13 MEI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 30 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 30, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in A., 1., 4° doelgroep, groep 1, subgroep 3, 2., vóór de verstrekking 742512, wordt de volgende verstrekking ingevoegd :
" 743352 plano tot en met 8,00 . . . . . Z 192 ";
2° in A., 1., 4° doelgroep, groep 1, subgroep 3, 3., vóór de verstrekking 742534, wordt de volgende verstrekking ingevoegd :
" 743374 plano tot en met 8,00 . . . . . Z 212 ";
3° in A., 2., wordt het punt 2.2 vervangen door de volgende bepalingen :
" 2.2 Vergoedingsbasis
a) De verzekeringstegemoetkoming wordt per oog en per type glas bepaald door de sterkte van het brillenglas voor ofwel het zicht van nabij, ofwel het zicht van ver ofwel het tussenzicht, uitgedrukt in dioptrie. De verzekeringstegemoetkoming voor torische brillenglazen wordt steeds bepaald op basis van de positieve waarde van cilinder.
In geval van een torisch glas met een negatieve cilinder wordt de verzekeringstegemoetkoming bepaald na transpositie. De transpositie naar een glas met positieve cilinder gebeurt als volgt :
- de dioptriewaarde van de sfeer wordt bekomen door de algebraïsche som van de oorspronkelijke dioptriewaarde van de sfeer en de dioptriewaarde van de cilinder.
- de negatieve dioptriewaarde van de cilinder wordt omgezet in een positieve dioptriewaarde. De absolute waarde wijzigt niet.
- de as van de cilinder wordt verhoogd of verminderd met 90 graden.
b) De drempels, uitgedrukt in dioptrieën opgesomd in punt A.1., worden als volgt beoordeeld :
- In geval van een sferisch brillenglas wordt de verzekeringstegemoetkoming bepaald door de absolute dioptriewaarde van de sfeer.
- In geval van een torisch brillenglas met een negatieve of positieve sfeer en een positieve cilinder en waarvan de dioptriewaarde van de sfeer gelijk of hoger is dan 8,25 dioptrie wordt de verzekeringstegemoetkoming bepaald door de absolute dioptriewaarden van de sfeer en de cilinder.
- In geval van een torisch brillenglas van de doelgroepen 1° of 3° met een positieve sfeer en een positieve cilinder (desgevallend na transpositie) en waarvan de dioptriewaarde van de sfeer lager is dan 8,25 dioptrie (4,25 dioptrie voor de 3e doelgroep: rechthebbenden ≥ 65 jaar) wordt de verzekeringstegemoetkoming bepaald na de algebraïsche som van de dioptriewaarden van de sfeer en de cilinder. Als deze som gelijk is aan of hoger is dan 8,25 dioptrie (4,25 dioptrie voor de 3e doelgroep : rechthebbenden ≥ 65 jaar), dan wordt de verzekeringstegemoetkoming bepaald op basis van het torische glas in de categorie van brillenglazen met overeenstemmende cilinder.
- In geval van bi-, trifocaal of progressief brillenglas wordt de verzekeringstegemoetkoming bepaald door de dioptriewaarde voor het ver zien en eventueel na transpositie. Voor een brillenglas waarvan de dioptrieën van de sfeer de maximale dioptrieën, opgenomen in punt A.1., overschrijden, wordt de verzekeringstegemoetkoming bepaald op basis van de maximale dioptrie die is vastgelegd per categorie (sferisch of torisch) van brillenglazen.
- De leestoeslag of additie wordt niet in rekening gebracht bij het bepalen van de drempels.
c) Een verzekeringstegemoetkoming voor de bijslagen, opgenomen in punt A.1., is slechts mogelijk wanneer een verzekeringstegemoetkoming wordt toegekend voor het brillenglas waarop de bijslag van toepassing is.
d) De keuze van de brillenglazen gebeurt door de rechthebbende in overleg met de opticien. De brillenglazen die voor beide ogen worden afgeleverd moeten steeds dezelfde karakteristieken en eenzelfde brekingsindex hebben, ook indien slechts één brillenglas wordt vergoed. Indien een brillenglas met een hogere brekingsindex wordt afgeleverd dan voorzien in dit artikel, dan wordt het brillenglas vergoed aan het tarief van het brillenglas met de hoogste brekingsindex die in dit artikel is opgenomen.
e) De prijs van de brillenglazen omvat het honorarium en de kosten voor metingen, het passen, de aanpassingen en het refractioneren die noodzakelijk zijn om in een degelijke toerusting te voorzien.
4° in A., 2., 2.3., worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) Het 1ste lid wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" De brillenglazen mogen steeds hernieuwd worden bij een verschil van minstens 0,5 dioptrie ofwel in de sfeer, ofwel in de cilinder ofwel in de prisma in vergelijking met de vorige aflevering. Voor de unifocale brillenglazen mag het verschil van 0,5 dioptrie betrekking hebben op het zicht voor ver, op het tussenzicht of op het zicht voor nabij. Voor de bifocale of trifocale of progressieve brillenglazen mag het verschil van 0,5 dioptrie betrekking hebben op het zicht voor ver of het zicht voor nabij. Bij progressieve brillenglazen geeft een verandering van 0,5 dioptrie in het tussenzicht geen recht op een hernieuwing. ";
b) het 4de lid wordt geschrapt.
5° in A., 2., wordt het punt 2.5 vervangen door de volgende bepalingen :
" 2.5. Cumul
a) Verschillende unifocale brillenglazen
Onafhankelijk van de dioptrieën kunnen er gelijktijdig of binnen de hernieuwingstermijn maximaal drie unifocale brillenglazen voor een verschillende kijkafstand (ver, nabij of tussen) worden vergoed, mits duidelijke vermelding op het medisch voorschrift door de geneesheer-specialist voor oftalmologie dat het om verschillende brillenglazen gaat met dezelfde dioptrie maar met andere centrage naargelang de kijkafstand.
b) Verschillende unifocale gekleurde brillenglazen met vaste tint (subgroep 3 van 4° doelgroep).
Voor patiënten waarvoor de glazen onder subgroep 1 en 2 van doelgroep 4° zich niet aanpassen aan het binnen- en buitenzicht en waarvoor de geneesheer-specialist voor oftalmologie de noodzaak van 2 verschillende vaste tinten vermeldt op het medisch voorschrift, is de cumul van 2 paar brillenglazen van subgroep 3 met vaste tint toegestaan. ";
6° in A., 4., 4.1., in de franse tekst, in de eerste zin, wordt het woord "unifocaux" geschrapt;
7° in A., 4., 4.2., worden de woorden " De bi- of trifocale of progressieve brillenglazen " vervangen door de woorden " De brillenglazen opgenomen in punt A.1.2°, ";
8° in A., 6., 6.1., wordt het eerste lid vervangen door de volgende bepalingen :
" De brillenglazen met medische filter met vooraf bepaalde absorptie van blauw licht, opgenomen in punt A.1.4°, groep 1, en de voorhangsystemen en overzetbrillen met medische filter met vaste tint, opgenomen in punt A.1.4°, groep 2, worden enkel vergoed in geval van :
1. retinitis pigmentosa;
2. achromatopsie;
3. tapetoretinale degeneraties;
4. albinisme;
5. aniridie;
6. Birdschot-chorioretinopathie;
7. diabetische retinopathie met ernstige fotofobie;
8. nervus opticus atrofie. ";
9° in C., 2., 2.1., 7de lid, in de eerste zin, worden de woorden " (> 16 mm) " in fine ingevoegd;
10° in C., 2., 2.2, 2.2.2., worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) het 1ste lid wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" Optische contactlenzen, opgenomen in punt C.1., groep 1, worden enkel vergoed in geval van :
1. monoculaire afakie;
2. anisometropie van 3,00 dioptrieën en meer;
3. onregelmatig astigmatisme waarbij een correctie door brillenglazen niet helpt;
4. ametropie van minstens -/+ 8,25 dioptrieën. ";
b) in 3de lid, in de eerste zin, worden de woorden " het brekend vermogen van de contactlens " vervangen door de woorden " het brekend vermogen van het brillenglas ";
c) in de franse tekst, in het 4de lid, in de laatste zin, wordt het woord " mensuelles " geschrapt;
11° in C., 2., 2.2, 2.2.3., worden de bepalingen vervangen door de volgende bepalingen:
" De specifieke contactlenzen voor onregelmatigheden van de cornea, opgenomen in punt C.1., groep 2, worden enkel vergoed in geval van :
1. keratoconus;
2. onregelmatig astigmatisme waarbij een correctie door brillenglazen niet helpt;
3. ernstige misvorming van de cornea;
4. albinisme. ";
12° in C., 2., 2.2., 2.2.4., worden de bepalingen vervangen door de volgende bepalingen :
" De soepele gehydrateerde contactlenzen met ondoorzichtige geschilderde of opgedrukte iris, met ondoorzichtige of transparante pupil, opgenomen in punt C.1., groep 3, worden enkel vergoed in geval van :
1. corneavertroebeling die de pupil gedeeltelijk of volledig overdekt;
2. coloboma;
3. definitieve mydriasis;
4. albinisme;
5. vervorming van de pupil.
De soepele gehydrateerde contactlenzen met transparante perifere zone, met een ondoorzichtige en zwarte pupil, opgenomen in punt C.1., groep 3, worden enkel vergoed in geval van :
1. diplopie;
2. strabisme in geval van huidallergie voor occluders (schelp met zuignapje of microporiën);
3. blijvende amblyopie;
4. inoperabel cataract. ";
13° in G., 1., wordt de omschrijving van de verstrekking 743293 vervangen door de volgende omschrijving :
" Occluder met microporiën (per doos) ";
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 december 2012.
Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.