18 DECEMBER 2015. - Ordonnantie houdende het eerste deel van de fiscale hervorming(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-2015 en tekstbijwerking tot 29-12-2016)
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen
Art. 2-11
HOOFDSTUK 3. - Aanpassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 12-13
HOOFDSTUK 4. - Aanpassing van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing
Art. 14
HOOFDSTUK 5. - Aanpassing van het Wetboek der Registratie-, hypotheek- en griffierechten met betrekking tot de registratierechten op de schenkingen van onroerende goederen en van het Wetboek der successierechten
Art. 15-17
HOOFDSTUK 6.
Art. 18
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 19
HOOFDSTUK 8. - Forfaitaire bijdrage voor het ophalen van niet huishoudelijk afval
Art. 20-22
HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding
Art. 23-28
1936033102 1939B13002 1990028083 1992031256 1995031610 2012031319 2013031058
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen
Art.2. Het opschrift van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen wordt vervangen door hetgeen volgt :
" Ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen ".
Art.3. Artikel 1 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt :
" Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. ".
Art.4. Hoofdstuk 1 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.
Art.5. Artikel 3 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnantie van 21 februari 2002, door de ordonnantie van 3 april 2003 en door de ordonnantie van 21 december 2012, wordt vervangen door hetgeen volgt :
" Er wordt een belasting geheven ten laste van de volle eigenaar, de erfpachter, de vruchtgebruiker, de opstalhouder en de houder van een recht van gebruik van het geheel of het gedeelte van een bebouwde eigendom, gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat niet bestemd is voor het gebruik als hoofdverblijfplaats of als tweede verblijfplaats door een natuurlijke persoon.
De in het eerste lid bedoelde tweede verblijfplaats, is de verblijfplaats, die niet de hoofdverblijfplaats is, waarmee de natuurlijke persoon een bijzondere, continue en langdurige band heeft. ".
Art.6. Tussen artikel 3 en artikel 4 van dezelfde ordonnantie, wordt de volgende titel ingevoegd : " Hoofdstuk II/1. - Vrijstellingen ".
Art.7. Artikel 4 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnantie van 23 mei 2001, door de ordonnantie van 21 februari 2002, door de ordonnantie van 3 april 2003, door de ordonnantie van 29 april 2004 en door de ordonnantie van 21 december 2012, wordt gewijzigd als volgt :
1° paragrafen 1, 1bis, 1ter, en 2 worden opgeheven;
2° in paragraaf 3 worden de woorden " De belasting, bedoeld in de artikelen 5b en 8, is niet verschuldigd voor gebouwen of gedeelten ervan : " vervangen door de woorden " De belastingplichtige is vrijgesteld van de belasting verschuldigd voor de bebouwde eigendommen of gedeelten ervan : ".
Art.8. Artikel 5 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2001 tot invoering van de euro in de ordonnanties en de uitvoeringsbesluiten inzake Financiën en door de ordonnantie van 1 maart 2007, wordt opgeheven.
Art.9. In de eerste paragraaf van artikel 8 van dezelfde ordonnantie worden de woorden " verschuldigd door de belastingplichtigen bedoeld in artikel 3, § 1, c), " vervangen door de woorden " bedoeld in artikel 3 ".
Art.10. Artikel 9 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnantie van 17 juli 1997 en door de ordonnantie van 21 februari 2002, wordt opgeheven.
Art.11. Artikel 10 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt :
" De belasting bedoeld in deze ordonnantie is een belasting op aangifte. ".
HOOFDSTUK 3. - Aanpassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art.12. In artikel 145/21 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt het tarief van 30 % vervangen door een tarief van 15 %.
Art.13.In hetzelfde Wetboek, worden de volgende artikelen opgeheven :
1° artikel 145/25, ingevoegd bij wet van 8 april 2003 en gewijzigd bij de wetten van 8 april 2003, 9 juli 2004, 14 april 2011, 13 december 2012 en 8 mei 2014;
2° artikel 145/30, ingevoegd bij wet van 27 december 2006 en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2009, wat betreft de Nederlandstalige tekst, 13 december 2012 en 8 mei 2014;
3° artikel 145/31, ingevoegd bij wet van 27 december 2006 en gewijzigd bij de wetten van 8 juli 2008, 22 december 2009, 13 december 2012 en 8 mei 2014;
4° artikel 145/36, ingevoegd bij wet van 13 december 2012 en gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014;
5° artikel 145/47, ingevoegd bij wet van 8 mei 2014.
[1 In afwijking van het vorige lid, blijft het artikel 14530 van toepassing voor de uitgaven gedaan vóór 1 januari 2016.]1
----------
(1)<ORD 2016-12-12/13, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016. Is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2017>
HOOFDSTUK 4. - Aanpassing van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing
Art.14. In artikel 2 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing worden de woorden " wordt vrijstelling van onroerende voorheffing, verleend ten belope van 28 % van het kadastraal inkomen " vervangen door de woorden " wordt geen vrijstelling verleend ".
HOOFDSTUK 5. - Aanpassing van het Wetboek der Registratie-, hypotheek- en griffierechten met betrekking tot de registratierechten op de schenkingen van onroerende goederen en van het Wetboek der successierechten
Art.15. De eerste paragraaf van artikel 131 van het Wetboek der Registratie-, hypotheek- en griffierechten wordt vervangen door hetgeen volgt :
" § 1. - Voor de schenkingen onder de levenden van onroerende goederen wordt over het bruto-aandeel van elk der begiftigden een evenredig recht geheven volgens het in de onderstaande tabellen vermelde tarief.
Hierin wordt onder " a " vermeld het percentage dat toepasselijk is op het overeenstemmende gedeelte.
Voor de toepassing van deze afdeling, wordt onder samenwonende verstaan, de persoon die zich in de toestand van wettelijke samenwoning bevindt in de zin van titel Vbis van boek III van het Burgerlijk Wetboek.
Tabel I
Tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden
Tranche de la donation | a | Gedeelte van de schenking | a | ||
de | à (inclus) | van | tot inbegrepen | ||
0,01 EUR | 150.000 EUR | 3 % | 0,01 EUR | 150.000 EUR | 3 % |
150.000,01 EUR | 250.000 EUR | 9 % | 150.000,01 EUR | 250.000 EUR | 9 % |
250.000,01 EUR | 450.000 EUR | 18 % | 250.000,01 EUR | 450.000 EUR | 18 % |
Au-delà de 450.000 EUR | 27 % | Boven de 450.000 EUR | 27 % |
Tranche de la doltaion | a | Gedeelte van de schenking | a | ||
de | à (inclus) | van | tot inbegrepen | ||
0,01 EUR | 150.000 EUR | 10 % | 0,01 EUR | 150.000 EUR | 10 % |
150.000,01 EUR | 250.000 EUR | 20 % | 150.000,01 EUR | 250.000 EUR | 20 % |
250.000,01 EUR | 450.000 EUR | 30 % | 250.000,01 EUR | 450.000 EUR | 30 % |
Au-delà de 450.000 EUR | 40 % | Boven de 450.000 EUR | 40 % |