Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

10 NOVEMBER 2009. - Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Vorstendom Liechtenstein inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, gedaan te Brussel op 10 november 2009



Inhoudstafel:


Art. 1-14
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Doel en werkingssfeer van het Akkoord
  Via hun bevoegde autoriteiten zullen de overeenkomstsluitende Partijen bijstand verlenen door het uitwisselen van inlichtingen die naar verwachting relevant zijn voor de toepassing en de tenuitvoerlegging van hun nationale wetgeving met betrekking tot de belastingen waarop dit Akkoord van toepassing is, daaronder begrepen inlichtingen die naar verwachting relevant zijn voor de bepaling, de vestiging en de invordering van die belastingen met betrekking tot personen die aan die belastingen onderworpen zijn, of voor het instellen van onderzoeken of vervolgingen inzake strafrechtelijke belastingaangelegenheden die verband houden met die personen. De inlichtingen worden uitgewisseld in overeenstemming met de bepalingen van dit Akkoord en worden als vertrouwelijk behandeld op de wijze die is bepaald in artikel 8. De rechten en de bescherming die door de wetgeving of de administratieve praktijk van de aangezochte Partij worden verzekerd aan personen, blijven van toepassing.

Art.2. Rechtsgebied
  Een aangezochte Partij is niet verplicht om inlichtingen te verstrekken die niet in het bezit zijn van haar autoriteiten of die noch in het bezit zijn van of onder toezicht staan van personen die zich binnen het rechtsgebied van die Partij bevinden.

Art.3. Belastingen waarop het Akkoord van toepassing is
  1. Dit Akkoord is van toepassing op de volgende belastingen:
  a) in Liechtenstein:
  (i) de personenbelasting (Erwerbssteuer);
  (ii) de vennootschapsbelasting (Ertragssteuer);
  (iii) de belastingen op vennootschappen (Gesellschaftssteuern);
  (iv) de meerwaardebelasting op onroerend goed (Grundstücksgewinnsteuer);
  (v) de vermogensbelasting (Vermögenssteuer);
  (vi) de couponbelasting (Couponsteuer);
  (vii) de belastingen van nalatenschappen en verkrijgingen krachtens erfrecht en van schenkingen (Nachlass-, Erbanfalls- und Schenkungssteuern); en
  (viii) de belasting over de toegevoegde waarde,
  b) in België :
  (i) de personenbelasting;
  (ii) de vennootschapsbelasting;
  (iii) de rechtspersonenbelasting;
  (iv) de belasting van niet-inwoners; en
  (v) de belasting over de toegevoegde waarde.
  2. Dit Akkoord is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van de ondertekening van dit Akkoord naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven indien de overeenkomstsluitende Partijen dat via hun bevoegde autoriteiten overeenkomen. De bevoegde autoriteit van elke overeenkomstsluitende Partij deelt de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Partij alle belangrijke wijzigingen mee die in haar wetgeving zijn aangebracht en die een invloed kunnen hebben op de uit dit Akkoord voortvloeiende verplichtingen van die Partij.
  3. Dit Akkoord is niet van toepassing op belastingen die in beide overeenkomstsluitende Partijen door of ten behoeve van een staatkundig onderdeel of een plaatselijke gemeenschap daarvan worden geheven, tot de datum waarop België Liechtenstein langs diplomatieke weg ervan in kennis stelt dat België met zulke toepassing akkoord gaat.

Art.4. Begripsbepalingen
  1. In dit Akkoord, tenzij anderszins omschreven:
  a) betekent "Liechtenstein" het Vorstendom Liechtenstein, en, in aardrijkskundig verband gebruikt, het gebied waar de belastingwetgeving van het Vorstendom Liechtenstein van toepassing is;
  b) betekent "België" het Koninkrijk België; in aardrijkskundig verband gebruikt betekent het het grondgebied van het Koninkrijk België, daaronder begrepen de territoriale zee en alle andere maritieme zones en luchtgebieden waarover het Koninkrijk België, in overeenstemming met het internationaal recht, soevereine rechten of zijn rechtsmacht uitoefent;
  c) betekent "gemeenschappelijk beleggingsfonds of -stelsel" elk instrument voor beleggingen met samengebracht kapitaal, ongeacht de rechtsvorm;
  d) betekent "openbaar gemeenschappelijk beleggingsfonds of -stelsel" elk gemeenschappelijk beleggingsfonds of -stelsel waarbij de aankoop, de verkoop of de inkoop van bewijzen van deelneming, aandelen of andere belangen niet stilzwijgend of uitdrukkelijk voorbehouden is voor een beperkte groep van beleggers;
  e) betekent "vennootschap" elke rechtspersoon, alsmede entiteiten en bijzondere structuren voor vermogensbeheer (special asset endowments) die voor de belastingheffing als een rechtspersoon worden behandeld;
  f) betekent "bevoegde autoriteit":
  (i) in Liechtenstein, de Regering van het Vorstendom Liechtenstein of haar bevoegde vertegenwoordiger; en
  (ii) in België, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
  g) betekent "strafrecht" elke strafrechtelijke bepaling die als dusdanig wordt aangeduid door het nationale recht, ongeacht of ze opgenomen is in de belastingwetgeving, in de strafwetgeving of in andere wetten;
  h) betekent "strafrechtelijke belastingaangelegenheden" belastingaangelegenheden waarbij sprake is van opzettelijke handelingen die krachtens het strafrecht van de verzoekende Partij tot gerechtelijke vervolging kunnen leiden;
  i) betekent "inlichtingen" elk feit, elke verklaring of elk stuk, in welke vorm ook;
  j) betekent "de middelen voor het verzamelen van inlichtingen" de administratieve of gerechtelijke procedures die een aangezochte Partij in staat stellen om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen en te verstrekken;
  k) betekent "persoon" een natuurlijke persoon, een vennootschap, een onbeheerde nalatenschap (dormant inheritance) en elke andere vereniging van personen;
  l) betekent "voornaamste klasse van aandelen" de klasse of klassen van aandelen die een meerderheid van de stemrechten in of van het statutair kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen;
  m) betekent "beursgenoteerd bedrijf" elke vennootschap waarvan de voornaamste klasse van aandelen genoteerd is aan een erkende effectenbeurs, op voorwaarde dat haar genoteerde aandelen gemakkelijk door het publiek kunnen gekocht of verkocht worden. Aandelen kunnen "door het publiek" gekocht of verkocht worden wanneer de aankoop of verkoop van aandelen niet stilzwijgend of uitdrukkelijk voorbehouden is voor een beperkte groep van beleggers;
  n) betekent "erkende effectenbeurs" elke effectenbeurs die voldoet aan de materiële vereisten van artikel 4 van richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 21 april 2004;
  o) betekent "aangezochte Partij" de overeenkomstsluitende Partij bij dit Akkoord aan dewelke gevraagd is om inlichtingen te verstrekken of die inlichtingen verstrekt heeft ten gevolge van een verzoek;
  p) betekent "verzoekende Partij" de overeenkomstsluitende Partij bij dit Akkoord die een verzoek om inlichtingen voorlegt of die inlichtingen heeft ontvangen van de aangezochte Partij;
  q) betekent "belasting" elke belasting waarop dit Akkoord van toepassing is.
  2. Voor de toepassing van dit Akkoord op enig tijdstip door een overeenkomstsluitende Partij, heeft, tenzij het zinsverband anders vereist of tenzij de bevoegde autoriteiten overeenstemming bereiken omtrent een gemeenschappelijke betekenis ingevolge de bepalingen van artikel 10 van dit Akkoord, elke niet erin omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens het recht van die overeenkomstsluitende Partij, waarbij elke betekenis overeenkomstig het in die overeenkomstsluitende Partij van toepassing zijnde belastingrecht voorrang heeft op een betekenis die aan de uitdrukking wordt gegeven overeenkomstig andere rechtsgebieden van die overeenkomstsluitende Partij.

Art.5. Uitwisseling van inlichtingen op verzoek
  1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij verstrekt op verzoek van de verzoekende Partij de inlichtingen ten behoeve van de in artikel 1 bedoelde doeleinden. Die inlichtingen worden uitgewisseld ongeacht of de aangezochte Partij die inlichtingen nodig heeft voor haar eigen belastingdoeleinden en ongeacht of de onderzochte handelingen door het recht van de aangezochte Partij als strafrechtelijk misdrijf zouden worden aangemerkt indien ze op het grondgebied van de aangezochte Partij plaats zouden vinden. De bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij zal enkel een verzoek om inlichtingen conform dit artikel indienen wanneer zij zelf niet in staat is om de gevraagde inlichtingen door andere middelen die op haar eigen grondgebied beschikbaar zijn te verkrijgen, behalve wanneer het aanwenden van die middelen tot onevenredige moeilijkheden zou leiden.
  2. Indien de inlichtingen in het bezit van de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij niet toereikend zijn om aan het verzoek om inlichtingen te voldoen, gebruikt de aangezochte Partij alle passende middelen voor het verzamelen van inlichtingen teneinde aan de verzoekende Partij de gevraagde inlichtingen te verstrekken, niettegenstaande het feit dat de aangezochte Partij die inlichtingen op dat ogenblik niet nodig heeft voor haar eigen belastingdoeleinden.
  3. Wanneer de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij daar specifiek om verzoekt, verstrekt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij de inlichtingen die onder dit artikel vallen in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van oorspronkelijke stukken, voor zover zulks op grond van haar nationale recht is toegestaan.
  4. Niettegenstaande elke andersluidende bepaling in haar nationale wetgeving en onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 1 en 2 van dit Akkoord, zorgt elke Partij ervoor dat haar bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om volgende inlichtingen op verzoek te verkrijgen en te verstrekken :
  a) inlichtingen die in het bezit zijn van banken, andere financiële instellingen en personen, daaronder begrepen gevolmachtigden en beheerders, die werkzaam zijn in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon;
  b) inlichtingen met betrekking tot de eigendom van vennootschappen, deelgenootschappen (partnerships), gemeenschappelijke beleggingsstelsels en andere personen, daaronder begrepen:
  (i) binnen de beperkingen van artikel 2, inlichtingen inzake eigendom aangaande al zulke personen in een eigendomsketen;
  (ii) in het geval van gemeenschappelijke beleggingsstelsels, inlichtingen aangaande aandelen, bewijzen van deelneming en andere belangen in het fonds of het stelsel;
  (iii) in het geval van trusts, inlichtingen aangaande instellers (settlors), beheerders (trustees) en gerechtigden;
  (iv) in het geval van stichtingen, inlichtingen aangaande stichters, leden van het bestuur van de stichting en gerechtigden; en
  (v) in het geval van personen die geen gemeenschappelijke beleggingsstelsels, trusts of stichtingen zijn, inlichtingen die gelijkwaardig zijn aan de in subparagrafen (i) tot (iv) vermelde inlichtingen,
  op voorwaarde dat dit Akkoord voor de Partijen niet de verplichting doet ontstaan om inlichtingen inzake eigendom te verwerven of te verstrekken die betrekking hebben op beursgenoteerde bedrijven of openbare gemeenschappelijke beleggingsfondsen of -stelsels, tenzij die inlichtingen kunnen worden verkregen zonder dat zulks tot onevenredige moeilijkheden leidt.
  5. Elk verzoek om inlichtingen wordt zo gedetailleerd mogelijk opgesteld en moet in alle gevallen schriftelijk vermelden:
  a) de identiteit van de persoon op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;
  b) het belastbaar tijdperk waarvoor de inlichtingen worden gevraagd;
  c) aanwijzingen omtrent de gevraagde inlichtingen, daaronder begrepen de aard van de gevraagde inlichtingen en de vorm waarin de verzoekende Partij die inlichtingen bij voorkeur wenst te ontvangen;
  d) de aangelegenheid die onder de belastingwetgeving van de verzoekende Partij valt en in verband met dewelke de inlichtingen gevraagd worden;
  e) de redenen om aan te nemen dat de gevraagde inlichtingen naar verwachting relevant zullen zijn voor de toepassing of de tenuitvoerlegging van de in artikel 3 bedoelde belastingen van de verzoekende Partij met betrekking tot de in subparagraaf a) van deze paragraaf vermelde persoon;
  f) de redenen om aan te nemen dat de gevraagde inlichtingen zich binnen de aangezochte Partij bevinden of dat ze in het bezit zijn van of onder toezicht staan van een persoon die onder de bevoegdheid van de aangezochte Partij valt;
  g) voor zover gekend, de naam en het adres van elke persoon van wie verondersteld wordt dat hij in het bezit is van of toezicht heeft over de gevraagde inlichtingen;
  h) een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met dit Akkoord; en
  i) een verklaring dat de verzoekende Partij alle op haar eigen grondgebied beschikbare middelen heeft gebruikt om de inlichtingen te verkrijgen, met uitzondering van de middelen die tot onevenredige moeilijkheden zouden leiden.
  6. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij bevestigt de ontvangst van het verzoek aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij en stelt alles in het werk om binnen de grenzen van de middelen waarover zij beschikt de gevraagde inlichtingen zo vlug mogelijk aan de verzoekende Partij te doen toekomen.

Art.6. Belastingcontroles in het buitenland
  1. Mits die vraag binnen een redelijke voorafgaande termijn te stellen, mag de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij vragen om toe te staan dat vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij het grondgebied van de aangezochte Partij betreden, voor zover zulks overeenkomstig haar wetgeving is toegestaan, om natuurlijke personen te ondervragen en documenten te onderzoeken, met voorafgaande schriftelijke toestemming van de natuurlijke personen of van andere betrokken personen. De bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij binnen een redelijke termijn in kennis van het tijdstip en de plaats van de geplande ontmoeting met de betrokken natuurlijke personen.
  2. Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij mag de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij toestaan om aanwezig te zijn bij het ter zake dienstige gedeelte van een belastingcontrole op het grondgebied van de aangezochte Partij.
  3. Wanneer het in paragraaf 2 bedoelde verzoek wordt ingewilligd, stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij die de controle uitvoert de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij zo spoedig mogelijk in kennis van het tijdstip en de plaats van de controle, van de identiteit van de autoriteit of de ambtenaar die aangesteld is om de controle uit te voeren en van de procedures en voorwaarden die door de aangezochte Partij vereist worden voor het uitvoeren van de controle. Elke beslissing aangaande het uitvoeren van de belastingcontrole wordt genomen door de aangezochte Partij die de controle uitvoert.

Art.7. Mogelijkheid een verzoek af te wijzen
  1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij mag weigeren bijstand te verlenen:
  a) wanneer het verzoek niet conform dit Akkoord werd ingediend en in het bijzonder wanneer de voorwaarden van artikel 5 niet vervuld zijn; of
  b) wanneer de verzoekende Partij niet alle op haar eigen grondgebied beschikbare middelen heeft aangewend om de inlichtingen te verkrijgen, behalve wanneer de aanwending van die middelen tot onevenredige moeilijkheden zou leiden; of
  c) wanneer het bekend maken van de gevraagde inlichtingen in strijd zou zijn met de openbare orde van de aangezochte Partij.
  2. Dit Akkoord verplicht de aangezochte Partij niet:
  a) tot het verstrekken van inlichtingen waarop de bescherming van de vertrouwelijkheid (legal privilege) van toepassing is of van inlichtingen die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handelswerkwijze zouden onthullen, op voorwaarde dat inlichtingen zoals omschreven in artikel 5, paragraaf 4, niet omwille van dat enkele feit als een geheim of handelswerkwijze behandeld worden; of
  b) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van haar wetgeving en administratieve praktijk, op voorwaarde dat de verplichtingen van een overeenkomstsluitende Partij ingevolge artikel 5, paragraaf 4 van dit Akkoord niet worden aangetast door deze subparagraaf.
  3. Een verzoek om inlichtingen mag niet worden afgewezen op grond van het feit dat de belastingvordering die aanleiding gaf tot het verzoek betwist wordt.
  4. De aangezochte Partij is niet verplicht om inlichtingen te verkrijgen en te verstrekken die de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij ingevolge haar eigen recht of in de normale gang van de administratieve werkzaamheden niet zou kunnen verkrijgen ingevolge een geldig verzoek dat onder soortgelijke omstandigheden overeenkomstig dit Akkoord zou worden ingediend door de aangezochte Partij.
  5. De aangezochte Partij mag een verzoek om inlichtingen afwijzen indien de verzoekende Partij die inlichtingen vraagt met het oog op de toepassing of de tenuitvoerlegging van een bepaling van de belastingwetgeving van de verzoekende Partij of van een daarmee verband houdende verplichting, die discriminatie inhoudt van een burger van de aangezochte Partij ten opzichte van een burger van de verzoekende Partij die zich in dezelfde omstandigheden bevindt.

Art.8. Vertrouwelijkheid
  Alle inlichtingen die door de bevoegde autoriteit van een overeenkomstsluitende Partij ingevolge dit Akkoord zijn verstrekt of verkregen worden als vertrouwelijk behandeld en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratieve lichamen) binnen het rechtsgebied van de overeenkomstsluitende Partij die betrokken zijn bij de vestiging of invordering van de in dit Akkoord bedoelde belastingen, bij de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van die belastingen of bij de beslissing in beroepszaken die betrekking hebben op die belastingen. Deze personen of autoriteiten gebruiken die inlichtingen slechts voor die doeleinden. Zij mogen voor die doeleinden deze inlichtingen kenbaar maken tijdens openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. De inlichtingen mogen niet ter kennis worden gebracht van enige andere persoon, entiteit of autoriteit of van enig ander soeverein grondgebied, rechtsgebied of Staat die niet deelneemt aan dit Akkoord zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij. Inlichtingen die door de aangezochte Partij werden verkregen samen met een verzoek om bijstand ingevolge dit Akkoord worden eveneens als vertrouwelijk behandeld in de aangezochte Partij.

Art.9. Kosten
  Tenzij de bevoegde autoriteiten van de Partijen anders overeenkomen, worden indirecte kosten die zijn gemaakt bij het verlenen van bijstand gedragen door de aangezochte Partij en worden directe kosten die zijn gemaakt bij het verlenen van bijstand (daaronder begrepen de kosten voor het inschakelen van externe raadgevers in verband met rechtszaken of anderszins) gedragen door de verzoekende Partij. De respectieve bevoegde autoriteiten plegen van tijd tot tijd overleg met elkaar aangaande dit artikel, en in het bijzonder pleegt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij vooraf overleg met de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij wanneer de kosten voor het verstrekken van inlichtingen betreffende een specifiek verzoek naar verwachting aanzienlijk zullen zijn.

Art.10. Regeling voor onderling overleg
  1. Wanneer er tussen de overeenkomstsluitende Partijen moeilijkheden of twijfelpunten mochten rijzen met betrekking tot de interpretatie of de toepassing van dit Akkoord trachten de bevoegde autoriteiten de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming op te lossen.
  2. Naast de in paragraaf 1 bedoelde overeenstemming kunnen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Partijen onderlinge overeenstemming bereiken aangaande de procedures die moeten gevolgd worden ingevolge dit Akkoord.
  3. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde een overeenstemming zoals bedoeld in dit artikel te bereiken.
  4. De overeenkomstsluitende Partijen kunnen eveneens overeenstemming bereiken aangaande andere vormen van geschillenregeling.

Art.11. Protocol
  Het bijgevoegde Protocol vormt een integrerend deel van dit Akkoord.

Art.12. Uitvoeringswetgeving
  De overeenkomstsluitende Partijen nemen alle wetgevende maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan en ter uitvoering van de bepalingen van dit Akkoord.

Art.13. Inwerkingtreding
  Elke overeenkomstsluitende Partij stelt de andere overeenkomstsluitende Partij in kennis van de voltooiing van de procedures die door haar wetgeving voor de inwerkingtreding van dit Akkoord is vereist. Dit Akkoord zal in werking treden op de datum van de laatste van deze kennisgevingen en zal van toepassing zijn voor alle ingediende verzoeken doch alleen met betrekking tot belastbare tijdperken die aanvangen op of na 1 januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar waarin het Akkoord in werking is getreden of, wanneer er geen belastbaar tijdperk is, met betrekking tot de belastingen die verschuldigd zijn ter zake van belastbare feiten die zich voordoen op of na 1 januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar waarin het Akkoord in werking is getreden.

Art.14. Beëindiging
  1. Dit Akkoord zal van kracht blijven tot het beëindigd wordt. Elke overeenkomstsluitende Partij kan het Akkoord beëindigen door schriftelijk kennis te geven van de beëindiging.
  2. Die beëindiging zal van kracht worden op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden vanaf de datum waarop de andere overeenkomstsluitende Partij de kennisgeving van de beëindiging ontvangen heeft. Alle verzoeken die tot de datum van effectieve beëindiging worden ontvangen, zullen worden behandeld in overeenstemming met de bepalingen van dit Akkoord.
  3. Na de beëindiging van dit Akkoord blijven beide overeenkomstsluitende Partijen gebonden door de bepalingen van artikel 8 met betrekking tot alle inlichtingen die ingevolge dit Akkoord werden verkregen.
  TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Akkoord hebben ondertekend.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - PROTOCOL BIJ HET AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGAANGELEGENHEDEN
  Bij de ondertekening van het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Vorstendom Liechtenstein (de "overeenkomstsluitende Partijen") inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden zijn de overeenkomstsluitende Partijen de volgende bepalingen overeengekomen, die een integrerend deel van dit Akkoord vormen:
  1. Met betrekking tot artikel 5, paragraaf 1, is overeengekomen dat de belastingplichtige, tenzij hij onderworpen is aan een strafrechtelijk onderzoek, mag worden ingelicht omtrent het voornemen om een verzoek om inlichtingen in te dienen. Indien het inlichten van de belastingplichtige het doel van het onderzoek in gevaar brengt, is het niet noodzakelijk zulks te doen.
  2. Met betrekking tot artikel 5, paragraaf 5, subparagraaf a), is overeengekomen dat het niet noodzakelijk is om de naam van de belastingplichtige te verstrekken om diens identiteit vast te stellen, indien deze identiteit uit gelijksoortige gegevens kan worden bepaald.
  3. De uitdrukking "directe" kosten uit artikel 9 moet als volgt worden geïnterpreteerd:
  a) voorbeelden van "directe kosten" omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het volgende:
  aa) redelijke kosten voor het reproduceren van documenten of stukken en voor het overbrengen daarvan aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij;
  bb) redelijke vergoedingen die door een financiële instelling of door een andere bewaarder van documenten worden opgelegd voor het kopiëren van stukken en voor onderzoek dat betrekking heeft op een specifiek verzoek om inlichtingen;
  cc) redelijke kosten voor stenografische verslagen en interviews, verklaringen onder ede of getuigenverklaringen;
  dd) redelijke vergoedingen en uitgaven, bepaald in overeenstemming met bedragen die overeenkomstig de toepasselijke wetgeving zijn toegestaan, voor de persoon die vrijwillig op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Partijen verschijnt voor een interview, een verklaring onder eed of een getuigenverklaring die betrekking heeft op een specifiek verzoek om inlichtingen;
  ee) redelijke wettelijke vergoedingen voor een raadsman die niet tot de overheid behoort en die, met de goedkeuring van de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij, is aangesteld of ingehuurd voor een rechtszaak in de rechtbanken van de aangezochte Partij die betrekking heeft op een specifiek verzoek om inlichtingen.
  b) "Directe kosten" omvatten niet de gewone administratieve en algemene onkosten die door de aangezochte Partij zijn opgelopen bij het bestuderen en beantwoorden van verzoeken om inlichtingen die door de verzoekende Partij zijn ingediend.
  c) Indien de directe kosten die tot een specifiek verzoek behoren naar verwachting meer zullen bedragen dan 500 EUR of de tegenwaarde in Zwitserse frank, neemt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij contact op met de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij om te bepalen of de verzoekende Partij wenst door te gaan met het verzoek en de kosten wil dragen.
  4. Officiële mededelingen, verzoeken om inlichtingen daaronder begrepen, in verband met of ingevolge de bepalingen van dit Akkoord, moeten schriftelijk worden gedaan en moeten rechtstreeks aan de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Partij worden gericht aan de hieronder opgegeven adressen, of aan een ander adres dat eventueel door een overeenkomstsluitende Partij aan de andere kan worden medegedeeld. Alle daaropvolgende mededelingen betreffende verzoeken om inlichtingen moeten schriftelijk worden gedaan tussen de bovengenoemde bevoegde autoriteiten of hun bevoegde entiteiten, terwijl de mogelijkheid tot rechtstreeks overleg wordt gegeven.
  Adres van de bevoegde autoriteit van Liechtenstein:
  Regering van het Vorstendom Liechtenstein
  Peter-Kaiser-Platz 1
  9490 Vaduz
  Adres van de bevoegde autoriteit van België:
  Federale Overheidsdienst Financiën
  Administratie voor ondernemings- en inkomensfiscaliteit
  Directie III Internationale Betrekkingen
  Afdeling III. 1/A North Galaxy Toren A 15de verdieping
  Albert II-laan 33 - bus 25
  1030 Brussel
  5. Beide overeenkomstsluitende Partijen verbinden zich ertoe andere mogelijkheden tot wederzijdse samenwerking en voordeel te onderzoeken. Na de inwerkingtreding van dit Akkoord zullen de overeenkomstsluitende Partijen gezamenlijk de mogelijkheid onderzoeken om een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting te sluiten.
  TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.

Art. N2. Bijlage 2. - Inwerkingtreding : 12/06/2014.