Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

6 JUNI 2016. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 04-31-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2016 en bestemd tot dekking van de uitgaven voortvloeiend uit initiatieven inzake culturele diversiteit, gelijkheid van kansen en de aanpassing van arbeidsposten voor personen met een handicap in verschillende federale overheidsdiensten en departementen en in sommige instellingen van openbaar nut



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2016003424 



Artikels:

Artikel 1. § 1 Een vastleggingskrediet en een vereffeningskrediet ten belope van 38.715,60 euro worden afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 04-31-1 (basisallocatie 31.10.010002) van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2016.
  Dit bedrag van 38.715,60 euro zal verdeeld worden overeenkomstig de tabel hieronder.


<td colspan="3" valign="top">Wettelijke artikelen<td colspan="6" valign="top">Totaal
Benaming van de organisatie    
 DepartementAfdelingProgrammaActiviteitBasisallocatieVastleggingskredietVereffe-
  ningskrediet
  
Rijksdienst voor Pensioenen2458114290014.080,004.080,00
POD Maatschappelijke Integratie4455021211011.794,761.794,76
FOD Volksgezondheid254012121101689,70689,70
FOD Binnenlandse zaken1355021211013.540,003.540,00
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering2458114290011.367,641.367,64
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening2340204140131.710,001.710,00
FOD Mobiliteit en vervoer3321027422041.226,851.226,85
FOD Personeel04313041300119.184,4019.184,40
FOD Justicie1240021211011.037,451.037,45
Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie245811429001600,00600,00
FOD Sociale Zekerheid2421621211013.484,803.484,80
38.715,6038.715,60
De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten toegekend aan de betrokken programma's en basisallocaties voor het begrotingsjaar 2016.

Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Onze Minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken en Onze Minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.