesteld, worden voorafgaandelijk aan de registratie betaald.
  Behalve wanneer ze verschuldigd zijn in het kader van de registratierechten die, krachtens artikel 3, eerste lid, 6° tot 8°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, worden aangemerkt als gewestelijke belastingen, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in afwijking van het eerste lid bepalen dat de rechten, boeten en interesten die verschuldigd zijn op de door Hem aangewezen categorieën van akten, kunnen of moeten worden betaald na de registratie. In voorkomend geval bepaalt hij de termijn en de nadere regels van de betaling.
  Niemand kan, onder voorwendsel van betwisting van het verschuldigde bedrag of om enige andere reden, die betaling verminderen of uitstellen, behoudens het recht om teruggave te vorderen, indien daartoe grond bestaat.".

Art. 8. Deze wet heeft uitwerking op 1 januari 2015.