20 JUNI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2010 houdende de vaststelling van de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en houdende oprichting van een Sociale Dienst voor het personeel van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, wat betreft de toevoeging van de regeling van de reis- en verblijfkosten voor de zorgregisseurs
Art. 1-4
Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2010 houdende vaststelling van de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en houdende oprichting van een Sociale Dienst voor het personeel van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2012, wordt een hoofdstuk IV/1, dat bestaat uit artikel 6/1 tot en met 6/2, ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk IV/1. Reis- en verblijfkosten van zorgregisseurs
Art. 6/1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder
1° provinciecoördinatiepunt: het coördinatiepunt, vermeld in artikel 7 en 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap;
2° zorgregisseur: de ambtenaar aangewezen door de leidend ambtenaar van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als lid van de regionale prioriteitencommissie, vermeld in hoofdstuk II/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap;
Art. 6/2. De verplaatsingen van de zorgregisseur met de eigen wagen binnen de stad waar het provinciecoördinatiepunt gevestigd is, worden niet vergoed.
Bij problemen met het openbaar vervoer kan van de bepaling opgenomen in het eerste lid worden afgeweken na akkoord van het afdelingshoofd van de zorgregisseur.".
Art.2. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.