Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

25 APRIL 2013. - Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Franse Republiek betreffende de behandeling van Belgische verbruikte brandstoffen te La Hague, gedaan te Parijs op 25 april 2013



Inhoudstafel:


Art. 1-9
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit Akkoord heeft betrekking op de behandelingsoperaties van verbruikte brandstoffen, in toepassing van het voormelde contract. Het word afgesloten onverminderd de reglementering betreffende de nucleaire veiligheid en de stalingsbescherming. Overeenkomstig de artikelen L.542-2 en L.542-2-1 van de Franse Milieucode, zoals zij voortvloeien uit de wet nr. 2006-739 van 28 juni 2006, worden de Belgische verbruikte brandstoffen binnengebracht op het Franse grondgebied met als doel ze te behandelen door AREVA NC. Die binnenbrenging mag geen aanleiding geven tot een definitieve berging noch van het radioactief afval afkomstig van het buitenland, noch van het radioactief afval voorvloeiend uit de behandeling van verbruikte brandstoffen op het Franse grondgebied.
  De invoer in Frankrijk van verbruikte brandstoffen wordt toegelaten onder voorbehoud van de eerbiediging van de hierna volgendebepalingen en van het bekomen van de nodige vergunningen voor hun behandeling krachtens de reglementering betreffende de nucleaire veiligheid.

Art.2. De inontvangstneming van de verbruikte brandstoffen van de onderzoeksreactor BR2 in de Franse opwerkingsfabriek van La Hague zal gebeuren tussen de datum van het van kracht worden van dit Akkoord en 31 december 2025.

Art.3. De behandeling van de verbruikte brandstoffen van de onderzoeksreactor BR2 is voorzien in een periode van zes jaar na elke levering van de verbruikte brandstoffen aan de fabriek van La Hague onder eerbiediging van de hiernavolgende voorwaarden.

Art.4. In uitvoering van de verplichtingen en verbintenissen overeengekomen in punt 1 van dit Akkoord zal het radioactief afval voortvloeiend uit de behandeling van deze brandstoffen terugkeren naar België, dat er zich toe verbindt ze in ontvangst te nemen in de vorm van geconditioneerde afvalcolli. Rekening houdend met het klein volume afval voortgebracht door de behandeling, zal de terugkeer van dit afval gebeuren op een geoptimaliseerde manier door het aantal transporten te beperken, ten laatste op 31 december 2030.

Art.5. De Franse regering verbindt er zich toe de nodige maatregelen te nemen die vallen onder haar bevoegdheid, om de uitvoering van dit Akkoord toe te laten.
  De Belgische regering verbindt er zich toe de nodige maatregelen te nemen die vallen onder haar bevoegdheid, om de uitvoering van dit Akkoord toe te laten.
  De Belgische regering verbindt er zich toe de eerbiediging te verzekeren van de termijnen voorzien in dit Akkoord, binnen de vergunnings-, toelatings- en toestemmingsprocedures nodig voor de verzending naar België van het radioactief afval naar een opslag- of bergingscentrum, overeenkomstig de van kracht zijnde veiligheidsregels.

Art.6. De transporten van het radioactief afval op de grondgebieden van de Franse Republiek, van elke transitstaat en van het Koninkrijk België zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met de van kracht zijnde reglementeringen.

Art.7. Het uranium en het plutonium voorvloeiend uit de behandelingvan de verbruikte brandstoffen zullen gerecycleerd worden onder de vorm van nieuwe nucleaire brandstoffen in een reactor voor civiel gebruik.

Art.8. a. Elk geschil tussen de regeringen betreffende de toepassing of de interpretatie van dit Akkoord wordt geregeld door officiële beraadslagingen tussen de Partijen. Deze officiële raadplegingen hebben plaats ten laatste twee maanden na de ontvangst van het verzoek uitgaand van één van de Partijen.
  b. Indien binnen een termijn van zes maanden een geschil niet gegeld is op deze manier door de regeringen tot genoegdoening van de twee Partijen, wordt het, op vraag van de ene of de andere betrokken regering, onderworpen aan een arbitrage.
  c. De arbitrage wordt behandeld door een Arbitragecommissie, waarvan de samenstelling verzekerd wordt op de volgende manier :
  elke regering benoemt een arbiter. De twee aldus benoemde arbiters benoemen de derde arbiter, die de functie van voorzitter vervult.
  De leden van de Arbitragecommissie buiten de voorzitter worden benoemd binnen een termijn van twee maanden, de voorzitter binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf het verzoek om arbitrage.
  De kosten van de Commissie worden gelijk verdeeld tussen de Partijen. Elke Partij is verantwoordelijk voor de kosten van zijn vertegenwoordiging.
  d. Indien een benoeming niet werd tot stand gebracht binnen de termijn voorzien in de bovenstaande paragraaf c., kan elke Staat die Partij is de voorzitter van het Gerechtshof van de Europese Unie uitnodigen over te gaan tot de nodige benoeming.
  Indien de voorzitter van het Hof een onderdaan is van een betrokken Staat, of indien hij verhinderd is deze functie op zich te nemen voor een andere reden, zullen de Kamervoorzitters van dit Hof, in volgorde van anciënniteit, overgaan tot de nodige benoeming.
  Indien deze laatste onderdaan zijn van een betrokken Staat, of indien zij ook verhinderd zijn deze functie op zich te nemen, gaat de oudste rechter van het Hof, die geen onderdaan is van geen enkele betrokken Staat en die niet verhinderd is voor andere redenen, over tot de nodige benoeming.
  e. De Arbitragecommissie neemt haar beslissingen bij meerderheid van stemmen, op basis van dit Akkoord en van het algemeen internationaal recht. De arbiters mogen zich niet onthouden; de beslissingen van de Arbitragecommissie zijn definitief, bindend en niet vatbaar voor beroep.

Art.9. Elke Partij deelt aan de andere de afwikkeling mede van de vereiste grondwettelijke procedures die op haar betrekking hebben voor het van kracht worden van dit Akkoord, dat uitwerking heeft vanaf de dag van ontvangst van de tweede mededeling.
  Dit Akkoord is geldig tot op de datum van de laatste terugkeer van het radioactief afval afkomstig van de behandeling van de verbruikte brandstof die onder zijn toepassingsgebied valt.

BIJLAGE.
Art. N. Datum inwerkingtreding : 12/06/2014