1 MAART 2015. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de leden van de organen van de Nationale Bank van België en van het reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden van de Nationale Bank van België
Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. Het reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de leden van de organen van de Nationale Bank van België, dat bijlage A van dit besluit vormt, wordt goedgekeurd.
Art.2. Het reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden van de Nationale Bank van België die bijlage B van dit besluit vormt, word goedgekeurd.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de beweging van 8 april 2011.
Art.4. De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage A - Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de leden van de organen van de Nationale Bank van België.
1. Dit reglement is van toepassing op de leden van de organen van de Nationale Bank van België.
2. Elke toekenning vindt plaats ter gelegenheid van de promotie die het ogenblik voorafgaat waarop de betrokken persoon werkelijk aan de voorwaarden zou voldoen om gedecoreerd te worden.
3. Aan de leden van de organen van de Nationale Bank van België mogen in geen andere hoedanigheid eretekens in de Nationale Orden toegekend worden.
Er wordt enkel een uitzondering gemaakt wat betreft :
- eretekens voor oorlogsfeiten;
- reserveofficieren, die kunnen kiezen tussen het administratief reglement en het militair reglement; deze keuze is bindend voor de hele duur van de inschrijving van de betrokkenen in het reservekader van het Leger;
- de mandatarissen bedoeld in punt 5, B), van dit reglement.
4. De mandaathouders van de Nationale Bank van België kunnen geen onderscheiding krijgen indien ze bij de laatste functioneringsevaluatie de eindvermelding "onvoldoende" toegekend kregen.
5. De 5 of 6 mandaatjaren (in functie van het soort mandaat) hebben betrekking op ononderbroken mandaatjaren.
Bij opeenvolging van verschillende mandaten verwijst de toegekende onderscheiding naar het laatst uitgeoefende mandaat.
A) In geval van vervroegd vertrek voor het einde van het mandaat of in geval van een mandaat met een kortere duur kan de mandaathouder een onderscheiding krijgen die onmiddellijk lager is in de gecombineerde hiërarchie van de Nationale Orden, op voorwaarde dat hij de functie gedurende minstens 3 jaren heeft uitgeoefend.
B) Iedere mandaathouder van de Nationale Bank van België die een eervolle onderscheiding toegekend zou krijgen die lager is dan dewelke waarop hij aanspraak zou kunnen maken ingevolge zijn oorspronkelijk reglement (in functie van zijn titel, klasse en leeftijdsklasse), kan erom verzoeken dat hem dit hogere ereteken wordt toegekend. Voor het overige is hij op het einde van zijn mandaat, wanneer hij zijn vroegere functie weer opneemt, opnieuw onderworpen aan zijn oorspronkelijk reglement. In dit geval is artikel 7, § 1, van de wet van 1 mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden van toepassing.
Tabel van de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de leden van de organen van de Nationale Bank van België
Titel | |||
Gouverneur | Vanaf 40 jaar en na 5 mandaatjaren: Commandeur in de Kroonorde | 5 mandaatjaren na het eerste ereteken: Grootofficier in de Orde van Leopold II | 5 mandaatjaren na het tweede ereteken: Grootofficier in de Leopoldsorde |
Lid van het Directiecomité | Vanaf 40 jaar en na 6 mandaatjaren: Commandeur in de Orde van Leopold II | 6 mandaatjaren na het eerste ereteken: Commandeur in de Leopoldsorde | mandaatjaren na het tweede ereteken: Grootofficier in de Kroonorde |
Regent | Vanaf 40 jaar en na 6 mandaatjaren: Officier in de Kroonorde | 6 mandaatjaren na het eerste ereteken: Commandeur in de Orde van Leopold II | 6 mandaatjaren na het tweede ereteken: Commandeur in de Leopoldsorde |
Censor | Vanaf 40 jaar en na 6 mandaatjaren: Ridder in de Leopoldsorde | 6 mandaatjaren na het eerste ereteken: Officier in de Kroonorde | 6 mandaatjaren na het tweede ereteken: Commandeur in de Orde van Leopold II |
Graad of beroepscategorie | Leeftijdsklasse Van 40 tot 50 jaar | Leeftijdsklasse Van 50 tot 60 jaar | Leeftijdsklasse Van 60 tot 65 jaar |
Secretaris Schatbewaarder | Officier in de Leopoldsorde | Commandeur in de Kroonorde | Grootofficier in de Orde van Leopold II |
Adviseur van de directie Adjunct-directeur Onderdirecteur Inspecteur-generaal Adviseur niveau 2 | Officier in de Kroonorde | Commandeur in de Orde van Leopold II | Commandeur in de Leopoldsorde |
Adviseur niveau 1 Afdelingshoofd Adjunct-adviseur | Ridder in de Leopoldsorde | Officier in de Kroonorde | Commandeur in de Orde van Leopold II |
Attaché | Ridder in de Kroonorde | Ridder in de Leopoldsorde | Officier in de Orde van Leopold II |
Bediende beroepscategorie 5 tot 8 | Ridder in de Orde van Leopold II | Ridder in de Kroonorde | Ridder in de Leopoldsorde |
Bediende beroepscategorie 4 | - | Ridder in de Orde van Leopold II | Ridder in de Kroonorde |
Bediende beroepscategorie 2 of 3 | - | Gouden Palmen in de Kroonorde | Ridder in de Orde van Leopold II |
Bediende beroepscategorie 1 | - | Gouden Medaille in de Orde van Leopold II | Gouden Palmen in de Kroonorde |