Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1992 tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992022496 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1bis van het koninklijk besluit van 21 december 1992 tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
  § 2. "Voor de eerste twee jaren van deelname aan de werkingskosten van de Controledienst, zijn deze maatschappijen van onderlinge bijstand het forfaitair minimumbedrag verschuldigd dat overeenstemt met de som van de forfaitaire bijdragen bedoeld in artikel 2, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 17 juli 2012 betreffende de dekking van de werkingskosten van de Nationale Bank van België verbonden aan het toezicht op financiële instellingen, tot uitvoering van artikel 12bis, § 4, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, aangepast overeenkomstig artikel 1, derde lid, van ditzelfde koninklijk besluit en van de minimumbijdrage vastgesteld voor de verzekeringsondernemingen door het koninklijk besluit van 17 mei 2012 betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA ter uitvoering van artikel 56 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, aangepast overeenkomstig ditzelfde koninklijk besluit";
  2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
  " § 3. Voor de volgende jaren dragen deze maatschappijen van onderlinge bijstand bij tot de werkingskosten van de Controledienst ten belope van een promille door Ons vastgesteld van hun premies en bijdragen, gestort door de leden gedurende het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben. In afwijking van artikel 1 stemt dit promille overeen met de som S berekend als volgt op basis van de gegevens bedoeld in het tweede lid :
  S = C1/P1 + C2/P2
  waar :
  C1 overeenstemt met de bijdrage van de verzekeringsondernemingen, in het kader van ziekteverzekeringsactiviteiten in de zin van tak 2 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en van hulpverleningsactiviteiten zoals bedoeld in tak 18 van bijlage 1 van voornoemd koninklijk besluit, in de werkingskosten van de FSMA bepaald in toepassing van artikel 8 van voornoemd koninklijk besluit van 17 mei 2012;
  P1 overeenstemt met het totaal bedrag van de premies en bijdragen die in aanmerking komen voor de verdeling van de bijdrage bedoeld onder C1;
  C2 overeenstemt met de bijdrage van de verzekeringsondernemingen, in het kader van ziekteverzekeringsactiviteiten in de zin van tak 2 van bijlage 1 van voornoemd koninklijk besluit van 22 februari 1991 en van hulpverleningsactiviteiten zoals bedoeld in tak 18 van bijlage 1 van voornoemd koninklijk besluit, in de werkingskosten van de NBB bepaald in toepassing van artikel 2 van voornoemd koninklijk besluit van 17 juli 2012;
  P2 overeenstemt met het totaal bedrag van de premies en bijdragen die in aanmerking komen voor de verdeling van de bijdrage bedoeld onder C2;
  De som bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld door de Controledienst in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben, op basis van het meest recent gemeenschappelijk kalenderjaar waarvoor de FSMA en de NBB over deze gegevens beschikken. Deze gegevens worden door de FSMA en de NBB aan de Controledienst overgemaakt uitelijk op 30 september van datzelfde jaar.
  In afwijking van het tweede lid wordt de som bedoeld in het eerste lid, voor het kalenderjaar 2014, vastgesteld door de Controledienst ten laatste op 31 maart 2015 vastgesteld.";
  3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :
  " § 4. De maatschappijen van onderlinge bijstand bedoeld in § 1 waarvan de vergunning is ingetrokken of herroepen of die ervan afstand doen, blijven bijdrageplichtig zolang zij, na voormelde intrekking, herroeping of afstand, onderworpen blijven aan het toezicht van de Controledienst.".

Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 februari 2000, 26 augustus 2010 en 11 december 2013, wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidende :
  " § 1bis. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, wordt het door de maatschappijen van onderlinge bijstand bedoeld in de artikelen 43bis, § 5, en 70, §§ 6, 7 en 8, van de voornoemde wet van 6 augustus 1990 te betalen promille, in toepassing van artikel 1bis, § 3, voor het kalenderjaar 2014, in een enkele storting vereffend, uiterlijk binnen de maand volgend op het versturen door de Controledienst van het schrijven waarbij de betrokken maatschappij van onderlinge bijstand verzocht wordt deze storting uit te voeren.
  In afwijking van paragraaf 1, derde lid, wordt het forfaitair minimumbedrag voorzien door artikel 1bis, § 2, door de betrokken maatschappij van onderlinge bijstand, voor het kalenderjaar 2014, in een enkele storting, aan de Controledienst gestort, uiterlijk binnen de maand volgend op het versturen door de Controledienst van het schrijven waarbij de betrokken maatschappij van onderlingen bijstand verzocht wordt deze storting uit te voeren.".

Art.3. Dit besluit is van toepassing vanaf het kalenderjaar 2014.

Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.