Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 MEI 2014. - Wet tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers wat het toegankelijk maken van vrijwilligerswerk voor vreemdelingen betreft



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2005022674 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van Grondwet.

Art.2. In artikel 9 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2006, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
  " § 2. Voor zover voldaan is aan alle voorwaarden van deze wet, vallen niet onder het toepassingsgebied van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en de uitvoeringsbesluiten ervan, voor de uitoefening van vrijwilligersactiviteiten :
  1° buitenlanders wier verblijf gedekt is door een verblijfstitel of -document toegekend krachtens de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de uitvoeringsbesluiten ervan;
  2° de begunstigden van de opvang in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, met uitzondering van die welke bedoeld worden in artikel 60 van dezelfde wet. "

Art.3. In dezelfde wet wordt een hoofdstuk VI/1 ingevoegd dat een artikel 9/1 bevat, luidende :
  " Hoofdstuk VI/1. Vreemdelingenrecht
  Art. 9/1. Het verrichten van vrijwilligerswerk bedoeld in artikel 3, 1° doet geen afbreuk aan de toepassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en vormt geen basis voor een machtiging of toelating tot verblijf in het kader van diezelfde wet. "

Art.4. In hoofdstuk VIII van voornoemde wet van 3 juli 2005 wordt een sectie VIII ingevoegd, luidende "Begunstigden van de opvang".

Art.5. In sectie VIII van voornoemde wet, ingevoegd bij artikel 4, wordt een artikel 21/1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 21/1. De begunstigde van de opvang in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, mag vrijwilligerswerk uitvoeren met behoud van zijn dagvergoeding bepaald in artikel 34 van de voornoemde wet van 12 januari 2007, op voorwaarde dat er voorafgaande aangifte van wordt gedaan aan het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers. "

Art. 6. In sectie VIII van voornoemde wet, ingevoegd bij artikel 4, wordt een artikel 21/2 ingevoegd, luidende :
  " Art. 21/2. Het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers kan de uitoefening van de activiteit beperken of verbieden, of de cumulatie met de dagvergoeding en de verhoging in functie van de gepresteerde gemeenschapsdiensten beperken of verbieden als het kan aantonen dat :
  1° deze activiteit de kenmerken van het vrijwilligerswerk niet vertoont in de zin van deze wet;
  2° de activiteit door de aard ervan, de duur en de frequentie of wegens het kader waarin zij past, geen kenmerken of geen kenmerken meer vertoont van een activiteit die gewoonlijk wordt uitgeoefend door vrijwilligers in het verenigingsleven;
  3° de activiteit afbreuk doet aan de goede werking van de opvangstructuur of aan de behoeften van de begeleiding;
  4° er elementen zijn die misbruiken doen vermoeden of die doen vermoeden dat de activiteit wordt gebruikt om de bepalingen van artikel 35/1 van de wet van 12 januari 2007 en de uitvoeringsbesluiten ervan te omzeilen. "
  De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de aanvullende regels preciseren.