3 APRIL 2015. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de gelijkstellingen betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan het wetenschappelijk personeel en aan de management-, staf- en leidinggevende functies in de federale wetenschappelijke instellingen
Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N, 1N
Artikel 1. De gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan het wetenschappelijk personeel in de federale wetenschappelijke instellingen, die bijlage A van dit besluit vormt, aan het Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan ambtenaren en bedienden van de federale openbare besturen, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2008, wordt goedgekeurd.
Art.2. De gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de management-, staf- en leidinggevende functies in de federale wetenschappelijke instellingen, die bijlage B van dit besluit vormt, aan het Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan management- en staffuncties in de federale openbare besturen, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2008, wordt goedgekeurd.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2008.
Art.4. De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N. Bijlage A. - Gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan het wetenschappelijk personeel in de federale wetenschappelijke instellingen.
1. Deze gelijkstelling is van toepassing op het wetenschappelijk personeel in de federale wetenschappelijke instellingen.
2. In de onderhavige gelijkstelling wordt de minimumleeftijd voor de opname in de Nationale Orden vastgesteld op 40 jaar.
3. Een tijdspanne van 10 jaar geldt tussen twee onderscheidingen in de Nationale Orden ten gunste van eenzelfde persoon, behalve wanneer het gaat om eretekens die toegekend worden voor oorlogsfeiten.
Deze termijn kan zo nodig ingekort worden, zonder evenwel te kunnen worden teruggebracht tot minder dan 5 jaar, wanneer de vorige onderscheiding later toegekend werd dan op de minimumleeftijd die in die leeftijdsklasse voorzien is.
4. In elke leeftijdsklasse, van 40 tot 50, van 50 tot 60 en van 60 tot 65 jaar, mag niemand meer dan eenmaal onderscheiden worden, onverminderd de uitzondering die in het eerste lid van het voorgaande artikel voorzien is.
5. De personeelsleden moeten beschikken over 10 jaar dienstanciënniteit en gedurende minstens 2 jaar hun functie uitgeoefend hebben om aanspraak te kunnen maken op de voorziene onderscheiding. Bovendien is voor het toekennen van de laatste in de tabel voorkomende onderscheiding aan de personeelsleden een niveauanciënniteit van 25 jaar vereist. Wanneer die anciënniteit niet zou zijn bereikt, kan een onmiddellijk lagere onderscheiding van een graad in de gecombineerde hiërarchie van de Nationale Orden toegekend worden.
6. Er wordt, voor de toepassing van de onderhavige gelijkstelling, geen rekening gehouden met de tijdelijke waarneming van functies die tot een hogere hiërarchische rang behoren dan de rang van het werkelijk beklede ambt.
7. Aan het wetenschappelijk personeel in de federale wetenschappelijke instellingen mogen in geen andere hoedanigheid eretekens in de Nationale Orden toegekend worden.
Er wordt enkel een uitzondering gemaakt wat betreft :
1° de eretekens wegens oorlogsfeiten;
2° de reserveofficieren, die mogen kiezen tussen het administratief reglement en het militair reglement; deze keuze is bindend voor heel de duur van de inschrijving van de betrokkenen in het reservekader van het Leger.
8. De toekenning van een onderscheiding door een andere Minister dan de Minister tot wiens administratie het personeelslid behoort, is onderworpen aan de voorafgaande instemming van deze laatste.
Van deze regel wordt slechts afgeweken ingeval een belanghebbende zich, in oorlogstijd, eventueel bij het Leger bevindt.
9. Niet-statutaire personeelsleden worden niet onderscheiden. Nadat zij benoemd zijn, wordt echter de tijd die zij aldus hebben doorgebracht, aangerekend als tijd doorgebracht in een definitieve betrekking.
10. De tijd die gedurende de administratieve loopbaan onder de wapens wordt doorgebracht, wordt er niet van afgetrokken.
11. Indien iemand in toepassing van artikel 7, § 1, van de wet van 1 mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden ten minste het ereteken bezit dat voor zijn toestand is voorzien, wordt hem geen ereteken toegekend.
Van deze regel wordt slechts afgeweken indien het gaat om eretekens verworven voor oorlogsfeiten. In dit geval mag de betrokken persoon de onderscheiding ontvangen die, in de gecombineerde hiërarchie van de Nationale Orden, onmiddellijk hoger is dan die die hem (haar) werd toegekend. Iedere eventualiteit buiten dit geval geeft aanleiding tot de toepassing van punt 17 van de onderhavige gelijkstelling.
12. Niemand mag worden gedecoreerd indien hij een evaluatie "onvoldoende" heeft gekregen. In dat geval gebeurt de toekenning van een onderscheiding tijdens de eerstvolgende beweging na een evaluatie waarvan de eindvermelding minstens "goed" is.
13. Elke toekenning vindt plaats bij de beweging die het ogenblik voorafgaat waarop de betrokken persoon werkelijk aan de voorwaarden zou voldoen om gedecoreerd te worden.
14. Geen enkele termijn is vereist tussen de toekenning van een onderscheiding in de Nationale Orden en de toekenning van een ereteken van een andere aard.
15 a. Dienst- en niveauanciënniteit worden berekend volgens de principes van het statuut van de personeelsleden van het wetenschappelijk personeel in de federale wetenschappelijke instellingen.
b. Afwezigheidsperioden die gelijkgesteld worden met de administratieve stand non-activiteit komen niet in aanmerking voor de toekenning van een onderscheiding.
16. Tuchtstraffen.
Vertragingen van de hieronder aangeduide duur volgen uit de navolgende tuchtstraffen :
- terechtwijzing | 6 maanden | |
- blaam | 9 maanden | |
- inhouding van wedde | 12 maanden | |
- verplaatsing bij tuchtmaatregel | 18 maanden | |
- tuchtschorsing | 24 maanden | |
- lagere inschaling | 36 maanden | |
- terugzetting | 36 maanden |
Federale rangen | Niveau | Klasse | Titel/Graad | Weddeschaal | Tussen 40 en 50 jaar | Tussen 50 en 60 jaar | Tussen 60 en 65 jaar |
15 | A | SW4 | Onderzoeksleider | SW41 | Officier in de Leopoldsorde | Commandeur in de Kroonorde | Grootofficier in de Orde van Leopold II |
13 | A | SW3 | Eerstaanwezend werkleider | SW31 | Officier in de Kroonorde | Commandeur in de Orde van Leopold II | Commandeur in de Leopoldsorde |
10 | A | SW2 SW1 | Werkleider Assistent | SW21 SW11 - SW10 | Ridder in de Leopoldsorde | Officier in de Kroonorde | Commandeur in de Orde van Leopold II |
Federale overheid | Federale wetenschappelijke instellingen | Titel | Na 6 jaar mandaat | 6 jaar na het 1ste ereteken | 6 jaar na het 2de ereteken |
Managementfuncties N-1 | Managementfuncties N-1 | Algemeen directeur | Commandeur in de Orde van Leopold II | Commandeur in de Leopoldsorde | Grootofficier in de Kroonorde |
Management-, staffuncties N-2 | Management-, staffuncties N-2 en leidinggevende functie | Directeur van onder- steunende dienst Operationeel directeur | Officier in de Leopoldsorde | Commandeur in de Kroonorde | Grootofficier in de Orde van Leopold II |