Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 MAART 2014. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de gerechtelijke procedures betreft



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 5-6
HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepaling
Art. 7
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996012650 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Art.2. In artikel 32decies van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, ingevoegd bij de wet van 11 juni 2002 en gewijzigd bij wet van 6 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt :
  "Onverminderd de toepassing van de artikelen 1724 tot 1737 van het Gerechtelijk Wetboek die betrekking hebben op de bemiddeling, kan al wie een belang kan aantonen voor het bevoegde rechtscollege een vordering instellen om de naleving van de bepalingen van deze afdeling af te dwingen.";
  2° in § 1, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de woorden "een met redenen omklede klacht" worden vervangen door de woorden "een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk";
  b) in de Franse tekst wordt het woord "suspendue" vervangen door het woord "suspendu";
  3° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende :
  " § 1/1. Al wie een belang kan aantonen kan voor de arbeidsrechtbank een vordering tot schadevergoeding instellen.
  Tot herstel van de materiële en morele schade wegens geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk is de dader van de feiten een schadevergoeding verschuldigd die, naar keuze van het slachtoffer, gelijk is aan :
  1° hetzij de werkelijk door het slachtoffer geleden schade. In dit geval moet het slachtoffer de omvang van de geleden schade bewijzen;
  2° hetzij een forfaitair bedrag dat overeenstemt met het brutoloon voor drie maanden. In de volgende gevallen wordt het bedrag verhoogd tot het brutoloon voor zes maanden :
  a) wanneer de gedragingen verband houden met een discriminatiegrond bedoeld in de wetten ter bestrijding van discriminatie;
  b) wanneer de dader zich in een gezagsrelatie bevindt ten aanzien van het slachtoffer;
  c) omwille van de ernst van de feiten.
  Het forfaitair bedrag bedoeld in het tweede lid, 2°, kan niet worden toegekend aan andere dan de in artikel 2, § 1, bedoelde personen die in contact komen met de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wanneer zij handelen buiten het kader van hun beroepsactiviteit.
  Het bruto maandloon van de zelfstandige wordt berekend door het bruto belastbaar beroepsinkomen dat is vermeld op het meest recente aanslagbiljet van de personenbelasting te delen door twaalf.
  Het bruto maandloon dat als basis dient voor de berekening van het forfaitair bedrag bedoeld in het tweede lid, 2°, mag het bedrag van het loon vermeld in artikel 39 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, dat gedeeld wordt door twaalf, niet overschrijden.";
  4° in § 2, eerste lid, worden de woorden "beveelt hij de staking" vervangen door de woorden "beveelt hij aan de dader de staking";
  5° in § 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  "De vordering bedoeld in het eerste lid wordt ingeleid bij verzoekschrift op tegenspraak en behandeld zoals in kort geding.";
  6° in § 2 wordt het vierde lid opgeheven;
  7° in § 3, eerste en tweede lid, worden de woorden "voorlopige" opgeheven;
  8° in § 3, eerste lid, worden de woorden "van dit hoofdstuk" vervangen door de woorden "van deze afdeling";
  9° in § 3 wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zin :
  "Deze maatregelen kunnen voorlopig zijn";
  10° in § 3 wordt het derde lid vervangen als volgt :
  "De vordering betreffende deze maatregelen is onderworpen aan dezelfde procedureregels als deze bedoeld in § 2, tweede tot vierde lid.".

Art.3. In artikel 32duodecies, eerste lid van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 juni 2002 en gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de Franse tekst wordt het woord "tester" vervangen door het woord "ester";
  2° de woorden "dit hoofdstuk" worden vervangen door de woorden "deze afdeling";
  3° de woorden "van dit hoofdstuk" worden vervangen door de woorden "van deze afdeling";
  4° in de bepaling onder 4° worden de woorden "de instellingen van openbaar nut en verenigingen zonder winstoogmerk bedoeld bij de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend" vervangen door de woorden "de stichtingen en de verenigingen zonder winstoogmerk bedoeld bij de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen".

Art.4. In artikel 79, § 3, van dezelfde wet worden de woorden " § 1" vervangen door de woorden " § 2".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art.5. In artikel 587bis van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003 en gewijzigd bij de wet van 10 mei 2007, wordt een bepaling onder 4°bis ingevoegd, luidende:
  "4°bis de vorderingen krachtens artikel 32decies, § § 2 en 3 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.".

Art.6. In artikel 578, 11° van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 juni 2002, worden de woorden "geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk" vervangen door de woorden "psychosociale risico's op het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk".

HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepaling
Art.7. Het forfaitaire bedrag bepaald in artikel 32decies, § 1/1, tweede lid, 2°, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk is van toepassing op de feiten die worden gepleegd na de inwerkingtreding van deze wet alsook op de situaties van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk die een aanvang hebben genomen vóór de inwerkingtreding van deze wet en die hierna voortduren.

HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 8. Deze wet treedt in werking op dezelfde dag als de wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico's op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.

(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-09-2014 door KB 2014-04-10/13, art. 88, 2°)