17 MEI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 69ter, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd door het koninklijk besluit van 11 juli 2002 en gewijzigd door de koninklijke besluiten van 7 mei 2008 en van 13 februari 2015, wordt vervangen als volgt :
"Art. 69ter. De onderdanen van Zwitserland en de leden van hun familie, vallen onder de bepalingen van Titel II, Hoofdstuk I."
Art.2. Artikel 69quinquies, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 11 juli 2002 en gewijzigd door de koninklijke besluiten van 27 april 2007 en van 7 mei 2008, wordt opgeheven.
Art.3. De identiteitskaart van vreemdeling waarover de Zwitserse onderdanen en hun familieleden beschikken op de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijft geldig tot aan het einde van zijn geldigheidsduur.
De Zwitserse onderdanen en hun familieleden kunnen vervroegd de vervanging van hun in het eerste lid bedoelde identiteitskaart van vreemdeling vragen door middel van een van de volgende documenten :
1° als zij in het vreemdelingenregister zijn ingeschreven : een verklaring van inschrijving of een verblijfkaart van familielid van een burger van de Unie, waarvan de modellen zijn vastgesteld in de bijlagen 8 en 9 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
2° als zij in het bevolkingsregister zijn ingeschreven : een document waaruit de duurzaamheid van het verblijf blijkt of een duurzame verblijfkaart van familielid van een burger van de Unie, waarvan de modellen zijn vastgesteld in de bijlagen 8bis en 9bis van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art. 4. De minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.