24 JANUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 tot vaststelling van de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de uitgaven voor de werken uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités en tot opheffing van het ministerieel besluit van 26 oktober 1978 tot vaststelling van de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken uitgevoerd in toepassing van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 tot vaststelling van de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de uitgaven voor de werken uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in punt 1° worden de woorden "drooglegging en bevloeiing door middel van ondergrondse of bovengrondse systemen" vervangen door de woorden "drainage en irrigatie van land- en tuinbouwgronden", worden de woorden "grond-, verbeterings- en kavelinrichtingswerken" vervangen door de woorden "grondverbeterings- en kavelinrichtingswerken" en worden de woorden "elektriciteits- en watervoorziening" vervangen door het woord "nutsvoorzieningen";
2° aan artikel 1, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 2. Ter uitvoering van artikel 58, tweede lid, van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken, en met toepassing van artikel 2, derde lid, en artikel 29 van de voormelde wet, is de regeling, vermeld in paragraaf 1, van dit artikel, ook van toepassing op de vaststelling van de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de uitgaven voor de werken, uitgevoerd door de ruilcomités, met dien verstande dat :
1° punt 3° moet gelezen worden zonder de zin "deze werken dienen in overeenstemming te zijn met een plan dat voorafgaand aan de beslissing tot subsidiëring door de Vlaamse minister bevoegd voor de landinrichting werd goedgekeurd, hetzij in de vorm van een ruilverkavelingsplan gevoegd bij de beslissing inzake het nut van de ruilverkaveling op grond van artikel 11 van voormelde wet, hetzij in de vorm van een structuurplan gevoegd bij de beslissing inzake de aanpassing van het openbaar domein op grond van artikel 70 van voormelde wet; het ruilverkavelingsplan of structuurplan dient tot stand te komen na een planvormingsprocedure waarbij deskundigen inzake landbouweconomie, cultuurtechniek, landschapszorg, natuurbehoud en planologie een geïntegreerde visie op de inrichting van het ruilverkavelingsblok ontwikkelen;";
2° punt 6° als volgt moet worden gelezen : 6° 60 procent van het totale bedrag van de uitgaven voor de werken, uitgevoerd met het oog op de verbetering van de individuele landbouwstructuren, en die het rechtstreeks gevolg zijn van een tijdens de gebruiksruil of de daaropvolgende ruilverkaveling uit te voeren groot infrastructuurwerk, dat wil zeggen werken van drainage en irrigatie van land- en tuinbouwgronden, van aanleg en verbetering van toegangswegen tot hoevegebouwen, van grondverbeterings- en kavelinrichtingswerken, en van aanleg van primaire verdelingsnetten voor nutsvoorzieningen. ".
Art.2. Het ministerieel besluit van 26 oktober 1978 tot vaststelling van de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken uitgevoerd in toepassing van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken wordt opgeheven.
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.