Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 AUGUSTUS 2015. - Wet tot wijziging van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, wat het Controleorgaan op de politionele informatie betreft



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993009167 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens
Art.2. In artikel 36ter van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, ingevoegd bij de wet van 18 maart 2014, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende :
  " § 2/1. Onverminderd de bevoegdheid van de Kamer van volksvertegenwoordigers om de gedetailleerde begroting van het Controleorgaan op de politionele informatie te onderzoeken en goed te keuren, alsook de uitvoering ervan te controleren en de gedetailleerde rekeningen te verifiëren en goed te keuren, worden de kredieten voor deze begroting als dotatie opgenomen in de algemene uitgavenbegroting van de Staat.
  Het Controleorgaan voegt bij zijn begrotingsvoorstel een bondig bestuursplan waarvan het de inhoud en de vorm bepaalt, onverminderd de opmerkingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers; het in artikel 36ter/13, 1°, bedoelde jaarlijks activiteitenverslag bevat een onderdeel waarin de opvolging van dat plan wordt toegelicht.".

Art.3. In artikel 36ter/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 maart 2014, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
  " § 2. Alvorens hun functie op te nemen, leggen de leden van het Controleorgaan de bij artikel 2 van het decreet van 30 juli 1831 voorgeschreven eed af in de handen van de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers.".

Art.4. In dezelfde wet wordt een artikel 36ter/1/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 36ter/1/1. De voorzitter van het Controleorgaan leidt, met inachtneming van de collegialiteit, de vergaderingen van het Controleorgaan en zorgt voor het dagelijks beheer van de werkzaamheden. Hij ziet toe op de goede werking van het Controleorgaan, op de goede uitvoering van de taken ervan, alsook op de toepassing van het in artikel 36ter, § 3, bedoelde huishoudelijk reglement. Het voormelde huishoudelijk reglement bepaalt welk lid de taken van de voorzitter overneemt, wanneer hij afwezig of verhinderd is.".

Art.5. In dezelfde wet wordt artikel 36ter/7, ingevoegd bij de wet van 18 maart 2014, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, aangevuld met een paragraaf 2, luidende :
  " § 2. De experts ontvangen een wedde die overeenkomt met barema A3 van het statuut van de ambtenaren van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
  Er wordt rekening gehouden met hun reeds verworven geldelijke anciënniteit; daarenboven kunnen zij aanspraak maken op de tussentijdse verhogingen in het kader van dat barema.
  Het statuut van de ambtenaren van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt van toepassing op de in paragraaf 1 bedoelde experts.".

Art.6. In dezelfde wet wordt artikel 36ter/11, ingevoegd bij de wet van 18 maart 2014, aangevuld met een lid, luidende :
  "De leden van het Controleorgaan zijn gebonden door het in artikel 458 van het Strafwetboek bedoelde beroepsgeheim met betrekking tot feiten, daden en inlichtingen waarvan ze uit hoofde van hun functie kennis nemen. Het beroepsgeheim blijft bestaan, ook nadat zij hun ambt hebben neergelegd.".

HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 7. Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.