6 JANUARI 2014. - Besluit van het hoofd van het Agentschap voor Natuur en Bos houdende wijziging van het besluit van het hoofd van het Agentschap voor Natuur en Bos van 1 januari 2010 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 5 van het besluit van het hoofd van het Agentschap voor Natuur en Bos van 1 januari 2010 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden, gewijzigd bij de besluiten van 6 juni 2012 en 31 mei 2013, worden de woorden "met uitzondering van het bedrag vermeld in artikel 13, 19 en 24 met betrekking tot de delegatie voor de uitgaven volgens het betaalsysteem "vereffenaar kort"" opgeheven.
Art.2. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
" § 1. De algemeen directeur heeft inzake overheidsopdrachten m.b.t. de activiteiten opgesomd in artikel 7, 2° en 3°, binnen de goedgekeurde begroting, delegatie voor de keuze van gunningswijze en de goedkeuring van het bestek voor zover de opdrachten zijn opgenomen in het goedgekeurd lopend fysisch programma of het ondernemingsplan en - voor zover relevant - het fysisch programma of ondernemingsplan van het komend jaar, of voorzien zijn op het budget van het agentschap, ongeacht het bedrag.
De algemeen directeur heeft inzake bovenvermelde overheidsopdrachten delegatie voor het gunnen van overheidsopdrachten en de uitvoering daarvan voor zover:
1° indien het een openbare aanbesteding of een algemene offerteaanvraag voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 500.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 600.000 euro en voor diensten 400.000 euro;
2° indien het een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 150.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 200.000 euro en voor diensten 100.000 euro;
3° indien het een onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 150.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 150.000 euro en voor diensten 75.000 euro;
4° indien het een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 67.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 67.000 euro en voor diensten 67.000 euro.
5° indien het een verrekening of een bijakte betreft voor zover het gecumuleerd bedrag in min of in meer afzonderlijk, niet hoger is dan 15 % van het bedrag waartegen de opdracht werd gegund."
2° In de derde paragraaf van hetzelfde artikel worden de woorden "19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten," vervangen door de woorden "38 van de wet Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006".
3° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt:
" § 4. De delegaties bepaald in § 1 strekken zich niet uit tot:
1° de beslissingen met betrekking tot het niet-toewijzen van de opdracht en het al dan niet heraanbesteden volgens al dan niet dezelfde procedure overeenkomstig artikel 35 van de wet Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006;
2° de beslissingen met betrekking tot de procedure in geval van het verstrijken van de gestanddoeningstermijn, overeenkomstig artikel 103 en 104 van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011;
3° de beslissingen met betrekking tot het wijzigen van het voorwerp van de opdracht overeenkomstig artikel 37 van het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013;
4° het nemen van maatregelen van ambtswege overeenkomstig de onderscheiden bepalingen van het koninklijk besluit tot bepalingen van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013."
Art.3. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Artikel 13. De HR-manager heeft delegatie voor de uitgaven voor werkingskosten en schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten met betrekking tot het betaalsysteem "vereffenaar kort" tot een bedrag van 8.500,00 euro, exclusief BTW."
Art.4. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° de eerste paragraaf wordt vervangen door wat volgt:
" § 1: De afdelingshoofden hebben, ieder voor zich, inzake overheidsopdrachten delegatie voor de keuze van de gunningswijze en de goedkeuring van het bestek, binnen de goedgekeurde begroting, voor zover de opdrachten zijn opgenomen in het goedgekeurd lopend fysisch programma of het ondernemingsplan en - voor zover relevant - het fysisch programma of ondernemingsplan van het komend jaar, of voorzien zijn op het budget van het agentschap, ongeacht het bedrag.
De afdelingshoofden hebben, ieder voor zich, inzake bovenvermelde overheidsopdrachten delegatie voor het gunnen van overheidsopdrachten en de uitvoering daarvan voor zover:
1° indien het een openbare aanbesteding of een algemene offerteaanvraag voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 500.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 500.000 euro en voor diensten 250.000 euro;
2° indien het een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 150.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 150.000 euro en voor diensten 75.000 euro;
3° indien het een onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 150.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 150.000 euro en voor diensten 75.000 euro;
4° indien het een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 67.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 67.000 euro en voor diensten 67.000 euro;
5° indien het, onverminderd § 4, 4° hierna, een ramingstaat, een verrekening of een bijakte betreft voor zover het gecumuleerd bedrag in min of in meer afzonderlijk, niet hoger is dan 15 % van het bedrag waarvoor de opdracht werd gegund."
2° In de derde paragraaf van hetzelfde artikel worden de woorden "19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten," vervangen door de woorden "38 van de wet Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006".
3° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt:
" § 4. De delegaties bepaald in § 1 strekken zich niet uit tot:
1° de beslissingen met betrekking tot het niet-toewijzen van de opdracht en het al dan niet heraanbesteden volgens al dan niet dezelfde procedure overeenkomstig artikel 35 van de wet Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006;
2° de beslissingen met betrekking tot de procedure in geval van het verstrijken van de gestanddoeningstermijn, overeenkomstig artikel 103 en 104 van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011;
3° de beslissingen met betrekking tot het wijzigen van het voorwerp van de opdracht overeenkomstig artikel 37 van het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013;
4° het nemen van maatregelen van ambtswege overeenkomstig de onderscheiden bepalingen van het koninklijk besluit tot bepalingen van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013."
Art.5. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Artikel 19. De afdelingshoofden hebben, ieder voor zich, delegatie voor de uitgaven van werkingskosten en schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten met betrekking tot het betaalsysteem "vereffenaar kort" tot een bedrag van 8.500,00 euro, exclusief BTW."
Art.6. In artikel 24 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° de eerste paragraaf wordt vervangen door wat volgt:
" § 1: De provinciaal directeurs hebben, ieder voor zich, inzake overheidsopdrachten delegatie voor het gunnen van overheidsopdrachten en de uitvoering ervan voor zover de opdrachten zijn opgenomen in het goedgekeurd lopend fysisch programma of het ondernemingsplan en - voor zover relevant - het fysisch programma of ondernemingsplan van het komende jaar, of voorzien zijn op het budget van het agentschap voor zover,
1° indien het een openbare aanbesteding of een algemene offerteaanvraag voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 70.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 70.000 euro en voor diensten 50.000 euro;
2° indien het een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 70.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 70.000 euro en voor diensten 50.000 euro;
3° indien het een onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 70.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 70.000 euro en voor diensten 50.000 euro;
4° indien het een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor werken betreft, het bedrag geraamd in het fysisch programma of ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger is dan 30.000 euro; dit bedrag bedraagt voor leveringen 30.000 euro en voor diensten 30.000 euro;
5° indien het, onverminderd § 4, 4° hierna, een ramingstaat, een verrekening of een bijakte betreft voor zover het gecumuleerd bedrag in min of in meer afzonderlijk, niet hoger is dan 15 % van het bedrag waarvoor de opdracht werd gegund.
2° de tweede paragraaf wordt vervangen door wat volgt:
" § 2. De provinciaal directeurs hebben, ieder voor zich, delegatie voor de uitgaven voor werkingskosten en schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten met betrekking tot het betaalsysteem "vereffenaar kort" tot een bedrag van 8.500,00 euro, exclusief BTW."
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.