Details





Titel:

19 SEPTEMBER 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-10-2014 en tekstbijwerking tot 16-07-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen over de beheerovereenkomsten
Art. 2-8
HOOFDSTUK 3. - De beheervisie
Art. 9-10
HOOFDSTUK 4. - De beheerdoelstellingen, de beheerpakketten en de beheervergoeding ervoor
Art. 11-20
HOOFDSTUK 5. - De beheergebieden
Art. 21
HOOFDSTUK 6. - Bijzondere bepalingen over de beheerovereenkomsten
Art. 22-29
HOOFDSTUK 7. - Controle op de naleving van de beheerovereenkomsten
Art. 30-33
HOOFDSTUK 8. - Organisatie van en aanvraagprocedure voor de beheerovereenkomsten
Art. 34-38
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art. 39-43
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2008202288 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Agentschap voor Natuur en Bos: het agentschap opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos.
  2° basisnormen: de dwingende voorschriften, vermeld in artikel 28, derde lid van de Verordening (EU) nr. 1305/2013;
  3° beheerder: degene die een beheerovereenkomst heeft gesloten;
  4° beheergebied: de ruimtelijk afgebakende delen van het Vlaamse Gewest waarin beheerovereenkomsten kunnen worden gesloten op basis van dit besluit;
  5° beheerpakket: een geheel van basisnormen, instapvoorwaarden en beheervoorwaarden die tegemoetkomen aan een specifieke beheerdoelstelling;
  6° beheervoorwaarde: het werk dat of de handeling die de beheerder verricht of laat verrichten of achterwege laat, afhankelijk van de beheerdoelstelling, waarvoor een beheervergoeding wordt toegekend;
  7° beheervoorwerp: het perceel, het deel van het perceel of het voorwerp waarop de beheerovereenkomst zich richt;
  8° betaalorgaan: het orgaan dat conform artikel 7 van de Verordening (EU) nr. 1306/2013 is erkend als betaalorgaan;
  9° decreet van 21 oktober 1997: het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
  10° departement: het Departement [2 Omgeving]2;
  11° GBCS: het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, vermeld in titel V, hoofdstuk II, van de Verordening (EU) nr. 1306/2013;
  12° [1 instapvoorwaarden: de voorwaarden waaraan in het jaar vóór de aanvangsdatum van de beheerovereenkomst voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor het sluiten van een beheerovereenkomst en waaraan voldaan moet zijn gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst;]1
  13° landbouwer: een landbouwer als vermeld in artikel 4, eerste lid, a), van de Verordening (EU) nr. 1307/2013 die conform artikel 9 van de Verordening (EU) nr. 1307/2013 wordt beschouwd als een actieve landbouwer;
  14° landbouwgrond: een landbouwareaal dat conform artikel 32, tweede lid, van de Verordening (EU) nr. 1307/2013 als subsidiabel wordt beschouwd;
  15° maatschappij: de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht bij het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;
  16° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, ieder wat zijn of haar bevoegdheden betreft;
  17° programmeringsperiode 2014-2020: de programmeringsperiode voor de programma's voor plattelandsontwikkeling, vermeld in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, die de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 behelst;
  18° vergroeningspraktijken: de klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken of gelijkwaardige praktijken, vermeld in artikel 43 van de Verordening (EU) nr. 1307/2013;
  19° Verordening (EU) nr. 1305/2013: de Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad;
  20° Verordening (EU) nr. 1306/2013: de Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad;
  21° Verordening (EU) nr. 1307/2013: de Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad.
  ----------
  (1)<BVR 2015-03-20/07, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 26-04-2015>
  (2)<BVR 2017-02-24/16, art. 236, 005; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen over de beheerovereenkomsten
Art.2. Een beheerovereenkomst is een overeenkomst tussen de maatschappij en een landbouwer waarbij deze laatste zich er vrijwillig toe verbindt om gedurende een bepaalde termijn een of meer beheerpakketten uit te voeren tegen betaling van een vooraf bepaalde vergoeding, binnen de perken van de begrotingskredieten.

Art.3. De diensten en agentschappen die afhangen van het Vlaamse Gewest, de besturen, alsook de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die in het Vlaamse Gewest belast zijn met taken van openbaar nut en de erkende terreinbeherende natuurverenigingen, vermeld in artikel 2, 16°, van het decreet van 21 oktober 1997, kunnen geen beheerovereenkomst sluiten.

Art.4. Een beheerovereenkomst kan alleen gesloten worden voor beheervoorwerpen die liggen op of langs een perceel dat in het GBCS is geregistreerd als landbouwgrond als dat perceel in het Vlaamse Gewest ligt.
  Er kunnen geen beheerovereenkomsten gesloten worden voor percelen die liggen binnen terreinen die conform het decreet van 21 oktober 1997 zijn erkend of aangewezen als natuurreservaat, voor percelen die liggen binnen terreinen die conform het Bosdecreet van 13 juni 1990 zijn erkend of aangewezen als bosreservaat, of voor percelen die liggen binnen terreinen waarvoor een goedgekeurd natuurbeheerplan bestaat dat is opgenomen in het register, vermeld in artikel 16octies, § 4, van het decreet van 21 oktober 1997.
  Er kunnen geen beheerovereenkomsten gesloten worden voor beheervoorwerpen die liggen op openbaar domein, of die belast zijn met een wettelijke, conventionele of publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van uitweg of doorgang.

Art.5.Elke beheerovereenkomst wordt gesloten voor een periode van vijf opeenvolgend jaren. De looptijd van de beheerovereenkomst kan verlengd worden met telkens een jaar als de verlenging nodig is om de nagestreefde milieuvoordelen te bereiken of te behouden. De minister stelt nadere regels vast voor de procedure en de voorwaarden waaronder de verlenging mogelijk is.
  Nieuwe beheerovereenkomsten die onmiddellijk op de periode van de eerste beheerovereenkomst aansluiten, [1 of nieuwe beheerovereenkomsten die liggen binnen de beheergebieden voor de beheerdoelstelling soortenbescherming, vermeld in artikel 21, § 2, tweede lid,]1 kunnen gesloten worden voor een periode die korter is dan vijf jaar. De minister stelt nadere regels vast voor de procedure en de voorwaarden waaronder die nieuwe beheerovereenkomst gesloten kan worden.
  ----------
  (1)<BVR 2021-06-18/23, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 26-07-2021>

Art.6.De aanvangsdatum van een beheerovereenkomst is altijd 1 januari.
  Per aanvangsdatum kan een landbouwer maar één beheerovereenkomst hebben die gericht is op de beheerdoelstellingen, vermeld in artikel 11, 1° tot en met 6°. Een beheerovereenkomst die gericht is op de beheerdoelstellingen, vermeld in artikel 11, 1° tot en met 6°, kan alleen gesloten worden als die beheerovereenkomst bij aanvang gedurende de looptijd van vijf jaar recht geeft op een totale beheervergoeding van minstens 750 euro.
  Gedurende de programmeringsperiode 2014-2020 kan een landbouwer maar één beheerovereenkomst hebben die gericht is op de beheerdoelstelling, vermeld in artikel 11, 7°. Een beheerovereenkomst die gericht is op de beheerdoelstelling, vermeld in artikel 11, 7°, kan alleen gesloten worden als de oppervlakte waarop deze beheerovereenkomst wordt toegepast, minimaal twee hectare bedraagt.
  [1 In afwijking van het tweede lid, eerste zin, kan een landbouwer gedurende de programmeringsperiode 2014-2020 maar één beheerovereenkomst hebben met het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming, vermeld in artikel 11, 5°. In afwijking van het tweede lid, tweede zin, kan een beheerovereenkomst met het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt ook gesloten worden als die beheerovereenkomst gedurende de looptijd van vijf jaar recht geeft op een totale beheervergoeding die lager is dan 750 euro. Een beheerovereenkomst met het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt kan alleen gesloten worden als de oppervlakte waarop deze beheerovereenkomst wordt toegepast, minimaal 0,5 hectare bedraagt.]1
  ----------
  (1)<BVR 2016-09-09/01, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 29-09-2016>

Art.7.§ 1. Een beheerovereenkomst kan gecombineerd worden met andere beheerovereenkomsten, milieuacties of maatregelen, op voorwaarde dat ze elkaar aanvullen en onderling verenigbaar zijn. Een beheerovereenkomst kan gecombineerd worden met de vergroeningspraktijken.
  Een beheervergoeding kan niet gecumuleerd worden met andere vormen van vergoeding, toegekend voor dezelfde of soortgelijke prestaties.
  De aanvraag voor een beheerovereenkomst wordt afgewezen als degene die de beheerovereenkomst wil sluiten, een vergoeding ontvangt voor dezelfde of soortgelijke prestaties als opgenomen in de aangevraagde beheerpakketten.
  § 2. [1 In afwijking van paragraaf 1 wordt bij een combinatie van een beheerovereenkomst met de vergroeningspraktijken en bij een combinatie van een beheerovereenkomst met de erosiebestrijdingsmaatregelen, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de beheervergoeding verlaagd of niet uitbetaald zodat een dubbele financiering voor dezelfde of soortgelijke prestaties wordt uitgesloten. De minister kan nadere regels vaststellen voor de verlaging of niet-uitbetaling van beheervergoedingen om zo een dubbele financiering te vermijden]1.
  ----------
  (1)<BVR 2016-09-09/01, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 29-09-2016>

Art.8. Vanaf het sluiten van de beheerovereenkomst leeft de beheerder de beheerovereenkomst na, onderwerpt hij zich aan de controle van de naleving ervan en stelt alle gegevens die nodig zijn om de beheerovereenkomsten te controleren en te monitoren, ter beschikking van de maatschappij.

HOOFDSTUK 3. - De beheervisie
Art.9. § 1. Voor de beheergebieden die door de minister zijn afgebakend conform artikel 21, of voor delen ervan kan de minister een beheervisie opstellen. De beheervisie omvat ten minste:
  1° een omschrijving van de actuele en potentiële natuurwaarden en van de milieukwaliteiten;
  2° het streefbeeld voor de natuurwaarden en de milieukwaliteiten;
  3° een ecologische toets waarbij wordt omschreven wat de invloed is van de beheerpakketten die men wenst in te zetten en de combinatie van deze beheerpakketten op het streefbeeld, vermeld in 2°. De ecologische toets bevat ook een omschrijving van de risico's die de gewenste beheerpakketten en de combinatie van deze beheerpakketten hebben op het streefbeeld, vermeld in 2°, alsook de wijze hoe deze risico's worden ondervangen;
  4° rekening houdend met de ecologische toets, een opsomming van de in te zetten beheerpakketten en een omschrijving van de mate waarin de in te zetten beheerpakketten bijdragen aan de realisatie van het streefbeeld, vermeld in punt 2°.
  Tussen de partners die bereid zijn om mee te werken aan de realisatie van de beheervisie, worden afspraken gemaakt over onder meer hun rol en verantwoordelijkheden bij draagvlakverbreding, communicatie, monitoring en procesbegeleiding.
  § 2. Als het beheergebied geheel of gedeeltelijk overlapt met een speciale beschermingszone of een gebied van communautair belang als vermeld in artikel 36bis van het decreet van 21 oktober 1997, gelden de instandhoudingsdoelstellingen en prioriteiten die voor dat gebied zijn vastgesteld conform artikel 36ter, § 1, van het voormelde decreet, als beheervisie. De beheerovereenkomsten die worden gesloten voor percelen in een speciale beschermingszone of een gebied van communautair belang, moeten in overeenstemming zijn met de instandhoudingsdoelstellingen en de prioriteiten die voor dat gebied zijn vastgesteld conform artikel 36ter, § 1, van het voormelde decreet.
  In het eerste lid wordt verstaan onder speciale beschermingszones: de speciale beschermingszone, vermeld in artikel 2, 43°, van het voormelde decreet;
  Als een natuurrichtplan als vermeld in artikel 2, 39°, van het voormelde decreet bestaat, geldt dat als beheervisie. Als een natuurrichtplan bepalingen oplegt die strenger zijn dan de beheervoorwaarden, beschreven in de beheerpakketten, is de beheerder ertoe gehouden de bepalingen uit het natuurrichtplan na te leven.
  § 3. Als er geen beheervisie is opgesteld, kunnen binnen de beheergebieden, afgebakend conform artikel 21, de beheerpakketten worden ingezet die mogelijk zijn binnen dat beheergebied.
  § 4. De minister kan nadere regels vaststellen voor de inhoud en de wijze van opmaak van de beheervisie.

Art.10. De minister kan bepalen welke beheergebieden of gedeelten ervan of welke beheerpakketten prioritair in aanmerking komen voor het sluiten van beheerovereenkomsten. Daarbij wordt rekening gehouden met de te verwachten positieve resultaten op het gebied van natuurwaarden en de te verwachten verbetering van de milieukwaliteit, alsook met de optimale besteding van de begrotingskredieten.

HOOFDSTUK 4. - De beheerdoelstellingen, de beheerpakketten en de beheervergoeding ervoor
Art.11. De volgende beheerdoelstellingen worden vastgesteld ter bevordering van het milieu:
  1° het botanisch beheer;
  2° de erosiebestrijding;
  3° het onderhoud van kleine landschapselementen;
  4° het perceelsrandenbeheer;
  5° de soortenbescherming;
  6° het bijdragen aan de realisatie van instandhoudingsdoelstellingen;
  7° de verbetering van de waterkwaliteit.

Art.12. De beheerdoelstelling botanisch beheer, vermeld in artikel 11, 1°, beoogt de instandhouding en de ontwikkeling van botanisch waardevolle graslanden.

Art.13. De beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 11, 2°, beoogt het verminderen en het tegengaan van de effecten van erosie op erosiegevoelige percelen.

Art.14. De beheerdoelstelling onderhoud van kleine landschapselementen, vermeld in artikel 11, 3°, beoogt het herstel, de ontwikkeling en het onderhoud van bestaande kleine landschapselementen.

Art.15. De beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer, vermeld in artikel 11, 4°, beoogt de bescherming van kwetsbare elementen tegen de oppervlakkige afstroming van nutriënten en de drift van bestrijdingsmiddelen en het voorzien in nectar en pollen voor bestuivers door de aanleg van bloemenstroken langs kwetsbare elementen. De minister bepaalt welke elementen kwetsbaar zijn.

Art.16. De beheerdoelstelling soortenbescherming, vermeld in artikel 11, 5°, beoogt de instandhouding en de verbetering van de soorten en hun leefgebieden die door de minister worden vastgesteld.

Art.17. De beheerdoelstelling bijdragen aan de realisatie van instandhoudingsdoelstellingen, vermeld in artikel 11, 6°, beoogt het geschikt maken van gronden en de verbetering van de milieucondities van gebieden waardoor wordt bijgedragen aan de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen die zijn vastgesteld conform het decreet van 21 oktober 1997.

Art.18. De beheerdoelstelling verbetering van de waterkwaliteit, vermeld in artikel 11, 7°, beoogt het voorkomen van de uitspoeling van nitraten, het voorkomen van bodemverlies door erosie en het verrijken van de bodem met organische stoffen.

Art.19. De beheerpakketten die ingezet kunnen worden voor de beheerdoelstellingen, vermeld in artikel 11, zijn opgesomd in de tabel, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art.20.In de beheerpakketten worden de basisnormen, de instapvoorwaarden en de beheervoorwaarden opgenomen. Met de beheervoorwaarden wordt een hogere kwaliteit voor natuur en milieu bereikt dan de basiskwaliteit voor natuur en milieu.
  In het eerste lid wordt verstaan onder basiskwaliteit voor natuur en milieu: de kwaliteit die wordt bereikt door de basisnormen en het standstill-beginsel na te leven.
  Met behoud van de toepassing van dit besluit wordt de naleving van de voorschriften vastgesteld in de Vlaamse regelgeving over natuur en milieu, ook als basiskwaliteit voor natuur en milieu beschouwd.
  De minister bepaalt voor elk beheerpakket de basisnormen, de instapvoorwaarden en de beheervoorwaarden [1 , alsook de beheervergoedingen]1.
  ----------
  (1)<BVR 2015-06-19/10, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 16-07-2015>

HOOFDSTUK 5. - De beheergebieden
Art.21.§ 1. De minister bepaalt voor elke beheerdoelstelling, vermeld in artikel 11, de beheergebieden. De beheergebieden worden afgebakend conform de bepalingen van paragraaf 2.
  § 2. [1 In afwijking van paragraaf 1 wordt voor de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer de beheerdoelstelling onderhoud van kleine landschapselementen en de beheerdoelstelling botanisch beheer, voor wat het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland betreft, het volledige grondgebied van het Vlaamse Gewest ingesteld als beheergebied.
   De beheergebieden voor de beheerdoelstelling soortenbescherming en de beheerdoelstelling botanisch beheer, voor wat het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland betreft, worden afgebakend op voorstel van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.]1
  De beheergebieden voor de beheerdoelstelling bijdragen aan de realisatie van de instandhoudingsdoelen worden afgebakend op voorstel van het Agentschap van Natuur en Bos.
  De beheergebieden voor de beheerdoelstelling verbetering van de waterkwaliteit worden afgebakend op voorstel van de maatschappij.
  De beheergebieden voor de beheerdoelstelling erosiebestrijding worden afgebakend op voorstel van het departement en liggen binnen gebieden die erosiegevoelig zijn volgens het GBCS.
  ----------
  (1)<BVR 2015-03-20/07, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 26-04-2015>

HOOFDSTUK 6. - Bijzondere bepalingen over de beheerovereenkomsten
Art.22. § 1. De gevallen, vermeld in artikel 2, tweede lid, a) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden erkend als overmacht of uitzonderlijke omstandigheid.
  Naast de gevallen, vermeld in het eerste lid, kan de maatschappij in individuele gevallen en rekening houdend met de bijzondere omstandigheden andere gevallen van overmacht of uitzonderlijke omstandigheid erkennen.
  § 2. De kennisgeving van een geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheid als vermeld in paragraaf 1, wordt samen met de bijbehorende bewijsstukken schriftelijk ingediend door de beheerder of zijn rechtsopvolger bij de maatschappij binnen vijftien werkdagen nadat de beheerder of zijn rechtsopvolger daartoe in staat is.
  De maatschappij beslist of het meegedeelde geval een geval van overmacht of een uitzonderlijke omstandigheid is. Binnen twee maanden nadat de maatschappij de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, heeft ontvangen, brengt ze de beheerder of zijn rechtsopvolger op de hoogte van haar beslissing.
  § 3. In geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheid kan de maatschappij een van de volgende beslissen nemen. Ze kan beslissen dat:
  1° de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst wordt opgeschort gedurende de jaren waarin de overmacht of uitzonderlijke omstandigheid zich voordoet;
  2° de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst wordt beëindigd.
  De opschorting, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt vastgelegd als na de beëindiging van de situatie van overmacht of uitzonderlijke omstandigheid de beheerovereenkomst of het betreffende deel ervan verder uitgevoerd kan worden. Na de periode van opschorting voert de beheerder voor de resterende looptijd van de beheerovereenkomst de beheerovereenkomst integraal verder uit.
  De beëindiging, vermeld in het eerste lid, 2°, wordt vastgelegd als de beheerovereenkomst of het betreffende deel ervan niet uitgevoerd kan worden voor de resterende looptijd van de beheerovereenkomst. Als een deel van de beheerovereenkomst wordt beëindigd, past de maatschappij de beheerovereenkomst aan.
  § 4. Voor de jaren waarin het geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheid zich voordoet, ontvangt de beheerder geen beheervergoeding.
  De beheervergoeding die verschuldigd is voor de voorgaande jaren waarin de beheerovereenkomst daadwerkelijk werd uitgevoerd, hoeft niet te worden terugbetaald.

Art.23. § 1. Als niet langer is voldaan aan de voorwaarden voor het sluiten van een beheerovereenkomst, beëindigt de maatschappij de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst. Er is uitsluitend niet langer voldaan aan de voorwaarden voor het sluiten van een beheerovereenkomst als een perceel waarvoor een beheerovereenkomst is gesloten, niet langer binnen het beheergebied ligt of komt te liggen binnen een natuur- of bosreservaat of goedgekeurd natuurbeheerplan als vermeld in artikel 4, tweede lid, of als de beheerovereenkomst niet langer in overeenstemming is met de beheervisie.
  Binnen twee maanden nadat de maatschappij heeft vastgesteld dat niet langer aan de voorwaarden voor het sluiten van een beheerovereenkomst is voldaan, brengt ze de beheerder met een aangetekende brief op de hoogte van de beëindiging van de beheerovereenkomst of van het betreffende deel van de beheerovereenkomst. Als een deel van de beheerovereenkomst wordt beëindigd, past de maatschappij de beheerovereenkomst aan.
  § 2. Voor het jaar waarin niet langer is voldaan aan de voorwaarden voor het sluiten van een beheerovereenkomst, ontvangt de beheerder geen beheervergoeding. De beheervergoeding die verschuldigd is voor de voorgaande jaren waarin de beheerovereenkomst daadwerkelijk werd uitgevoerd, hoeft niet te worden terugbetaald.

Art.24. § 1. Als de beheerder van oordeel is dat hij de bepalingen van de beheerovereenkomst niet kan blijven nakomen doordat zijn bedrijf of een deel van het bedrijf wordt herverkaveld of binnen een door de overheid goedgekeurde ruilverkaveling valt, deelt de beheerder dat onmiddellijk schriftelijk mee aan de maatschappij.
  § 2. Als de maatschappij beslist dat een aanpassing van de beheerovereenkomst aan de nieuwe bedrijfssituatie mogelijk is, bepaalt de maatschappij de voorwaarden van die aanpassing en past ze de beheerovereenkomst aan.
  Als de maatschappij beslist dat een aanpassing aan de nieuwe bedrijfssituatie onmogelijk is, eindigt de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst. Als een deel van de beheerovereenkomst wordt beëindigd, past de maatschappij de beheerovereenkomst aan.
  Binnen twee maanden nadat de maatschappij de mededeling, vermeld in paragraaf 1, heeft ontvangen, brengt ze de beheerder op de hoogte van haar beslissing over de voorwaarden tot aanpassing van de beheerovereenkomst of van haar beslissing tot beëindiging van de beheerovereenkomst of van het betreffende deel van de beheerovereenkomst.
  § 3. Voor het jaar waarin de beheerovereenkomst niet kan worden nagekomen om de redenen, vermeld in paragraaf 1, ontvangt de beheerder geen beheervergoeding.
  De beheervergoeding, verschuldigd voor de voorgaande jaren waarin de beheerovereenkomst daadwerkelijk is uitgevoerd, hoeft niet te worden terugbetaald.

Art.25. § 1. Als de beheerder gedurende de looptijd van zijn beheerovereenkomst alle percelen landbouwgrond of een deel ervan overdraagt, kan de overnemer van de percelen landbouwgrond de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst voor de resterende looptijd overnemen. De beheerder brengt de maatschappij schriftelijk op de hoogte van de overname van de percelen landbouwgrond en van het feit dat de overnemer van die percelen de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst al dan niet overneemt.
  § 2. Als de overnemer van de percelen landbouwgrond de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst overneemt, bevat de kennisgeving, vermeld in paragraaf 1, een schriftelijke bevestiging van de overnemer van de percelen dat hij de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst overneemt.
  § 3. Als de overnemer van de percelen landbouwgrond de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst niet overneemt, wordt de beheerovereenkomst of het betreffende deel ervan beëindigd.
  Binnen twee maanden nadat de maatschappij de kennisgeving, vermeld in paragraaf 1, heeft ontvangen, brengt ze de beheerder op de hoogte van de beëindiging van de beheerovereenkomst of van het betreffende deel ervan. Als een deel van de beheerovereenkomst wordt beëindigd, past de maatschappij de beheerovereenkomst aan.
  Voor het jaar waarin de overname van de percelen plaatsvindt zonder dat de beheerovereenkomst wordt overgenomen, ontvangt de beheerder geen beheervergoeding. De beheervergoeding, verschuldigd voor de voorgaande jaren waarin de beheerovereenkomst daadwerkelijk is uitgevoerd, hoeft niet te worden terugbetaald.
  § 4. De minister stelt nadere regels vast voor de voorwaarden waaronder een beheerovereenkomst geheel of gedeeltelijk overgenomen kan worden en voor de gevolgen daarvan voor de uitbetaling van de beheervergoeding.

Art.26. § 1. Op schriftelijk verzoek van de beheerder kan de maatschappij een bestaande beheerovereenkomst of een deel ervan gedurende de looptijd ervan omzetten in een nieuwe beheerovereenkomst met een nieuwe looptijd. Bij een omzetting worden in de nieuwe beheerovereenkomst beheerpakketten opgenomen die niet zijn opgenomen in de bestaande beheerovereenkomst.
  De omzetting is alleen mogelijk als alle onderstaande voorwaarden zijn vervuld:
  1° de omzetting komt het milieu in belangrijke mate ten goede;
  2° de bestaande beheerovereenkomst wordt aanzienlijk versterkt;
  3° in de nieuwe beheerovereenkomst worden beheerpakketten opgenomen die zijn vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
  § 2. De beheerder dient het verzoek tot omzetting in bij de maatschappij. De minister bepaalt de gegevens die het verzoek tot omzetting minstens moet bevatten.
  Het verzoek tot omzetting wordt, op straffe van verval, uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de gewenste aanvangsdatum, met een aangetekende brief naar de maatschappij gestuurd, of uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de gewenste aanvangsdatum, bij de maatschappij afgegeven tegen ontvangstbewijs. Als 1 oktober op een zaterdag of een zondag valt, is de uiterste datum de eerstvolgende werkdag.
  § 3. De maatschappij beslist of een omzetting mogelijk is en gaat na of de nieuw te sluiten beheerovereenkomst voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 37, eerste en tweede lid. De maatschappij brengt de beheerder op de hoogte van haar beslissing.
  Als de bestaande beheerovereenkomst gedeeltelijk omgezet kan worden, past de maatschappij de bestaande beheerovereenkomst aan en legt ze de aangepaste en de nieuwe beheerovereenkomst ter goedkeuring voor aan de beheerder. Als de bestaande beheerovereenkomst volledig omgezet kan worden, beëindigt de maatschappij de bestaande beheerovereenkomst en legt ze de nieuwe beheerovereenkomst ter goedkeuring voor aan de beheerder. De door de beheerder ondertekende exemplaren van de nieuwe of aangepaste beheerovereenkomst worden op straffe van verval van de beheerovereenkomst voor de ingangsdatum van de beheerovereenkomst aan de maatschappij bezorgd. De maatschappij bezorgt de door beide partijen ondertekende beheerovereenkomst aan de beheerder.
  § 4. De beheervergoeding die verschuldigd is voor de voorgaande jaren, hoeft niet te worden terugbetaald.

Art.27. § 1. Als een beheerder gedurende de looptijd van de beheerovereenkomst de oppervlakte waarop een beheerpakket betrekking heeft, wil vergroten, kan de beheerder aan de maatschappij schriftelijk een van de volgende zaken vragen. De beheerder kan vragen dat:
  1° het beheerpakket of beheervoorwerp voor het resterende deel van de looptijd wordt uitgebreid tot de extra oppervlakte;
  2° de beheerovereenkomst of een deel ervan wordt vervangen door een nieuwe beheerovereenkomst met een nieuwe looptijd.
  De uitbreiding, vermeld in het eerste lid, 1°, is alleen mogelijk als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
  1° de uitbreiding is gunstig voor de beheerdoelstelling in kwestie;
  2° de uitbreiding is gerechtvaardigd, rekening houdend met de aard van de beheerdoelstelling, de duur van de resterende looptijd en de omvang van de extra oppervlakte;
  3° de uitbreiding doet geen afbreuk aan de doeltreffende controle op de naleving van de beheerovereenkomst;
  4° de uitbreiding gaat in bij het tweede of derde jaar van de beheerovereenkomst.
  De vervanging, vermeld in het eerste lid, 2°, is alleen mogelijk als in de nieuwe beheerovereenkomst minstens dezelfde beheerpakketten zijn opgenomen als in de bestaande beheerovereenkomst en de oppervlakte waarop een beheerpakket betrekking heeft, wordt vergroot.
  § 2. De beheerder dient het verzoek tot uitbreiding of vervanging, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, in bij de maatschappij. De minister bepaalt de gegevens die het verzoek tot uitbreiding of vervanging minstens moet bevatten.
  Het verzoek tot uitbreiding of vervanging wordt, op straffe van verval, uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de gewenste aanvangsdatum, met een aangetekende brief naar de maatschappij gestuurd, of uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de gewenste aanvangsdatum, bij de maatschappij afgegeven tegen ontvangstbewijs. Als 1 oktober op een zaterdag of een zondag valt, is de uiterste datum de eerstvolgende werkdag.
  § 3. De maatschappij beslist of een uitbreiding of vervanging mogelijk is en gaat na of de uitbreiding of vervanging voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 37, eerste en tweede lid. De maatschappij brengt de beheerder op de hoogte van haar beslissing.
  Als de bestaande beheerovereenkomst uitgebreid kan worden, past de maatschappij de bestaande beheerovereenkomst aan en legt ze de aangepaste beheerovereenkomst ter goedkeuring voor aan de beheerder.
  Als de bestaande beheerovereenkomst volledig vervangen kan worden door een nieuwe beheerovereenkomst, beëindigt de maatschappij de bestaande beheerovereenkomst en legt ze de nieuwe beheerovereenkomst ter goedkeuring voor aan de beheerder. Als de bestaande beheerovereenkomst gedeeltelijk vervangen kan worden door een nieuwe beheerovereenkomst, past de maatschappij de bestaande beheerovereenkomst aan en legt ze de nieuwe en aangepaste beheerovereenkomst ter goedkeuring voor aan de beheerder.
  De door de beheerder ondertekende exemplaren van de nieuwe of aangepaste beheerovereenkomst worden op straffe van verval van de beheerovereenkomst voor de ingangsdatum van de beheerovereenkomst aan de maatschappij bezorgd. De maatschappij bezorgt de door beide partijen ondertekende beheerovereenkomst aan de beheerder.
  § 4. De beheervergoeding die verschuldigd is voor de voorgaande jaren hoeft niet te worden terugbetaald.

Art.28. § 1. Als door een wijziging van de basisnormen de instap- of beheervoorwaarden die zijn opgenomen in de beheerovereenkomst, niet langer verder gaan dan de voormelde basisnormen, worden de instap- en beheervoorwaarden aangepast aan de nieuwe basisnormen.
  Als door een wijziging van de voorschriften vastgesteld in de Vlaamse regelgeving over natuur en milieu de instap- of beheervoorwaarden die zijn opgenomen in de beheerovereenkomst niet langer verder gaan dan de voormelde voorschriften, worden de instap- en beheervoorwaarden aangepast aan de nieuwe voorschriften.
  De herziening, vermeld in het eerste en tweede lid, bestrijkt ook de aanpassingen die nodig zijn om dubbele financiering te vermijden in geval van een wijziging van de vergroeningspraktijken.
  Als de looptijd van de beheerovereenkomst de looptijd van de programmeringsperiode 2014 - 2020 overschrijdt, kan de beheerovereenkomst aangepast worden aan het rechtskader van de volgende programmeringsperiode 2020- 2027.
  § 2. De maatschappij beslist of een aanpassing als vermeld in paragraaf 1, vereist is. Als een aanpassing vereist is, legt de maatschappij een aangepaste beheerovereenkomst voor aan de beheerder.
  Als de beheerder de aanpassing niet aanvaardt, wordt de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst beëindigd. De beheervergoeding, verschuldigd voor de periode waarin de beheerovereenkomst daadwerkelijk is uitgevoerd, hoeft niet te worden terugbetaald.

Art.29. Als de maatschappij met toepassing van dit hoofdstuk beslist dat een beheervergoeding moet worden terugbetaald, wordt de beheervergoeding teruggevorderd conform artikel 57 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

HOOFDSTUK 7. - Controle op de naleving van de beheerovereenkomsten
Art.30. De maatschappij en het betaalorgaan zijn belast met het toezicht op de naleving van de beheerovereenkomsten. Om na te gaan of een beheerovereenkomst is nageleefd, voeren ze in onderling overleg op een efficiënte wijze de vereiste administratieve controles en controles ter plaatse uit. Ze kunnen zich daarvoor laten bijstaan door derden. Met betrekking tot het toezicht wordt door de maatschappij en het betaalorgaan een protocol gesloten. De controles worden uitgevoerd conform de artikelen 58, 59, 62, en 67 tot en met 78 van Verordening (EU) 1306/2013.

Art.31. In geval van een controle ter plaatse hebben de bevoegde personeelsleden het recht om, conform artikel 57bis van het decreet van 21 oktober 1997 of artikel 60bis, § 1, van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen juncto artikel 16.3.12 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de percelen in kwestie te betreden en om de nodige vaststellingen over de uitvoering van de beheerovereenkomst te doen.
  Op verzoek van de bevoegde personeelsleden begeleidt de beheerder hen naar de percelen in kwestie. De beheerder verstrekt alle documenten en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de controle. Als de beheerder de controle verhindert, zullen sancties toegepast worden conform artikel 59, zevende lid van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
  De beheerder wordt in de gelegenheid gesteld het verslag van de controle te ondertekenen om zijn aanwezigheid bij de controle te bevestigen, en er opmerkingen aan toe te voegen. Als wordt vastgesteld dat de beheerder in gebreke blijft bij de naleving van de beheerovereenkomst, ontvangt hij een kopie van het verslag van de controle ter plaatse.

Art.32. Als wordt vastgesteld dat de beheerder in gebreke blijft bij de naleving van de beheerovereenkomst, zullen sancties toegepast worden conform artikel 63 en 77 van de Verordening (EU) nr. 1306/2013.
  Als de niet-naleving geen betrekking heeft op de oppervlakte van het areaal, bepaalt de maatschappij op basis van de ernst, de omvang, de duur en de herhaling van de niet-naleving de sancties conform artikel 63 en 77 van de Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Art.33. Het betaalorgaan is belast met de invorderingen die verbonden zijn aan de opgelegde sancties. De invorderingen gebeuren conform artikel 54, 56 en 57 van de Verordening (EU) 1306/2013.

HOOFDSTUK 8. - Organisatie van en aanvraagprocedure voor de beheerovereenkomsten
Art.34. De maatschappij is belast met de voorbereiding en de evaluatie van het beleid over de beheerovereenkomsten. De maatschappij zorgt ervoor dat over die opdrachten voldoende overlegd wordt met het departement en het Agentschap voor Natuur en Bos.
  Met behoud van de toepassing van haar bevoegdheden, bepaald door of krachtens een decreet, is de maatschappij belast met de actieve bevordering, de selectie via selectiecriteria, het sluiten, de voortgangsbewaking, de communicatie, de praktische uitvoering en de monitoring van de beheerovereenkomsten. De resultaten van de monitoring worden aangewend om, als dat nodig is, de beheervoorwaarden of de inzet van de beheerpakketten bij te sturen.
  De maatschappij legt, binnen de perken van de begrotingskredieten, de kredieten voor de beheervergoedingen vast op de begroting.

Art.35. Het betaalorgaan is belast met de betaling van de beheervergoedingen.

Art.36. De aanvraag tot het sluiten van de beheerovereenkomst wordt ingediend bij de maatschappij. De minister bepaalt de gegevens die de aanvraag tot het sluiten van een beheerovereenkomst minstens moet bevatten.
  De aanvraag tot het sluiten van de beheerovereenkomst wordt, op straffe van verval, uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de gewenste aanvangsdatum, met een aangetekende brief naar de maatschappij gestuurd, of uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de gewenste aanvangsdatum, bij de maatschappij afgegeven tegen ontvangstbewijs. Als 1 oktober op een zaterdag of een zondag valt, is de uiterste datum de eerste volgende werkdag. Voor beheerovereenkomsten die aanvangen op 1 januari 2015, kan de minister een afwijking bepalen.
  De minister kan nadere regels bepalen voor de wijze waarop de aanvraag tot het sluiten van een beheerovereenkomst wordt ingediend en voor de gevallen waarbij de aanvraag na de ontvangst ervan door de maatschappij nog kan worden gewijzigd. Na de uiterste indiendatum, vermeld in het tweede lid, is een wijziging van een ingediende aanvraag alleen mogelijk als de omvang van de beheerovereenkomst hierdoor wordt verkleind.

Art.37. De maatschappij gaat na of de beheerovereenkomst kan worden gesloten en of de gevraagde beheerpakketten in overeenstemming zijn met de beheervisie, de beheerdoelstelling en de gestelde prioriteiten bepaald conform artikel 10.
  De maatschappij zal een selectieprocedure toepassen indien dit budgettair noodzakelijk is om de meest geschikte aanvragen te selecteren op basis van criteria die gelinkt zijn aan ecologische en economische efficiëntie. De minister bepaalt de nadere regels voor de toepassing van een selectieprocedure voor het sluiten van beheerovereenkomsten, waaronder de selectiecriteria.
  De maatschappij beslist of een beheerovereenkomst al dan niet gesloten kan worden. Als de beheerovereenkomst of een deel van de beheerovereenkomst niet gesloten kan worden, brengt de maatschappij de aanvrager daarvan schriftelijk op de hoogte. Als de maatschappij beslist dat een beheerovereenkomst gesloten kan worden, legt ze de beheerovereenkomst voor aan de beheerder. De door de beheerder ondertekende exemplaren van de beheerovereenkomst worden op straffe van verval van de beheerovereenkomst voor de ingangsdatum van de beheerovereenkomst aan de maatschappij bezorgd. Voor beheerovereenkomsten die aanvangen op 1 januari 2015, kan de minister een afwijking bepalen. De maatschappij bezorgt de door beide partijen ondertekende beheerovereenkomst aan de beheerder.

Art.38. De minister kan nadere regels vaststellen voor de voorwaarden van betaling van de beheervergoeding. De betaling van de beheervergoeding gebeurt conform titel V en VI van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art.39. Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 april 2010 en 27 april 2012, wordt opgeheven.

Art.40. Op de beheersovereenkomsten, gesloten met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling, blijven de bepalingen van het voormelde besluit van toepassing.

Art.41. Een beheerder kan geen beheerovereenkomst aangaan conform dit besluit in het kader van de beheerdoelstelling de verbetering van de waterkwaliteit, als hij nog een beheerovereenkomst heeft lopen voor de beheerdoelstelling het verbeteren van de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater die is gesloten met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling.

Art.42. § 1. Een bestaande beheersovereenkomst die is gesloten met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling, kan worden omgezet in een nieuwe beheerovereenkomst op grond van dit besluit als alle onderstaande voorwaarden zijn vervuld:
  1° voor het om te zetten beheerpakket zijn de beheervoorwaarden die gelden binnen de programmeringsperiode 2014-2020 vergelijkbaar met de beheersmaatregelen en voorwaarden die golden binnen het programma voor plattelandsontwikkeling 2007 - 2013 opgemaakt conform artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO);
  2° de omzetting komt het milieu in belangrijke mate ten goede;
  3° de bestaande beheersovereenkomst wordt aanzienlijk versterkt;
  4° in de nieuwe beheerovereenkomst worden beheerpakketten opgenomen die zijn vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
  De minister bepaalt nadere regels voor het omzetten van beheerpakketten die aangegaan zijn op grond van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling in een beheerpakket op grond van dit besluit.
  § 2. Op schriftelijk verzoek van de beheerder kan de maatschappij een bestaande beheersovereenkomst die is gesloten op grond van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling of een deel ervan, gedurende de looptijd ervan omzetten in een nieuwe beheerovereenkomst met een nieuwe looptijd als voldaan is aan de voorwaarden van paragraaf 1. De bepalingen van artikel 26, § 2, § 3 en § 4, van dit besluit zijn van toepassing.

Art.43. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Beheerpakketten die ingezet kunnen worden voor de beheerdoelstellingen als vermeld in artikel 19


beheerdoelstellingbeheerpakket
het botanisch beheerontwikkeling soortenrijk grasland
 instandhouding soortenrijk grasland
de erosiebestrijdingaanleg en onderhoud grasstrook
 aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni
  
 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook
  
 onderhoud gemengde grasstrook
  
 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus
  
 onderhoud gemengde grasstrook plus
  
 aanleg en onderhoud erosiedam
  
 aanleg en onderhoud strategisch grasland
het onderhoud van kleine landschapselementen[<font color="red">1</font> onderhoud haag
 onderhoud kaphaag
  
 onderhoud heg
  
 omvormingsbeheer houtkant
  
 onderhoud knotbomenrij
 onderhoud houtkant 75% afzetten
 onderhoud houtkant 50% afzetten
 onderhoud houtkant 25% afzetten
 onderhoud houtsingel]<font color="red">1</font>
het perceelsrandenbeheeraanleg en onderhoud grasstrook 15 juni
 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook
  
 onderhoud gemengde grasstrook
  
 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus
  
 onderhoud gemengde grasstrook plus
  
 aanleg en onderhoud bloemenstrook
de soortenbescherming[<font color="red">2</font> faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum
 faunabeheer grasland beweiden 20 mei
  
 faunabeheer grasland standweide 15 juni
  
 faunabeheer grasland kuikenweide
  
 faunabeheer akkerland voedselgewas
  
 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook
  
 onderhoud gemengde grasstrook
  
 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus
  
 onderhoud gemengde grasstrook plus
  
 aanleg en onderhoud vluchtstrook
 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker
 aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker
 aanleg en onderhoud luzernestrook hamster
 hamstervriendelijke nateelt]<font color="red">2</font>
het bijdragen aan de realisatie van instandhoudingsdoelstellingenverminderde bemesting grasland
 verminderde bemesting akkerland
  
 fosfaatuitmijning akkerland
  
de verbetering van de waterkwaliteitwaterkwaliteit
(<font color="red">1</font>)<BVR <a href="/cgi_loi/article.pl?language=fr&lg_txt=f&cn_search=2016090901" target="_blank">2016-09-09/01</a>, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 29-09-2016>
(<font color="red">2</font>)<BVR <a href="/cgi_loi/article.pl?language=fr&lg_txt=f&cn_search=2016090901" target="_blank">2016-09-09/01</a>, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 29-09-2016>