22 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 maart 2014, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende :
" § 2/1. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met :
- 13,92 euro vanaf 1 januari 2015;
- 27,84 euro vanaf 1 januari 2017;
- 41,76 euro vanaf 1 januari 2019.".
Art.2. In artikel 2bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 juli 2005, 28 februari 2007, 13 juni 2010 en 19 maart 2014, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende :
" § 2/1. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in paragraaf 2, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met :
- 13,92 euro vanaf 1 januari 2015;
- 27,84 euro vanaf 1 januari 2017;
- 41,76 euro vanaf 1 januari 2019.".
Art.3. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 2006, 28 februari 2007, 13 juni 2010 en 19 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° een paragraaf 2/1 wordt ingevoegd luidende :
" § 2/1. Het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering als bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met :
- 13,92 euro vanaf 1 januari 2015;
- 27,84 euro vanaf 1 januari 2017;
- 41,76 euro vanaf 1 januari 2019.";
2° een paragraaf 5/1 wordt ingevoegd, luidende :
" § 5/1. Het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering als bedoeld in paragraaf 5, eerste lid, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met :
- 13,92 euro vanaf 1 januari 2015;
- 27,84 euro vanaf 1 januari 2017;
- 41,76 euro vanaf 1 januari 2019.".
Art.4. In artikel 49 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 2006 en 19 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
"De bijdrageverminderingen, die worden toegekend met toepassing van de artikelen 2, § 2 en § 2/1, en 2bis, § 2 et § 2/1, moeten integraal aangewend worden voor de financiering van bijkomende tewerkstelling.";
2° het laatste lid wordt vervangen als volgt :
"In afwijking van het eerste lid, worden in de sector van de beschutte werkplaatsen de bijdrageverminderingen die overeenstemmen met 245,51 euro in 2014, 252,47 euro in 2015, 259,43 euro in 2017 en 266,39 euro in 2019 per kwartaal vrijgesteld van de verplichte aanwending voor financiering van bijkomende tewerkstelling.".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.