Details





Titel:

12 MEI 2015. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de erkenningscriteria van de vereniging of organisatie bedoeld in de artikelen VI.114 en XIV.81 van het Wetboek van economisch recht(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-05-2015 en tekstbijwerking tot 04-09-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Erkenningsvoorwaarden voor de vereniging of organisatie belast met het beheer van een uniek gegevensbestand
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Verplichtingen voor de telefoonoperatoren
Art. 5-7
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2015011256  2024008189 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Erkenningsvoorwaarden voor de vereniging of organisatie belast met het beheer van een uniek gegevensbestand
Artikel 1.De vereniging of organisatie bedoeld in de artikelen VI.114, § 2, en XIV.81, § 2, van het Wetboek van economisch recht kan worden erkend indien zij aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° inzake gebruiksgemak:
  a) de vereniging of organisatie registreert het verzet van de abonnees van alle telefoonoperatoren bedoeld in de artikelen VI.111 en XIV.78 van hetzelfde Wetboek;
  b) de abonnee kan zich op eender welk moment via telefoon, brief of internet inschrijven of uitschrijven of wijzigingen aanbrengen aan zijn inschrijving;
  c) binnen vijf werkdagen wordt aan de abonnee een gedateerde bevestiging van zijn inschrijving, van zijn uitschrijving of van de wijziging van zijn inschrijving toegestuurd per brief of op een andere duurzame gegevensdrager; deze bevestiging verduidelijkt de draagwijdte van de inschrijving of uitschrijving, in het bijzonder wat betreft de prioriteitsregel, en verstrekt bijkomend informatie over het schrappingsrecht uit de gidsen en de andere mogelijkheden die de abonnee heeft om zich te verzetten tegen het ontvangen van marketing;
  d) de abonnee kan op elk ogenblik zijn gegevens raadplegen via internet, of indien hij niet over de nodige middelen daartoe beschikt, deze gegevens opvragen;
  e) er wordt geen enkele kost aan de abonnee in rekening gebracht;
  f) de inschrijving van de abonnee blijft geldig, totdat hij zich uitschrijft, het oproepnummer niet meer aan hem is toegekend of het oproepnummer niet meer actief is;
  2° inzake afwezigheid van een winstgevend doel:
  a) de vereniging of organisatie wordt opgericht voor onbepaalde duur onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk en leeft te allen tijde de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen na;
  b) het maatschappelijk doel van de vereniging of organisatie beperkt zich strikt tot de opdrachten die uit de artikelen VI.111 tot VI.114 en XIV.78 tot XIV.81 van hetzelfde Wetboek voortvloeien;
  c) bij ontbinding van de vereniging of de organisatie:
  - worden de beschikbare gegevens gratis overgemaakt aan een nieuw erkende vereniging of organisatie, of bij gebreke aan de respectievelijke telefoonoperatoren;
  - [1 worden de inkomsten-/kostenstructuur van de respectievelijke activiteiten verdeeld tussen de vereniging belast met het beheer van de centrale nummerdatabank bedoeld in artikel 106/2 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en de nieuw erkende vereniging;]1
  d) het mandaat van bestuurder van de vereniging of organisatie wordt niet vergoed;
  e) de vereniging of organisatie kan enkel deelnemen in andere verenigingen of rechtspersonen, wanneer deze geen winstgevend doel hebben en voor zover hun maatschappelijk doel gelijkaardig is;
  f) de vereniging of organisatie beperkt de kosten tot wat strikt nodig is voor een efficiënte uitvoering van haar opdracht;
  3° inzake toegang voor personen die om redenen van direct marketing telefonische oproepen willen doen of voor wier rekening dit gebeurt:
  a) deze personen krijgen op eender welk ogenblik via elektronische weg toegang tot de nodige gegevens om te kunnen voldoen aan de artikelen VI.112 en XIV.79 van hetzelfde Wetboek;
  b) de toegangsrechten worden zowel op eenmalige basis als voor een bepaalde duur verleend;
  c) de vereniging of de organisatie beperkt de vergoedingen die worden aangerekend aan deze personen, tot wat strikt nodig is voor het dekken van de kosten voor de toegang tot de gegevens en van de investeringskosten die daarvoor nodig zijn;
  d) de verdeling van de kosten wordt in het huishoudelijk reglement vastgelegd in overleg met de telefoonoperatoren en de ondernemingen die aan direct marketing doen via de telefoon; daartoe verleent de vereniging of de organisatie inzage in haar boekhouding die voldoende gedetailleerd is;
  4° inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer:
  a) enkel de telefoonnummers die opgenomen zijn in het bestand van de vereniging of organisatie en de datum waarop de abonnee heeft meegedeeld geen oproepen meer te willen ontvangen, worden verstrekt aan de personen die om redenen van direct marketing telefonische oproepen willen doen of voor wier rekening dit gebeurt;
  b) de personen die deze telefoonnummers bekomen van de vereniging of organisatie, gebruiken de verkregen inlichtingen uitsluitend om na te gaan of een abonnee zich niet heeft verzet tegen oproepen om redenen van direct marketing naar een bepaald telefoonnummer;
  c) alle nodige voorzieningen zijn getroffen om de gegevens waarover de vereniging of organisatie beschikt te beveiligen tegen diefstal of misbruik;
  d) de vereniging of organisatie duidt een aangestelde voor de gegevensbescherming en/of een veiligheidsconsulent aan;
  e) de gegevens waarover de vereniging of organisatie beschikt, worden uitsluitend aangewend voor de doelstellingen die zijn voorzien in de artikelen VI.111 tot VI.114 en XIV.78 tot XIV.81 van hetzelfde Wetboek.
  ----------
  (1)<KB 2024-07-17/20, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 14-09-2024>

Art.2. De vereniging of organisatie die wordt erkend krachtens de artikelen VI.114 en XIV.81 van het Wetboek van economisch recht, maakt jaarlijks voor eind maart een verslag over aan de minister bedoeld in artikel I.1, 3°, van hetzelfde Wetboek, aan de minister bedoeld in artikel I.8, 36°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014 en aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer over de werkzaamheden van het vorige jaar en over de interne privacy- en impactanalyses.

Art.3. De ministers bedoeld in artikel 2 kunnen een vertegenwoordiger aanwijzen die alle bijeenkomsten van de statutaire organen kan bijwonen.
  De vertegenwoordigers ontvangen zoals de leden van de statutaire organen alle documenten in voorbereiding van deze bijeenkomsten. Ze hebben inzage in alle stukken van de vereniging op eenvoudige vraag.

Art.4. Om te worden erkend, maakt de vereniging of organisatie aan de minister bedoeld in artikel I.1, 3°, van het Wetboek van economisch recht een aanvraag over, die aantoont dat wordt voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1.
  De erkenning wordt ingetrokken wanneer de vereniging of organisatie niet voldoet aan de voorwaarden van dit besluit.

HOOFDSTUK 2. - Verplichtingen voor de telefoonoperatoren
Art.5. De telefoonoperatoren maken uitsluitend gebruik van de diensten van de erkende vereniging of organisatie om te voldoen aan de verplichtingen bedoeld in de artikelen VI.111, VI.113, XIV.78 en XIV.80 van het Wetboek van economisch recht.

Art.6. De telefoonoperatoren stellen de erkende vereniging of organisatie onmiddellijk op de hoogte, wanneer een oproepnummer niet meer langer is toegekend aan een abonnee of niet meer actief is.

Art.7. De telefoonoperatoren nemen alle kosten van de erkende vereniging of organisatie ten laste met betrekking tot de informaticastructuur en software, met uitzondering van de kosten voor de toegang tot de gegevens voor personen die aan direct marketing via de telefoon willen doen en van de investeringskosten die daarvoor nodig zijn.
  De verdeelsleutel voor de bepaling van het aandeel van elke telefoonoperator wordt in onderling overleg bepaald in het reglement van inwendige orde van de erkende vereniging of organisatie.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 8. De minister bevoegd voor Economie en Consumenten, de minister bevoegd voor de Telecommunicatie, de minister bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.