22 MEI 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot organisatie van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 6, § 1, 1°, b) van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot organisatie van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering worden de woorden "het socio-economisch en financieel beleid" vervangen door de woorden: "de inhoudelijke beleidsmateries van de minister-president".
Art.2. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 12. Bij het kabinet van de minister-president wordt een cel opgericht waarbij per uittredend lid van de Vlaamse Regering dat geen ministeriële functie meer uitoefent, noch deel uitmaakt van een wetgevende vergadering, in een medewerker wordt voorzien gedurende maximaal twee jaar te rekenen vanaf de datum van het beëindigen van de functie in de Vlaamse Regering.
Het salaris van de medewerker van een uittredend lid van de Vlaamse Regering mag de salarisschaal A212 niet overschrijden.
De medewerkers van deze cel maken deel uit van het kabinet van de minister-president, maar worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van het aantal stafleden en leden van het uitvoerend en aanvullend personeel waarover de minister-president volgens artikel 6, § 1, 1°, artikel 7, eerste lid, en artikel 9, eerste lid, kan beschikken."
Art.3. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 13. Het lid van de Vlaamse Regering benoemt en ontslaat de personeelsleden van het kabinet.
De benoeming en het ontslag van de kabinetschef en de adjunct-kabinetschef worden bij mededeling ter kennis van de Vlaamse Regering gebracht."
Art.4. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden "bij besluit van de Vlaamse Regering" vervangen door de woorden "door het lid van de Vlaamse Regering dat de betrokkene benoemt en ontslaat,".
Art.5. In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt:
"De vervangers van de aangestelde personeelsleden die met bevallingsverlof zijn en van de moederschapsuitkering of de aanvullende moederschapsuitkering genieten, alsook de vervangers van de aangestelde personeelsleden die langer dan 35 werkdagen afwezig zijn wegens ziekte, worden voor de duur van de vervanging niet in aanmerking genomen voor de berekening van het aantal personeelsleden overeenkomstig de artikelen 6, §§ 1 en 2, 7, en 9, eerste en tweede lid, van dit besluit. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing wat de vervangers van de gedetacheerde contractuele personeelsleden betreft."
Art.6. In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan het eerste lid worden de volgende zinnen toegevoegd:
"De vergoeding voor verblijfskosten is tegen 100% en volgt de evolutie van het indexcijfer als vermeld in artikel 19. Het te betalen bedrag wordt afgerond op de hogere cent.".
2° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"De betaling van de vergoeding voor verblijfskosten wordt stopgezet in een van de volgende gevallen:
1° als er geen salaris wordt betaald;
2° bij een afwezigheid, met inbegrip van de afwezigheid wegens arbeidsongeval, van meer dan 35 werkdagen.".
Art.7. In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 en paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "functies in een kabinet" vervangen door de woorden "functies in een kabinet van de Vlaamse Regering";
2° in paragraaf 2, 1° worden de woorden "op een kabinet" vervangen door de woorden "op een kabinet van de Vlaamse Regering";
3° er wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 6. De ontslagen aangestelde personeelsleden die gedurende een onafgebroken periode van twee jaar op een Vlaams kabinet tewerkgesteld waren en niet uit eigen beweging het ambt hebben neergelegd, kunnen gebruik maken van outplacementbegeleiding onder analoge voorwaarden als de personeelsleden van de Vlaamse overheid. Aanvragen die worden ingediend binnen een periode van één maand, te rekenen van de datum van de aangetekende zending die het geëigende aanvraagformulier bevat, zijn ontvankelijk.".
Art.8. De leden van de cel vermeld in artikel 12 van het voornoemde besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, zoals van toepassing vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, die op die datum nog tewerkgesteld zijn, blijven tewerkgesteld tot en met 31 december 2015. Vanaf 1 januari 2016 geldt voor hen de regeling vermeld in artikel 12 van het voornoemde besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, zoals van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding bepaald in dit besluit, gedurende maximaal twee jaar te rekenen vanaf de datum van beëindiging van de functie van de uittredende leden van de Vlaamse Regering.
Art. 9. De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.