21 DECEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de nadere modaliteiten met betrekking tot de inhoud en de procedure voor de opmaak, het afsluiten en de evaluatie van de bestuursakkoorden
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Vorm van de bestuursakkoorden
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Inhoud van de bestuursakkoorden
Art. 5-6
HOOFDSTUK 4. - Opmaak van de bestuursakkoorden
Art. 7-10
HOOFDSTUK 5. - Rapportering over en evaluatie van de bestuursakkoorden
Art. 11-13
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 14-15
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° bestuursakkoord: het akkoord, vermeld in artikel 2 van het Provinciedecreet van 9 december 2005;
2° decreet van 15 juli 2011: het decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd;
3° beleidsveld: een verzameling van beleidsitems die zowel vanuit politiek als vanuit maatschappelijk oogpunt een herkenbaar en samenhangend geheel vormen;
4° desbetreffend beleidsveld: elk beleidsveld waarvan de sectorale decreten verwijzen naar het bestuursakkoord.
HOOFDSTUK 2. - Vorm van de bestuursakkoorden
Art.2. Met toepassing van de bepalingen van dit besluit en artikel 2 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 sluit de Vlaamse Regering vijf bestuursakkoorden, één met elk van de provincies.
Art.3. Overeenkomstig art. 2, § 3, tweede lid van het Provinciedecreet van 9 december 2005, bestaan de bestuursakkoorden uit twee delen:
1° een algemeen deel, dat de uitwerking bevat van de modaliteiten voor de bevoegdheidsuitoefening in de desbetreffende beleidsvelden door de provincies, die gelden voor alle provincies. Dat deel is dus identiek voor alle provincies;
2° een specifiek deel, dat de uitwerking bevat van de modaliteiten voor de bevoegdheidsuitoefening in de desbetreffende beleidsvelden door de provincies, die alleen gelden voor één of meer provincies. Dat deel geldt dus niet voor alle provincies.
Art.4. Ieder deel als vermeld in artikel 3 wordt onderverdeeld in hoofdstukken. Elk hoofdstuk verwijst naar een desbetreffend beleidsveld.
HOOFDSTUK 3. - Inhoud van de bestuursakkoorden
Art.5. De bestuursakkoorden bevatten de modaliteiten voor de wijze waarop de provincies invulling geven aan de bevoegdheden die in de sectordecreten aan de provincies worden toegekend.
In het eerste lid wordt verstaan onder sectordecreten: alle decreten waarin verwezen wordt naar het bestuursakkoord als instrument om modaliteiten uit te werken met de provincies voor de invulling van de bevoegdheden die in die decreten aan de provincies worden toegekend.
Art.6. De bestuursakkoorden worden verder geconcretiseerd in de meerjarenplanning van elke provincie, vermeld in artikel 142 van het Provinciedecreet van 9 december 2005. Die concretisering gebeurt op het niveau van te verrichten activiteiten, te leveren prestaties en/of te bereiken effecten.
HOOFDSTUK 4. - Opmaak van de bestuursakkoorden
Art.7. Overeenkomstig art. 2, § 3, derde lid, van het Provinciedecreet van 9 december 2005, worden de bestuursakkoorden gesloten voor een periode van zes jaar, die gekoppeld is aan de lokale bestuursperiode en die begint in het tweede jaar dat volgt op de provincieraadsverkiezingen en eindigt op het einde van het jaar na de daaropvolgende provincieraadsverkiezingen.
De bestuursakkoorden worden gesloten uiterlijk op 30 april van het eerste jaar dat volgt op het jaar van de verkiezingen voor de vernieuwing van de provincieraden, vermeld in artikel 6 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, met het oog op de inwerkingtreding ervan op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op het jaar van die verkiezingen voor de vernieuwing van de provincieraden.
Art.8. De bestuursakkoorden worden namens de provincie goedgekeurd door de provincieraad met toepassing van artikel 42, § 1, van het Provinciedecreet van 9 december 2005.
De bestuursakkoorden worden gesloten door de Vlaamse Regering met toepassing van artikel 2 van het voormelde decreet.
Art.9. De bestuursakkoorden worden namens de provincie ondertekend op de wijze, vermeld in artikel 178, § 5, van het Provinciedecreet van 9 december 2005.
De bestuursakkoorden worden namens de Vlaamse Regering ondertekend door de minister-president, de Vlaams minister bevoegd voor Binnenlands Bestuur, en de Vlaamse ministers bevoegd voor de sectoren die het voorwerp uitmaken van de modaliteiten, bepaald in het bestuursakkoord.
Art.10. De Vlaamse Regering legt de ondertekende bestuursakkoorden ter kennisneming voor aan het Vlaams Parlement.
HOOFDSTUK 5. - Rapportering over en evaluatie van de bestuursakkoorden
Art.11. Uiterlijk op 31 juli van elk jaar rapporteren de provincies over de uitvoering van hun engagementen met betrekking tot het bestuursakkoord. Dat gebeurt in het kader van de jaarlijkse rapportering op basis van de relevante onderdelen van de door de provincieraad goedgekeurde jaarrekening met toepassing van artikel 11 van het decreet van 15 juli 2011.
Als de provincie niet voldoet aan de rapporteringsverplichting binnen het kader van het decreet van 15 juli 2011 of als de rapportering manifest onduidelijk is, kan de Vlaamse Regering bijkomende inlichtingen inwinnen.
Art.12. De bestuursakkoorden kunnen door de Vlaamse Regering ad hoc worden geëvalueerd, en bijkomend uiterlijk op 31 augustus van het derde jaar dat volgt op de inwerkingtreding van de bestuursakkoorden, vermeld in artikel 7.
Als blijkt dat er gegronde redenen zijn, kunnen de bestuursakkoorden in overleg met de provincie worden bijgestuurd.
Art.13. Een bijsturing van de bestuursakkoorden gebeurt in de vorm van een addendum bij de bestuursakkoorden.
Het addendum wordt gesloten uiterlijk op 31 december van het jaar waarin besloten wordt tot bijsturing van de akkoorden, met het oog op de inwerkingtreding uiterlijk op 31 januari van het daaropvolgende jaar. Artikel 8, 9 en 10 zijn van overeenkomstige toepassing op het addendum.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Art. 15. De Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand is belast met de uitvoering van dit besluit.