19 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
" § 2. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in paragraaf 1 bedraagt per werknemer en per trimester 395,45 euro vanaf 1 januari 2014.
De vermindering bedoeld in het 1ste lid wordt vanaf 1 januari 2014 verhoogd :
- met 3,38 euro per werknemer en per trimester voor het sectoraal fonds voor het paritair comité als bedoeld in artikel 1, 1°, n);
- met 1,68 euro per werknemer en per trimester voor het fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2° van de wet van 29 juni 1981.".
Art.2. In artikel 2bis van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 juli 2005, 28 februari 2007 en 13 juni 2010, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
" § 2. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in paragraaf 1 bedraagt per werknemer en per trimester 395,45 euro vanaf 1 januari 2014.".
Art.3. In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 2006, 28 februari 2007 en 13 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
" § 2. Vanaf het jaar 2014 is het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering bedoeld in artikel 35, § 5, van de voormelde wet van 29 juni 1981, per sectoraal fonds, voor het jaar n, gelijk aan het aantal recht openende werknemers in het jaar n-2 vermenigvuldigd met 391,87 euro per trimester.
Het bedrag van 391,87 euro vermeld in het 1ste lid wordt vanaf 1 januari 2014 verhoogd :
- met 3,38 euro per werknemer en per trimester voor het sectoraal fonds voor het paritair comité als bedoeld in artikel 1, 1°, n). Deze verhoging wordt toegewezen aan de aanwerving van verplegend personeel in de ziekenhuizen waar de verplichting tot volcontinudienst leidt tot de zwaarste zorglast vergeleken met de toegewezen effectieven binnen de huidige budgettaire limieten;
- met 1,68 euro per werknemer en per trimester voor het fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2° van de wet van 29 juni 1981. Deze verhoging wordt toegewezen aan de aanwerving van verplegend personeel in de ziekenhuizen waar de verplichting tot volcontinudienst leidt tot de zwaarste zorglast vergeleken met de toegewezen effectieven binnen de huidige budgettaire limieten.
Het plafond voor de tussenkomst vastgelegd in het vierde lid van artikel 12 wordt niet toegepast op de aanwervingen gerealiseerd dankzij de toelagen bedoeld in het vorige lid.";
2° in paragraaf 5 wordt het eerste lid opgeheven;
3° in paragraaf 5 wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"Vanaf het jaar 2014, kunnen de dotaties van de fondsen sociale Maribel niet lager zijn dan de dotaties van het voorgaande jaar, tot in het jaar waarin deze dotaties niet langer groter zijn dan het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal recht openende werknemers in het jaar n-2 met 391,87 euro."
Art.4. In artikel 49 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 september 2006, wordt het laatste lid vervangen als volgt :
"In afwijking van het eerste lid, wordt in de sector van de beschutte werkplaatsen de bijdrageverminderingen die overeenstemmen met 245,51 euro per kwartaal vrijgesteld van de verplichte aanwending voor financiering van bijkomende tewerkstelling.".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.